V4 WB hfst 3 les 3 stelsel van vergelijkingen

Lesdoelen
  • Bespreken huiswerk  m. 10, 11, (13), 14, 15, 17 ,18, (20), 21.
  • stelsel vergelijkingen
  1. oplossen door substitutie
  2. oplossen door eliminatie
  • opstellen van stelsel van vergelijkingen
  • m 23 t/m 34
  • Bespreken PW
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
  • Bespreken huiswerk  m. 10, 11, (13), 14, 15, 17 ,18, (20), 21.
  • stelsel vergelijkingen
  1. oplossen door substitutie
  2. oplossen door eliminatie
  • opstellen van stelsel van vergelijkingen
  • m 23 t/m 34
  • Bespreken PW

Slide 1 - Tekstslide

  • Geef een derdegraadsformule die de x-as 1 x snijdt.
  • Geef een derdegraadsformule die de x-as 3 x snijdt
  • Geef een vierdegraadsformule die door de punten A(-3,0), B(0,0), C(1,0) en D(3,0) gaat.
  • Geef een vijfdegraadsformule die de x-as snijdt of raakt in de punten: A(-3,0), B(0,0), C(1,0) en D(3,0).

Een omkeervraag:

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Stelsel vergelijkingen oplossen:
Door substitutie:
stap 1: Maak van één van beide vergelijkingen letter = .....
stap 2: Vul dat in in de andere vergelijking
2x+4y=20
3x2y=14
{

Slide 5 - Tekstslide

Stelsel vergelijkingen oplossen:
Door eliminatie:
stap 1: met de balansmethode een vaan de vergelijkingen veranderen zodat bij het optellen of aftrekken één van de letters wegvalt
stap 2: Tel de vergelijkingen bij elkaar op, of trek ze van elkaar af
2x+4y=20
3x2y=14
{

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Ik heb 40 muntstukken in mijn portemonnee. Het zijn munten van 20 cent en munten van 1 euro. Het totale bedrag dat deze munten waard zijn is 25,60 euro.
Hoeveel 1-euro munten heb ik?
Het opstellen van een stelsel van vergelijking

Slide 8 - Tekstslide

Achter in mijn tuin zitten een vast aantal kraaien (k) op een vast aantal paaltjes (p)
Als op elk paaltje één kraai zit, zijn er 20 kraaien over.
Als de kraaien een beetje sociaal zijn gaan ze met z'n tweeën op een paaltje zitten.
In dat geval blijven er 10 paaltjes leeg.
Hoeveel kraaien en hoeveel paaltjes heb ik in mijn tuin?

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Bespreken huiswerk  m. 10, 11, (13), 14, 15, 17 ,18, (20), 21.
  • stelsel vergelijkingen
  1. oplossen door substitutie
  2. oplossen door eliminatie
  • opstellen van stelsel van vergelijkingen
  • m 23 t/m 34
  • Bespreken PW

Slide 10 - Tekstslide