Chap 5 BD

Salut!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Salut!

Slide 1 - Tekstslide

Programme
Chapitre 5 Une faim de Loup

  • Partie A: je redden in een restaurant
  • phrases-clés
  • Het delend lidwoord
  • expressions idiomatiques

Slide 2 - Tekstslide

Les Objectifs/ de lesdoelen

Aan het eind van de les 
  •  Ken ik de werkwoorden pouvoir en vouloir. 



Slide 3 - Tekstslide

Les Objectifs/ de lesdoelen

Aan het eind van de les 
  •  Kun je een gesprek over eetgelegenheden begrijpen en iets bestellen in een restaurant.


Slide 4 - Tekstslide

le repas
l'entrée
le plat principal
le dessert
le café

les boissons

Slide 5 - Tekstslide

phrases-clés C chap 5 V3

Slide 6 - Tekstslide

HET DELEND LIDWOORD
Leerdoelen: Aan het eind van deze les                   
              -kan ik het delend lidwoord gebruiken 
-ken ik de uitzonderingen            

Slide 7 - Tekstslide

ik kan een delend lidwoord gebruiken 
-wat moet ik weten?
- wat is een delend lidwoord?
- wanneer gebruik ik een delend lidwoord?

Slide 8 - Tekstslide

de of het in het Frans =




l'     =      bij klinkerbotsing
m
v
e.v.
le/l'
la/l'
m.v.
les
les
Het lidwoord zoals jullie dat nu kennen

Slide 9 - Tekstslide

Het delend lidwoord
Maar let op!

Na een ontkenning of een hoeveelheidswoord, veranderen de delende lidwoorden in de/d'. 

Slide 10 - Tekstslide

In NL géén lidwoord?
ik koop melk 

j'achète du lait




in  FR  wél  een  LIDWOORD

Slide 11 - Tekstslide

 Lidwoord
 = delend lidw.
de     +
 le 
 = du
de     +
 la 
 = de la
de     +
 l'
 = de l'
de     +
 les
 = des
Vertaald naar het Nederlands heeft het Delend Lidwoord geen betekenis.

Slide 12 - Tekstslide

UITLEG

het delend lidwoord: staat voor een zelfstandig naamwoord.     In NL: ik koop jam, in FR: j'achète de la confiture


il y a de la confiture = er is jam (confiture = vrouwelijk)
il y a du thé = er is thee  (thé = mannelijk)

il y a de l'huile = er is olie  (stomme h of klinker)

Il y a des pommes = er zijn appels (meervoud)

Slide 13 - Tekstslide

de appel = la pomme
appel = de la pomme
appels = des pommes

Slide 14 - Tekstslide

hoe dan?

delend lidwoord:                                  voorbeeld:           betekenis:

du voor mannelijk woord                  du coca                 cola

de la voor vrouwelijk woord             de la viande        vlees

de l' voor m/v woord met klinker   de l'huile               olie

des voor woord in meervoud          des légumes       groenten


j'ai acheté des légumes --> ik heb groenten gekocht

Slide 15 - Tekstslide

2. hoeveelheid
hebben we het over een hoeveelheid? 
dan verandert het delend lidwoord in het woord 'de'

Slide 16 - Tekstslide

 woorden van hoeveelheid

veel = beaucoup

un verre = een glas

un peu = een beetje

un kilo = een kilo


un verre de coca = een glas cola



Slide 17 - Tekstslide

woord van hoeveelheid + de

je veux beaucoup d'argent          - ik wil veel geld

je voudrais un verre de vin          - ik zou graag een glas wijn willen

j'ai eu un peu de pain                    -  ik heb een beetje brood gehad

je voudrais un kilo de fromage - ik zou graag een kilo kaas willen

je voudrais un kilo de pommes- ik zou graag een kilo appels wi
llen

Slide 18 - Tekstslide

ontkenning

je ne veux pas d'argent             - ik wil geen geld

je ne veux plus de vin                 - ik wil geen een glas wijn meer

j' n'ai pas eu de pain                    -  ik heb geen brood gehad

je ne veux pas de fromage        -  ik wil geen kaas

Slide 19 - Tekstslide

resumé
1. Gewone lidwoorden : le, la, l', les
2. In NL géén lidwoord = in Frans WEL lidwoord: delend lidwoord
     ik eet brood = je mange du pain
3. Zin met delend lidwoord ontkennen wordt woordje  'de'
   ik eet geen brood = je ne mange pas de pain
4. Zin met hoeveelheid er in wordt delend lidwoord 'de'
   ik eet veel brood = je mange beaucoup de pain

Slide 20 - Tekstslide

Plus d'exemples:

delend lidwoord:                                  voorbeeld:           betekenis:

du voor mannelijk woord                  du coca                 cola

de la voor vrouwelijk woord             de la viande        vlees

de l' voor m/v woord met klinker   de l'huile               olie

des voor woord in meervoud          des légumes       groenten


J'ai acheté des légumes --> Ik heb groenten gekocht.

Slide 21 - Tekstslide

Ça signifie quoi , cette expression?

Expressions idiomatiques
Bij elke uitdrukking schrijf je wat je denkt dat de betekenis is.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide