Hst 5 Grammatica - Taalkundig ontleden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Zinsontleding
(= redekundig ontleden)

Woordsoortbenoeming
(= taalkundig ontleden)

We gaan in Hst 5 behandelen:

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord

Voorzetsel

Voornaamwoorden

Werkwoorden &

Werkwoordsvormen 

Zelfstandig naamwoord

Lidwoord

Woordsoorten: Bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord

Geeft informatie 'bij' een ander woord dan een zelfstandig naamwoord. Bijv. bij een:

werkwoord: hij rijdt hard

bijvoeglijk naamwoord: het super slimme meisje 

ander bijwoord: hij rijdt ontzettend hard

voorzetsel

'Zet' je 'voor' een element in de zin 

Vaak voor een zelfstandig naamwoord

In, naast, tijdens, boven, op, binnen, buiten, met, onder, naar,  etc. 

Voornaamwoorden: 

• personen
• dieren
• dingen
• eigennamen
• zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden ('die gekken bepalen dat zelf')

Uit jaar 1:

• persoonlijk voornaamwoord (ik, jij, hij etc.)
• bezittelijk voornaamwoord (mijn, jouw, zijn, haar etc.) 
• aanwijzend voornaamwoord (deze, die, dit dat etc.)
• betrekkelijk voornaamwoord: degene die

Werkwoorden

Zelfstandig & hulpwerkwoorden

Werkwoorden: geven de tijd aan

1. Geven de tijd aan (tegenwoordige, verleden, voltooide tijd etc.)
2. Bedrijvende (actieve) of lijdende (passieve)vorm 
3. Geven de wijs aan: aantonende (feiten/handelen: ik bel hem), aanvoegende (een wens: het zij zo) of gebiedende wijs (doe dit!) 

Oefenen Oefenen Oefenen