HAVO Financiële Zelfredzaamheid Hoofdstuk 7 les 3

Hoofdstuk 7 
Keuzes bij 
samenleven, erven en schenken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7 
Keuzes bij 
samenleven, erven en schenken

Slide 1 - Tekstslide

Agenda 16 december
Vragen over opgave 7.4 t/m 7.11?
Uitleg paragraaf 7.2
Opdrachten maken 


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
De financiële consequenties van scheiden op het gebied van scheidingsprocedure, partnerpensioenrechten, kinderalimentatie en partneralimentatie noemen en berekenen, gegeven de inhoud van de wet.


Slide 3 - Tekstslide

Beëindigen van het samenlevingscontract
In de meeste samenlevingsovereenkomsten staat dat de overeenkomst automatisch is geëindigd als je niet meer samenwoont. Het gaat hier dus om feitelijk niet meer samenwonen.

Jullie gaat uit elkaar
Je komt te overlijden

Het samenlevingscontract wordt ook beëindigd als...
Als jullie gaan trouwen
of
Als jullie kiezen voor geregistreerd partnerschap









Slide 4 - Tekstslide

Beëindigen van het samenlevingscontract
Vaak staat er in jullie samenlevingscontract informatie over wanneer je uit elkaar gaat.
 Zo kan er bijvoorbeeld staan dat het contract is ontbonden als:


Jullie dit schriftelijk overeenkomen;

Jullie elkaar een aangetekende brief hebben gestuurd met daarin de datum van beëindiging;

Als jullie beiden op een ander adres zijn ingeschreven;

Als jullie gaan trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan, met elkaar of met iemand anders;

Als één van jullie komt te overlijden.

Slide 5 - Tekstslide

Beëindigen van het samenlevingscontract
Als je uit elkaar gaat moet je de zaken nog goed regelen. Ook als je geen kinderen hebt. 

Je moet de bezittingen verdelen, de schulden verdelen en eventueel het huis. Wie mag/kan er in het huis blijven wonen? 

Meestal staan er al enkele bepalingen in het samenlevingscontract over hoe het gaat als 
jullie uit elkaar gaan.

In de meeste gevallen is ook opgenomen dat er geen recht is op partneralimentatie.

Verplichting om een ouderschapsplan op te stellen bij minderjarige kinderen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

1. Samenwonende partners met een samenlevingscontract die dit contract willen beëindigen en nog jonge kinderen hebben, moeten een ouderschapsplan opstellen en dit voorleggen aan de rechter.
2. Een geregistreerd partnerschap moet altijd via de rechter worden beëindigd
Welke bewering is juist of onjuist?
A
Beide beweringen zijn juist
B
Bewering 1 is juist Bewering 2 is onjuist
C
Bewering 1 is onjuist Bewering 2 is juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Piet woont samen met Lisa. Ze zijn niet getrouwd, zijn geen partners en hebben ook geen samenlevingscontract. Piet heeft een goed betaalde baan en Lisa niet. Lisa doet de huishouding en zorgt voor de kinderen. Piet en Lisa wonen in een huis dat Piet geërfd heeft van zijn ouders. Na 20 jaar lief en leed te hebben gedeeld, gaan Piet en Lisa uit elkaar.

Lisa mag wel in het huis blijven wonen ook al wil Piet dat niet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Scheidingprocedure
Een van de partners kan een verzoek doen tot echtscheiding.
Indien getrouwd dan verzoek bij de rechtbank.

Indien geregistreerd partnerschap afhankelijk van of ze kinderen hebben. 
Kinderen meerderjarig, partners zijn het eens, dan via notaris of advocaat.
Kinderen minderjarig dan altijd via de rechter.

Afspraken worden opgenomen in een echtscheidings-convenant. 
Verdeling van bezittingen en schulden, pensioenen en de alimentatie en eventueel het ouderschapsplan.
Rechter doet uitspraak en beschikking wordt in het register van de burgerlijke stand bijgeschreven



Slide 10 - Tekstslide

Alimentatie
Met het verbreken van het huwelijk vervalt niet de zorgplicht.

Ex-partner moet in zijn of haar levensonderhoud kunnen voorzien.

Partneralimentatie, als één van de twee onvoldoende inkomen heeft na de scheiding is ander verplicht alimentatie te betalen. 

Hoogte wordt in onderling overleg vastgesteld.
Als ex-partners er niet uitkomen, stelt de rechter vast.

Uitgangspunt: behoefte wat de één nodig heeft en wat  de ander kan bijdragen (draagkracht).




Slide 11 - Tekstslide

Alimentatie
Kinderalimentatie, de partner met het minste inkomen kan deze aanvragen. 

Dit is bedoeld om bij te dragen in de kosten van de opvoeding van kinderen tot 21 jaar.

Tot kinderen 18 zijn ontvangt de ex-partner kinderalimentatie.
Vanaf 18 jaar ontvangen de kinderen zelf alimentatie.

Hoogte afhankelijk van het inkomen van beide ouders, de kosten van het kind en de draagkracht van de ouder die alimentatie moet betalen.




Slide 12 - Tekstslide

Pensioen
Werknemers bouwen via de pensioenregeling van hun werkgever een pensioen op.
Dit pensioen is een aanvulling op de AOW-uitkering.

Nabestaanden hebben recht op partnerpensioen.

Bij scheiding moet het pensioen worden verdeeld. Ex-partners hebben beide recht op de helft van elkaars pensioen dat is opgebouwd tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap.

Slide 13 - Tekstslide

1. Het beëindigen van het huwelijk onder huwelijkse voorwaarden kan zonder tussenkomst van de rechter voor zover er geen minderjarige kinderen zijn en beide partners het eens zijn over de beëindiging
2. Peter en Mieke besluiten hun huwelijk te laten ontbinden. Omdat zij het eens zijn over de scheiding en de gevolgen ervan, kunnen zij volstaan met een advocaat die de echtscheiding uitspreekt.
Welke bewering is juist of onjuist?
A
Beide beweringen zijn juist
B
Bewering 1 is juist Bewering 2 is onjuist
C
Bewering 1 is onjuist Bewering 2 is juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Na 30 jaar lief en leed te hebben gedeeld, besluiten Ans en Robbert hun huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen te ontbinden. Robbert is 67 jaar, heeft precies 40 jaar gewerkt en gaat met pensioen. Wat krijgt Ans als Robbert met pensioen gaat?
A
Niets, want ze gaan scheiden
B
Ans krijgt 1/2 deel van het pensioen van Robbert
C
Ans krijgt 3/8 deel van het pensioen van Robbert

Slide 15 - Quizvraag

Maken
Opdracht 7.12 t/m 7.14 gezamenlijk
Opdracht 7.15 t/m 7.17 zelfstandig (misschien nog nabespreken)

Slide 16 - Tekstslide