HERHALING-WERKWOORDEN

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les kan je: 
  • een aantal regelmatige werkwoorden in het Spaans herkennen en vervoegen
  • een aantal werkwoorden met klinkerwisseling in het Spaans herkennen en vervoegen

Slide 2 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden
Voorbeeld: 
HABLAR - spreken
COMER - eten
VIVIR - wonen 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Yo (hablar) español.
A. hablamos B. habláis C. hablo D. hablas
A
hablamos
B
habláis
C
hablo
D
hablas

Slide 5 - Quizvraag

Carmen y tú (comer) patatas fritas.
A. comen B. coméis C. comemos D. comes

A
comen
B
coméis
C
comemos
D
comes

Slide 6 - Quizvraag

Carmen y Rosa (vivir) en Sevilla.
A. vivimos B. vivís C. viven D. vivo
A
vivimos
B
vivís
C
viven
D
vivo

Slide 7 - Quizvraag

Onregelmatige werkworoden 
Een vervoeging is onregelmatig wanneer de stam van een werkwoord wijzigt op een manier die afwijkt van de normale manier van vervoegen.

IR (gaan) voy, vas, va, vamos, vais, van

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoorden met klinkerwisseling
Bij de vervoeging van sommige Spaanse werkwoorden verandert de stam van het werkwoord. Er treedt klinkerwisseling op van 
e  - i  
e -  ie
o -  ue

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoorden met klinkerwisseling van e - i 
PEDIR (bestellen): pido, pides, pide, pedimos, pedís piden. 

SEGUIR (volgen): sigo, sigues, sigue, seguimos, segúis, siguen  



Slide 10 - Tekstslide

pido
pides
pide
pedimos
pedís
piden
Yo 
tú 
él, ella, usted
Nosotros-as
Vosotros-as
Ellos-as
Ustedes

Slide 11 - Sleepvraag

Werkwoorden met klinkerwisseling
 van e - i e   en van    o - ue 
In periode 3 heb je de vervoegingen van de volgende werkwoorden al geleerd: 
PREFERIR (liever hebben) prefiero, prefieres, prefiere, preferimos, preferís, prefieren

PODER (kunnen) puedo, puedes, puede, podemos, podéis, pueden 

Slide 12 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Hola Juan, ¿qué ruta (seguir) para ir a la escuela?
A. sigo B. sigues C. sigue D. seguimos
A
sigo
B
sigues
C
sigue
D
seguimos

Slide 13 - Quizvraag

Hola chicos, ¿(pedir) otra ración de patatas fritas?
A. pido B. pedís, C. pide D. pedimos
A
pido
B
pedís
C
pide
D
pedimos

Slide 14 - Quizvraag

Mis amigos y yo (preferir) las series de Netflix americanas.
A. preferís B. prefiero C. prefiere D. preferimos
A
preferís
B
prefiero
C
prefiere
D
preferimos

Slide 15 - Quizvraag

Yo no tengo los libros de español y no (poder) hacer los deberes.
A. puedes B. puede C. podemos d. puedo
A
puedes
B
puede
C
podemos
D
puedo

Slide 16 - Quizvraag