B4: Het zenuwstelsel

Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling
Thema 5 - waarneming, gedrag en regeling
                                   BB1A
  • terugblik
  • dboelen
  • uitleg
  • aan de slag
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling
Thema 5 - waarneming, gedrag en regeling
                                   BB1A
  • terugblik
  • dboelen
  • uitleg
  • aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welk nummer is
het netvlies?
A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het netvlies?
A
Het geeft bescherming aan het oog
B
Het vangt lichtprikkels op en zet deze om in impulsen
C
Het geleidt de impulsen naar de hersenen
D
Hierdoor lopen de bloedvaten van het oog

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van je lens
A
maakt het beeld scherp op je vaatvlies
B
maakt je beeld scherp op het harde oogvlies
C
maakt het beeld scherp op je netvlies
D
het boller of platter maken van het oog

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor lens heb je nodig als je bijziend ben
A
negatief
B
positief

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De gele vlek:
A
Een plek met zintuigcellen waar je het scherpst ziet
B
Regelt de hoeveelheid licht die in het oog valt
C
Stuurt impulsen naar de hersenen
D
is een lichtdoorlatende beschermlaag

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bs4: Het zenuwstelsel

Ik kan de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven
Ik kan de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven
Ik kan de reflexboog beschrijven

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bs4: Het zenuwstelsel

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zenuwstelsel
Bestaat uit:
Het centrale zenuwstelsel:
  • hersenen
  • ruggenmerg

Zenuwen (verbinden alle lichaamsdelen met het CZ)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bouw van het zenuwstelsel

  • Centrale zenuwstelsel (CZ): hersenen en ruggenmerg
  • Zenuwen verbinden CZ met alle lichaamsdelen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De werking van het zenuwstelsel

  • Impulsen worden naar de hersenen geleid
  • Impulsen worden verwerkt in de hersenen: je wordt je bewust van de prikkel
  • Hersenen kunnen impulsen afgeven aan spieren en klieren

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

*Impulsen worden naar de hersenen geleid
*Impulsen worden verwerkt in de hersenen: je wordt je bewust van de prikkel
*Hersenen kunnen impulsen afgeven aan spieren en klieren
*Impulsen worden naar de      hersenen geleid
*Impulsen worden verwerkt in de hersenen: je wordt je bewust van de prikkel
*Hersenen kunnen impulsen afgeven aan spieren en klieren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De werking van het zenuwstelsel

  • Impulsen worden naar de hersenen geleid
  • Impulsen worden verwerkt in de hersenen: je wordt je bewust van de prikkel
  • Hersenen kunnen impulsen afgeven aan spieren en klieren

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwcellen

  • Zenuwcel bestaat uit: cellichaam en uitlopers

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwcellen

  • Cellichaam: celkern, ligt in of vlakbij het centraal zenuwstelsel
  • Uitlopers geleiden impulsen van of naar cellichaam

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuw
Uitlopers liggen samen in een zenuw 

Uitlopers kunnen tegelijk impulsen geleiden


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwen
Uitlopers liggen samen in een zenuw 

Uitlopers kunnen tegelijk impulsen geleiden


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruggenmerg
  • Ruggenmerg verbindt veel zenuwen met de hersenen.
  • spieren zijn via zenuwen verbonden aan het ruggenmerg

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De weg die impulsen afleggen
  • Zenuwen kunnen wel een meter lang zijn
  • Impulsen worden heel snel voort geleid
  • Bewuste reactie: Impuls gaat eerst naar je hersenen, je wordt je bewust en je reageert
  • Onbewuste reactie:  een Reflex

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflex = onbewuste reactie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflex

  • Impulsen gaan niet via de hersenen
  • Vaste, snelle, onbewuste reactie op een prikkel

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflex

  • Impulsen gaan niet via de hersenen
  • Vaste, snelle, onbewuste reactie op een prikkel

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflex
Reflex
  • Schakelcellen liggen in het CZ
  • Brengen impulsen over van de ene zenuwcel naar de andere

  • Weg die impulsen afleggen noemen we de reflexboog

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflexen
Route bij reflexen (reflexboog):
1. Zintuig
2. gevoelszenuwcel
3. Schakelcellen in ruggenmerg of hersenstam
> Hersenen
4.bewegingszenuwcel
5. spier

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewuste reactie
Reflex

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bs4: Het zenuwstelsel


zoek een goed filmpje over het zenuwstelsel
Opdrachten: 1, 2, 3, 5, 6, 7
Verdieping: 8, 9

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ruggenmerg verbindt alle delen van je lichaam met het centrale zenuwstelsel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk nummer is geen deel van het centrale zenuwstelsel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over de hersenen zeggen twee leerlingen het volgende.
Wesley: 'De hersenen zijn gevoelig voor prikkels.'
Tim: 'In de hersenen word je je van de waarneming bewust.'
Wie heeft gelijk?
A
Wesley
B
Tim
C
Wesley en Tim
D
Geen van beide

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit hersenen, ruggenmerg en zenuwen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een reflex loopt via….
A
De kleine hersenen
B
De grote hersenen
C
De hersenstam
D
Het ruggenmerg

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er gaan impulsen door de gehoorzenuw naar de hersenen.
Je pakt je telefoon op
Je telefoon gaat
Je zintuigen in je oren worden geprikkeld
er gaan impulsen van hersenen naar je spieren in je arm
Je hoort je telefoon en besluit je telefoon te pakken.

Slide 35 - Sleepvraag

Puntenverdeling
6/6: 2 punten
4/6: 1 punt
Minder dan 4: 0 punten

Uit welk soort zenuwcellen bestaat het ruggenmerg?
A
Zintuigcellen
B
Sensorische zenuwcellen
C
Motorische zenuwcellen
D
Schakelcellen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het rode gedeelte in het zenuwstelsel?
A
Het zenuwstelsel
B
De zenuwen
C
Het centrale zenuwstelsel
D
Het hersenstelsel

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar liggen schakelcellen in het zenuwstelsel?
A
In de hersenen en het ruggenmerg
B
In de ruggenmerg
C
In de hersenen
D
In de zintuigen

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze zenuwcel ligt in het centrale zenuwstelsel
A
Schakelcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Bewegingszenuwcel

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies