Nederlands Strux H 15 Woorden met -aai, -ooi en oei aan het einde

Gedragsverwachtingen
We zitten op onze eigen plek.
We luisteren naar elkaar en laten elkaar uitpraten.
Wil je iets zeggen of vragen? Stille vinger en wachten tot je de beurt krijgt.
Werken in het werkboek doen we fluisterend.

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 7

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gedragsverwachtingen
We zitten op onze eigen plek.
We luisteren naar elkaar en laten elkaar uitpraten.
Wil je iets zeggen of vragen? Stille vinger en wachten tot je de beurt krijgt.
Werken in het werkboek doen we fluisterend.

Slide 1 - Tekstslide

Vorige keer: woorden met -ng en woorden met -nk

wang / ding/ zong 
verdelen in lettergrepen  -->      zongen: zon-gen

bank/ pink/ zink
verdelen in lettergrepen --> zinken: zin-ken

Slide 2 - Tekstslide

doel:
Ik weet aan het einde van deze les hoe ik woorden moet schrijven met -aai, ooi en oei aan het einde.

Slide 3 - Tekstslide

typ een woorde met -aai, ooi of oei achteraan.

Slide 4 - Woordweb

Verdeel in lettergrepen:
hooi  hooien   hooi-en
knoei   knoeien   knoei-en
haai   haaien   haai-en

De lettercombinaties aai, ooi, oei worden niet verdeeld en blijven altijd bij elkaar!

Slide 5 - Tekstslide

Welk woord is goed in lettergrepen verdeeld?
A
haa-ien
B
ha-ien
C
haai-en
D
hai-en

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord is goed in lettergrepen verdeeld?
A
hand-boeien
B
hand-boei-en
C
handboei-en
D
hand-boe-ien

Slide 7 - Quizvraag

Nu een woord met ng in het midden.
Welke is goed in lettergrepen verdeeld?
A
gezong-en
B
gezon-gen
C
ge-zong-en
D
ge-zon-gen

Slide 8 - Quizvraag

Nog 1 woord met nk in het midden.
Welke is goed in lettergrepen verdeeld?
A
ver-dronk-en
B
verdronk-en
C
ver-dronk-en
D
ver-dron-ken

Slide 9 - Quizvraag

Maken: 
H15: opdracht 1, 2, 3, 4 en 5

Klaar?  Dan eerst kijken of H13 en H14 af is! 
En daarna mag je rustig, zonder een ander te storen, iets voor jezelf doen op je eigen plaats. 

Slide 10 - Tekstslide