Modaliteit

Modaliteit
Hoe geef je kleur aan een boodschap?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Modaliteit
Hoe geef je kleur aan een boodschap?

Slide 1 - Tekstslide

Welke zin klinkt zekerder?
Misschien kom ik morgen.
Ik kom morgen zeker.

Slide 2 - Poll

Ik kom morgen zeker. 
Deze zin drukt zekerheid uit (werkelijkheidsmodaliteit).

Slide 3 - Tekstslide

Wat is modaliteit?
Modaliteit geeft kleur aan een boodschap.
Het toont hoe de spreker de werkelijkheid ziet: onzeker, waarschijnlijk, wenselijk of emotioneel.
Voorbeeld:
Neutraal: Hij is te laat.
Met modaliteit: Helaas is hij te laat. (gevoelsmodaliteit)

Slide 4 - Tekstslide

Drie soorten modaliteit
1 Werkelijkheidsmodaliteit

Hoe zeker, onzeker of waarschijnlijk iets is. 
vb. Misschien komt hij te laat. 

Slide 5 - Tekstslide

Drie soorten modaliteit
1 Wensmodaliteit

→ Wat iemand hoopt of verlangt.
vb. Hopelijk stopt het met regenen.

Slide 6 - Tekstslide

Drie soorten modaliteit
3 Gevoelsmodaliteit

→ Welke emotie de spreker toont.
vb. Gelukkig was de toets gemakkelijk.

Slide 7 - Tekstslide

Werkelijkheid
Wens
Gevoel
Hopelijk stopt het met regenen. 
Misschien komt hij te laat. 
Gelukkig is de toets kort. 
Waarschijnlijk haalt hij het niet. 
Ik wou dat je er bij was. 

Slide 8 - Sleepvraag

Hoe druk je modaliteit uit? 
Je kunt modaliteit herkennen of toevoegen met:

Modale hulpwerkwoorden: kunnen, moeten, mogen, lijken, zullen…

Werkwoorden van gevoel/twijfel/wens: hopen, vrezen, betwijfelen…

Tijdsgebruik (OVT/VVT): Bleef hij maar thuis!

Bijwoorden: misschien, waarschijnlijk, hopelijk, helaas…

Partikels: maar, eens, toch, wel, even…

Tussenwerpsels: oei, joepie, tiens, wauw…

Slide 9 - Tekstslide

Welk woord zorgt voor modaliteit in deze zin?
"Hij hoopt dat het lukt."
A
hij
B
hoopt
C
lukt

Slide 10 - Quizvraag

Maak deze zin modaal met ONZEKERHEID:
Hij komt morgen naar school.

Slide 11 - Open vraag

Welke modaliteit zit in deze zin?
"Hopelijk wint ons team."
A
werkelijkheid
B
wens
C
gevoel

Slide 12 - Quizvraag