Werken bij mensen met een beperking deel A

Werken bij mensen met een beperking deel A
De komende week gaan wij aan de slag met deel A, je gaat zelfstandig aan de slag met de taken. Wekelijks is er een weektaak in de les, zorg ervoor dat je deze aan het eind van de week af hebt getekend. 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Werken bij mensen met een beperking deel A
De komende week gaan wij aan de slag met deel A, je gaat zelfstandig aan de slag met de taken. Wekelijks is er een weektaak in de les, zorg ervoor dat je deze aan het eind van de week af hebt getekend. 

Slide 1 - Tekstslide

Het doel van deel A
1. Je kunnen inleven in de situatie van iemand met een beperking
2. Kunnen adviseren over de inrichting van een kamer.
3. Milieu bewust kunnen werken.
4. Iemand in een rolstoel kunnen ondersteunen met voortbewegen en goed 
     zitten. 
5. Was kunnen sorteren.
6. Zorgvragers kunnen begeleiden bij het koken van een maaltijd. 
7. Zorgvragers kunnen stimuleren om zelfredzaam te zijn.
8.Kunnen schoonmaken op de juiste werkwijze en volgorde.

Slide 2 - Tekstslide

Werken met weektaken
In de volgende slide zie je de weektaken voor komende week. Het is de bedoeling dat je aan het einde van de week de opdrachten af hebt. Ook zie je een kolom met praktische opdrachten. Deze opdrachten lever je digitaal in via magister.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor fysiek?
A
Emotioneel
B
Sociaal
C
Lichamelijk
D
Cognitief

Slide 5 - Quizvraag

Hoelang is de beroepskracht aanwezig bij zelfstandig begeleid wonen?
A
De hele dag en nacht
B
Een paar keer per week of minder
C
Een of meerdere keren per dag
D
Een keer per maand

Slide 6 - Quizvraag

Op welke manieren kun je milieubewust opruimen?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Hoe weet jij wat de hulpbehoefte is van een zorgvrager?

Slide 9 - Open vraag

De rem van de rolstoel is erg belangrijk voor de veiligheid. Op welke momenten gebruik jij de rem?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Wat is een nadeel van wasverzachter?
A
Het is slecht voor het milieu
B
Het duurt te lang
C
De kleding gaat pluizen
D
Kleding wordt statisch

Slide 12 - Quizvraag

Waarom moet je wasmiddel goed doseren?
A
Als je te weinig gebruikt duurt het wassen langer
B
Als je teveel gebruikt schuimt het teveel
C
Als je te weinig gebruikt gaat het niet lekker ruiken
D
Als je teveel gebruikt gaat wasmiddel te snel op

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om een zorgvrager zoveel mogelijk zelf te laten doen?

Slide 15 - Open vraag

Hoe kan je de zelfvertrouwen van een zorgvrager vergroten?
A
Streng zijn
B
Zelf alles doen zodat zij niks hoeven te doen
C
GEEN complimenten geven
D
Complimenten geven

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Waarom is schoonmaken belangrijk?

Slide 18 - Open vraag

Schoonmaakmiddelen kun je verdelen in 4 groepen. Welke zijn dat?

Slide 19 - Open vraag

Afsluiting
Deze week heb je deel A afgemaakt, je hebt de praktische opdrachten ingeleverd bij de docent. Wees verantwoordelijk en zorg ervoor dat deel A op tijd wordt afgetekend. Geen praktijkopdrachten = geen punten!

Slide 20 - Tekstslide

Goed gewerkt! 

Slide 21 - Tekstslide