Om te ontkomen aan de Duitsers of Nederlandse politie, verstopten mensen zich vaak voor langere tijd. Dit betekende onder andere dat je met niemand meer contact mocht hebben, niet meer de straat op mocht, vaak heel stil moest zijn en volledig afhankelijk was van andere mensen. Mensen doken onder om te ontkomen aan de Jodenvervolging, de Arbeidseinsatz (verplicht werken voor de Duitsers) of omdat ze gezocht werden (verzetsmensen).