T2P4: De celkern

Basisstof 4: De celkern
Op je tafel:
Gesloten laptop
Schrift voor aantekeningen
Eventueel je boek
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 4: De celkern
Op je tafel:
Gesloten laptop
Schrift voor aantekeningen
Eventueel je boek

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Korte terugblik
2. Uitleg basisstof
3. Zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Korte terugblik
1. Wat heeft een plantencel WEL wat een dierlijke cel NIET heeft?
2. Hoe noemen we een groep cellen met dezelfde vorm en functie?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
2. Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Lichaamscellen
Jij bent opgebouwd uit miljarden lichaamscellen. voorbeelden zijn je huidcellen en spiercellen.

Slide 5 - Tekstslide

Celkern
Elke lichaamscel heeft een celkern. 
De celkern is het regelcentrum van de cel.
De celkern heeft alle informatie die je nodig hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Chromosomen
In elke celkern liggen 46 lange, dunne draden: de chromosomen.

Chromosomen regelen alles in je cel.

Chromosomen kun je alleen zien tijdens de celdeling!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

DNA
Je chromosomen bestaan uit DNA, en je DNA heeft al jouw informatie.
Het bepaalt je haarkleur, oogkleur, lengte en nog veel meer!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

DNA
Elke trede van het DNA bestaat uit twee stukken die precies in elkaar passen. Deze stukken noemen we basen

Er zijn 4 verschillende basen:
A C G T

Slide 11 - Tekstslide

DNA
Basen

Slide 12 - Tekstslide

Basenparen
De 4 verschillende basen kunnen paren vormen.

A vormt een paar met T (A - T)
C vormt een paar met G (C - G)

Slide 13 - Tekstslide

Wat doet DNA?
Met de 4 letters (A-T & C-G) kan DNA heel veel combinaties maken. Elke combinatie heeft een andere betekenis. 

In het DNA is door deze letters heel veel informatie opgeslagen over jou als persoon. Elke celkern in je lichaam bevat DEZELFDE informatie.

Slide 14 - Tekstslide

Erfelijke eigenschappen

De informatie in je DNA heb je van je vader en je moeder gekregen (geërfd). Dit zijn je erfelijke eigenschappen
Voorbeelden zijn: je huidskleur, je oogkleur en je haarkleur.

Slide 15 - Tekstslide

Dus
Jij bestaat uit miljarden lichaamscellen. ELKE lichaamscel heeft een celkern met 46 chromosomen.
Je chromosomen bestaan uit DNA. DNA is opgebouwd uit 4 basen (A-T & C-G). De combinaties van deze basen vormen jouw erfelijke eigenschappen

Slide 16 - Tekstslide

Oefentoets
1. Ga naar www.socrative.com
2. Ga naar "Student login"
3. Vul de code in:
4. Maak de oefentoets

We zullen de oefentoets bespreken.

Slide 17 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Maak alle opdrachten van thema 2, basisstof 4 over de celkern.
Je hebt tot het einde van de les. 

Klaar? Maak de Test Jezelf onderaan de pagina.

Slide 18 - Tekstslide