H6 MV

Goedemorgen!
- Telefoon in de bak
- Leg op je tafel:
  • Leesboek
  • Leerwerkboek Nieuw Nederlands
  • Laptop
  • Pen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
- Telefoon in de bak
- Leg op je tafel:
  • Leesboek
  • Leerwerkboek Nieuw Nederlands
  • Laptop
  • Pen

Slide 1 - Tekstslide

Lezen in je boek
timer
8:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  • Lesdoelen - Taalverzorging - meervouden
  • Uitleg
  • Kahoot- op je laptop
  • Maken en nakijken opdrachten Nieuw Nederlands
    (NUMO)
  • Evaluatie les
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

DOEL

Je kunt meervouden correct spellen

Ik kan woorden met een meervoud op:
en - ‘s - ën
correct spellen.
spelling: meervoud

Slide 4 - Tekstslide

Eén taak - twee taken of takken?

Slide 5 - Tekstslide

Enkelvoud en meervoud

Zelfstandige naamwoorden kunnen in het

enkelvoud en in het meervoud staan


enkelvoud = één stoel en één bank

meervoud = twee stoelen en twee banken

Slide 6 - Tekstslide

1. Meervoud op -en
Vaak hoef je alleen maar -en achter het woord te zetten

lamp + en = lampen

boer + en = boeren

dans + en = dansen

lot + en = loten

Slide 7 - Tekstslide

2. Meervoud op -en

Soms moet je tegelijk de laatste letter verdubbelen,

want je hoort een korte klank

klas + s + en = klassen

bak + k + en = bakken

bed + d + en = bedden

Slide 8 - Tekstslide

3. Meervoud op -en

Soms moet je tegelijk een a, e, o of u weghalen,

want je hoort een lange klank

schaar - a + en = scharen

been - e + en = benen

sloot - o + en = sloten

Slide 9 - Tekstslide

4. Meervoud op -en

Soms moet je tegelijk een -f veranderen in een -v

- lange klant voor de f

-tweetekenklank: zoals: ie, oe, ui


raaf + f/v + en = raven

neef + f/v + en = neven

brief + f/v + en = brieven


Slide 10 - Tekstslide

5. Meervoud op -en

Soms moet je tegelijk een -s veranderen in een -z

- lange klant voor de s

-tweetekenklank: zoals: ie, oe, ui

baas + s/z + en = bazen

huis + s/z + en = huizen

laars + s/z + en = laarzen

Slide 11 - Tekstslide

6. Meervoud op -ën

Bij woorden die eindigen op -ee  met -ën 

fee = feeën

slee= sleeën

idee = ideeën


Slide 12 - Tekstslide

7. Meervoud op -ën

Woorden die eindigen op -ie maak je langer met -ën of met -"n (klemtoon aan het einde van het woord: ën)

knie = knieën

categorie = categorieën

tralie = traliën

bacterie = bacteriën

porie = poriën

Slide 13 - Tekstslide

Meervoud op -s

Veel zelfstandige naamwoorden hebben meervoud op -s



zomer - zomers

file - files

vakantie - vakanties

station - stations

Geen probleem bij uitspraak

Slide 14 - Tekstslide

Meervoud op 's
Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -a, -i, -o, -u + -y = 's
IK HOUD VAN Y'S
 - oma's          - ski's                 -baby's
 - radio's         - paraplu's

Ook afkortingen krijgen in meervoud 's: 
- cv's
- wc's

Slide 15 - Tekstslide

Kahoot!

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 1, 2, 3 en 4 op bladzijde 224 
Opdrachten klaar?  Vraag een antwoordformulier en kijk de opdrachten na.  

Daarna: zelfstandig werken aan: NUMO - Taken - Meervoud  

Heb je een vraag? Steek je hand op!

Slide 17 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 18 - Tekstslide

Tot de volgende les!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link