Europese identiteit

Grenzen en identiteit
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Grenzen en identiteit

Slide 1 - Tekstslide

1 Ik kan uitleggen hoe een Europese identiteit kan ontstaan en waarom dit veel tijd kost.
2 Ik kan vijf kenmerken geven van de Europese identiteit, zoals burgers in de EU die ervaren.
3 Ik kan beschrijven hoe belangrijk de Europese identiteit is voor burgers in de EU.
4 Ik kan uitleggen waarom groepen mensen een Europese identiteit bedreigend vinden.
5 Ik kan beschrijven hoe belangrijk mijn Europese identiteit is als je die vergelijkt met mijn nationale identiteit.

Slide 2 - Tekstslide

Je bent stil tot..
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Wat ga je zo doen?
Doen
Dit leer je nu
Wat moet je doen?
Paragraaf 7.2 en 7.3 lezen
Woordpuzzel invullen
Hoe moet je dat doen?
Open in je lesboek paragraaf 7.2. Lees de tekst door. Doe dit ook bij 7.3. 
Kijk daarna naar de woordpuzzel opdracht
Hulp
Geen - als je een vraag niet begrijpt, 
sla je de vraag over. Je gaat dan verder aan het blokje 'klaar'. 
Tijd
10minuten
Klaar
Lezen 8.2
Maak de opdrachten van de paragraaf
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Fluisteren tot
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Wat ga je zo doen?
Doen
Dit leer je nu
Wat moet je doen?
Maak in tweetallen de woordpuzzel af
Hoe moet je dat doen?
Zoek de begrippen in de tekst van 7.2 en 7.3
Tijd
5minuten
Klaar
Lezen paragraaf 8.2
Maak de opdrachten
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Europese identiteit

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Wat is de Europese Unie?
► Na WOII -->  Europa beter samenwerken zonder oorlog. Daarom hebben Frankrijk, Duitsland, Italië, België, Luxemburg en Nederland in 1957 de Europese Economische Gemeenschap (EEG)
opgericht, die vanaf 1993 Europese Unie (EU) heet.
● landen binnen de EU kunnen goederen en diensten aan elkaar verkopen zonder daar belasting over te hoeven betalen. Import en export binnen de EU is daardoor gemakkelijk. Dat is anders voor landen buiten de EU. Die betalen invoerbelasting (importheffing) als ze goederen of diensten aan een EU-land willen verkopen. Sinds 2013 zijn er 28 EU-landen.
● Behalve vrij verkeer van goederen en diensten is er ook vrij verkeer van personen en een munt
● Landen die grenzen aan zee, mogen in het gebied tussen 12 en 200 zeemijl uit de kust natuurlijke hulpbronnen winnen, zoals vis en delfstoffen. Dit gebied behoort niet tot hun territorium. Je noemt het de exclusieve economische zone (EEZ). Vissers uit EU-landen mogen bij elkaar in deze EEZ vissen.

Slide 7 - Tekstslide

H8
§1: De Europese Unie
Wat is de Europese Unie?


Trias Politica in NL
Trias Politica in EU?
wetgevende macht
Tweede Kamer en Eerste Kamer
uitvoerende macht (dagelijks bestuur)
ministers
rechtelijke macht
 rechters + OM
wetgevende macht
Raad van Ministers + Europees Parlement
uitvoerende macht (dagelijks bestuur)
Europese Commissie
rechterlijke macht
Hof van Justitie

Slide 8 - Tekstslide

zet op de juiste chronologische volgorde
EGKS
EG
EU
timer
0:30
1952
1957
1993

Slide 9 - Sleepvraag

EGKS stond voor...
A
...Europese Gemeenschap voor Koken en Soppen
B
...Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
C
...Europese Gemeenschap voor Koekjes en Soep
D
...Europese Gemeenschap voor Koper en Staal

Slide 10 - Quizvraag


Om welke twee redenen ontstond de EGKS?
A
Om het maken van wapens te controleren
B
Om de bestaande samenwerking vast te leggen op papier
C
Om de vrede na WOII te bewaren
D
Om een vrij verkeer van goederen op te zetten

Slide 11 - Quizvraag


Welk land is geen lid van de EU?
A
Nederland
B
Polen
C
Zweden
D
Zwitserland

Slide 12 - Quizvraag


Welk land is geen lid van de EU?
A
Frankrijk
B
Noorwegen
C
Spanje
D
Griekenland

Slide 13 - Quizvraag

Welke instelling doet wat?
timer
0:30
Europees Parlement
Europese Commissie
Raad van ministers
Groep eurocommissarissen (ministers) van de Europese Unie
Volksvertegenwoordiging (Tweede Kamer) van de Europese Unie
Groep ministers uit verschillende landen van de EU, die wetsvoorstellen moeten goedkeuren

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

Europese (groeps)identiteit
Samenwerking aan beleid
Het is handig dat landen in de Europese Unie samenwerken bij grote beleidsstukken zoals vervuiling en klimaat, omdat ze samen meer kunnen bereiken dan alleen. Als alleen Nederland regels maakt tegen vervuiling, heeft dat weinig effect. Maar als alle 28 EU-landen meedoen, wordt de vervuiling veel minder. De landen maken samen afspraken, bijvoorbeeld om minder CO₂ uit te stoten of minder plastic te gebruiken. Zo hebben de maatregelen meer invloed. 

Slide 16 - Tekstslide

Lastig om Europese identiteit te krijgen.
Europese identiteit voelen burgers van de EU niet zo sterk als de nationale of regionale identiteit.
 o.a. door niet spreken dezelfde taal, niet leren over gezamenlijke geschiedenis en veranderen territorium → lastig om een band te krijgen met EU.

Nationalisme
Sommige groepen vinden Europese identiteit bedreigend. Nationale identiteit komt in gevaar → nationalisme.
Bedreigingen Europese Identiteit
Immigratie
Angst voor verlies van culturele identiteit door immigratie.
Politieke opvattingen
Verschillende politieke opvattingen binnen de EU.

Slide 17 - Tekstslide

Belangrijkste kenmerken van de Europese identiteit volgens burgers van de EU, 2015. Zij mochten er drie van de acht kiezen

Slide 18 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat we een Europese identiteit hebben?
Samenwerking
Het bevorderd samenwerking tussen lidstaten (en individuen)
Beleid
Een gedeelde identiteit kan invloed hebben op EU-beleid en besluitvorming.
Burgerschap
Het gevoel deel uit te maken van een groter geheel
Samenwerking aan beleid
Het is handig dat landen in de Europese Unie samenwerken bij grote beleidsstukken zoals vervuiling en klimaat, omdat ze samen meer kunnen bereiken dan alleen. Als alleen Nederland regels maakt tegen vervuiling, heeft dat weinig effect. Maar als alle 28 EU-landen meedoen, wordt de vervuiling veel minder. De landen maken samen afspraken, bijvoorbeeld om minder CO₂ uit te stoten of minder plastic te gebruiken. Zo hebben de maatregelen meer invloed. 

Slide 19 - Tekstslide

Schengenlanden
Behalve vrij verkeer van goederen en diensten is er ook vrij verkeer van personen. Als burger van de EU kun je vrij reizen, werken, wonen en studeren in de meeste andere EU-landen. Dit is afgesproken in het Schengenverdrag.
Daarnaast is in 2002 de euro als gezamenlijke munt ingevoerd. Vanaf 2015 doen aan deze eurozone 19 landen mee.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Voel jij je een Europeaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Fluisteren tot
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Wat ga je zo doen?
Doen
Dit leer je nu
Wat moet je doen?
Verbeter je opdrachten van 7.1 en 7.2 
Ga daarna aan het werk aan paragraaf 8.2
Hoe moet je dat doen?
Controleer je gemaakte opdrachten van 7.1 en 7.2 en verbeter waar nodig. 
7.1; opdracht 1t/m3, 5a, 5c en paragraaf 7.2; opdracht 1a, 3ab, 4b, 4c, 5
Ga daarna aan de slag met paragraaf 8.2
Tijd
15minuten
Klaar
Lezen paragraaf 8.2
Maak de opdrachten
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide