11.5 cellen en chromosomen

11.5
Cellen en Chromosomen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

11.5
Cellen en Chromosomen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
-Ronden we hoofdstuk 11 af met een uitleg over 11.5

Leerdoelen
  1. Je leert hoe een celdeling werkt - mitose & meiose
  2. Je leert hoe verschillende soorten cellen ontstaan

Slide 2 - Tekstslide


Wat is juist?
A
1 celkern 2 genen
B
1 cel 2 chromosomen
C
3 DNA 4 gen
D
3 Chromosomen 4 DNA

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

Mitose of gewone celdeling
  • Er wordt een exacte kopie van alle chromosomen gemaakt  (deze cellen zijn diploïd)
  • Hierbij gaat een cel zichzelf delen 

Slide 5 - Tekstslide

Mitose - gewone celdeling

Slide 6 - Tekstslide

Meiose of reductiedeling
  • Vindt plaats in de eierstokken of teelballen 
  • Hieruit ontstaan de geslachtscellen (zaadcel of eicel) 
  • Elke geslachtscel heeft de helft van het aantal chromosomen dus 23 in totaal (dit noem je haploïd)
23 chromosomen + 23 chromosomen = 46

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Er vindt celdeling plaats om spiercellen te maken. Is dit mitose of meiose
A
Mitose
B
Meiose

Slide 11 - Quizvraag

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen

Slide 12 - Quizvraag

Na de bevruchting vindt in de bevruchte eicel celdeling plaats. Is dit mitose of meiose?
A
Mitose
B
Meiose

Slide 13 - Quizvraag

Hoe krijg je verschillende soorten cellen? 
  • Je hebt heel veel verschillende soorten cellen, allemaal ontstaan door mitose
  • bijvoorbeeld: spiercellen, darmcellen, zenuwcellen, huidcellen
  • Ze verschillen in vorm en grootte: celdifferentiatie
  • Ze verschillen in functie: celspecialisatie

Slide 14 - Tekstslide

verschillende soorten cellen 
  • Dit ontstaat doordat eiwitten in cellen genen aan en uit zetten (Er zijn zo'n 25.000 genen!)
  • Deze eiwitten werken als een soort schakelaar

Slide 15 - Tekstslide

Regelgenen 

Slide 16 - Tekstslide

Regelgenen 

Slide 17 - Tekstslide