VWO 2 november

Verwerking par 2.4 & 2.5
Veenendaal. P
11-11-2021
Laptop op tafel en inloggen op LessonUp
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Verwerking par 2.4 & 2.5
Veenendaal. P
11-11-2021
Laptop op tafel en inloggen op LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Programma:
  • Woensdag 17 november: tips en trucs voor de toets
  • Maandag 22 november: laatste check/herhaling/verwerking voor de toets
  • Woensdag 24 november: toets

Slide 2 - Tekstslide

Programma vandaag 
  • Voorkennis activeren
  • Verwerking par 2.4 en 2.5
  • Stellingen  

Slide 3 - Tekstslide

Inca's
Azteken
Maya's

Slide 4 - Sleepvraag

Waarom is het logisch dat Spanje en Portugal het verdrag van Tordesillas sloten met elkaar?
A
Ze hoorden bij elkaar en zo konden ze sneller de hele wereld veroveren.
B
Alleen op deze manier konden ze sterk genoeg worden om de Nederlanders te verslaan.
C
Zodra een land claim heeft gelegd op een gebied kan dit niet meer worden terug gedraaid. Op deze manier konden de Britten dus niet meer Amerika innemen.
D
Dit waren toen de machtigste landen van Europa en door deze afspraak hoefde ze niet met elkaar te concurreren.

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn de gevolgen van de ontdekkingsreizen voor Amerika en Azië?

Slide 6 - Open vraag

Noem drie redenen waarom de Spanjaarden de Inca's en Azteken zo makkelijk kon verslaan

Slide 7 - Open vraag

Driehoekshandel WIC
Textiel en wapens
Slaven
Suiker, katoen en tabak

Slide 8 - Sleepvraag

Wat heeft deze prent met kolonialisme te maken?
Spotprent

Slide 9 - Open vraag

Stellingen
  1.  Zwarte Piet is een vorm van discriminatie en moet daarom afgeschaft worden.
  2. Het afschaffen van slavernij is te vergelijken met 5 mei, de nationale Bevrijdingsdag en daarom moet de afschaffing van slavernij ook een nationale feestdag worden.
  3. Nederland moet officieel excuses aanbieden aan Suriname en alle Nederlandse Surinamers en Antillianen voor de negatieve rol, die Nederlanders in de slavenhandel en slavernij hebben gespeeld.
  4. Nederland heeft eeuwenlang Suriname kunnen uitbuiten. Daarom moet Nederland Suriname de komende 100 jaar financieel moeten steunen met 1 miljoen euro per jaar.

Slide 10 - Tekstslide

Programma:
  • Woensdag 17 november: tips en trucs voor de toets
  • Maandag 22 november: laatste check/herhaling/verwerking voor de toets
  • Woensdag 24 november: toets

Slide 11 - Tekstslide

Voorbereiding toets 
Veenendaal. P
17-11-2021
Boeken en laptop op tafel

Slide 12 - Tekstslide

Programma:
  • Woensdag 17 november: tips en trucs voor de toets
  • Donderdag 18 november: check/herhaling/verwerking voor de toets
  • Woensdag 24 november: check/herhaling/verwerking voor de toets
  • Donderdag 25 november: toets

Slide 13 - Tekstslide

Programma:
  • Woensdag 17 november: tips en trucs voor de toets
  • Maandag 22 november: check/herhaling/verwerking voor de toets
  • Woensdag 24 november: toets

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen

Slide 15 - Tekstslide

Bronvragen: Afbeelding

Stappenplan:
  1. Uit welk jaar/welke tijd komt de bron?
  2. Wie is de maker van de bron?
  3. Wat zie je op de bron? (letterlijk)
  4. Kan je iets uit de bron koppelen (bronelement) aan een historische gebeurtenis? 
  5. Is de maker van de bron bevooroordeeld/heeft hij een mening?

  • 1a) Wie is de man op de voorgrond die de speer vasthoudt?
  • 1b) Is de schrijver bevooroordeeld denk je?
De ontdekking van Amerika. Erico Hernadèz, 1506

Slide 16 - Tekstslide

Bronvragen: spotprenten
Stappenplan:
  1. Uit welk jaar/welke tijd komt de bron?
  2. Wie is de maker van de bron?
  3. Wat zie je op de bron? (letterlijk)
  4. Kan je iets uit de bron koppelen (bronelement) aan een historische gebeurtenis? 
  5. Wat is de boodschap van de bron?
  • Hoofdvraag: wat is de boodschap van de bron?

Slide 17 - Tekstslide

Bronvragen: geschreven bronnen
Stappenplan:
  1. Wanneer is de bron geschreven?
  2. Wie is de schrijver?
  3. Over welk historisch onderwerp dat we behandeld hebben gaat de bron?
  4. Komt er een mening van de schrijver naar voren over dit onderwerp? Zoja, wat dan? 
  5. Hoe zie je die mening terug? Gebruik een bronelement

Slide 18 - Tekstslide

Programma:
  • Woensdag 17 november: tips en trucs voor de toets
  • Maandag 22 november: laatste check/herhaling/verwerking voor de toets
  • Woensdag 24 november: toets

Slide 19 - Tekstslide

Voorbereiding toets
Veenendaal. P
18-11-2021
Boeken op tafel 
Alleen boeken op tafel

Slide 20 - Tekstslide

Programma:
  • Woensdag 17 november: tips en trucs voor de toets
  • Donderdag 18 november: tips voor de toets/leren voor de toets & vragen stellen
  • Woensdag 24 november: diagnostische toets
  • Donderdag 25 november: toets

Slide 21 - Tekstslide

Leren voor geschiedenis
  • Leren: hoofdstuk 1.1, 1.2 en heel hoofdstuk 2
  • Studiewijzer beperkt, check de blauwe box met leerdoelen aan het begin van de paragraaf
  • Hoofd- van bijzaken kunnen onderscheiden
  • Leer begrippen, leerdoelen, belangrijke jaartallen uit de paragraven en oefen vaardigheden in het werkboek
  • Samenvatting maken? --> max 1/3 van de paragraaf. Verwerk begrippen en leerdoelen, trek zelf conclusies na een paragraaf: wat is er veranderd? Wat is precies het verschil?

Slide 22 - Tekstslide

Tips tijdens de toets
  1. Formuleer je antwoord zo helder en uitgebreid mogelijk.
  2. Voorbeeld vraag: hoe kan het dat de Spanjaarden relatief eenvoudig grote delen van Amerika kon veroveren? Noem twee redenen en leg uit. 
  3.   Niet: Zij werden veroverd door hun door paarden en samenwerking maar: de oorspronkelijke inwoners (Azteken, Inca's en andere volkeren) werden veroverd door de Spanjaarden die paarden hadden waarmee ze sneller waren en hoger stonden. Ook werkten ze samen met plaatselijke stammen om andere stammen te kunnen veroveren.
  4. Tip: herhaal het eerste gedeelte van de vraag: Spanje kon relatief eenvoudig grote delen van Amerika veroveren door...
  5. Check aan het einde van je toets je antwoorden nog een keer

Slide 23 - Tekstslide

Keuze
  • Keuze 1: je kijkt zo meteen mee naar een stukje uit een documentaire over de renaissance (nuttig!)
  • Keuze 2: je gaat vast leren voor geschiedenis/samenvatting maken
  • Ondertussen kom ik bij iedereen individueel langs om eventuele vragen te beantwoorden 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Oefen toets
Veenendaal. P
22-11-2021
Boeken en laptop op tafel

Slide 26 - Tekstslide

Programma voor vandaag:
Je kan de volgende dingen doen:
  1. De 6 vragen maken die ik klaar heb gezet in LessonUp (antwoorden aan het einde)
  2. Vast gaan leren/een samenvatting afmaken voor de toets
  3. De diagnostische toets maken achterin elke paragraaf
  4. Tussendoor vragen stellen!

Slide 27 - Tekstslide

Vraag 1: Uitspraak: het verhaal van Nova Zembla past goed bij het begin van de Europese expansie. Leg uit of de stelling juist of onjuist is.

Slide 28 - Open vraag

Vraag 2: Stel, je doet onderzoek naar de manier waarop de Spanjaarden met de Azteken omgingen. Een deel van de bron is daarbij wel betrouwbaar, en een deel niet.
Leg dit uit met twee bronelementen: iets wat je als feit aanneemt en iets wat je niet als feit aanneemt (zie bron volgende slide).

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Vraag 3: bestudeer bron 4. Een uitspraak: Dit schilderij gaat over de tijd vóór Columbus.
Leg met een beeldelement uit of de uitspraak juist is

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Lees bron 7.
Vraag 4: geef een voorbeeld van die ‘sporen van koloniale overheersing in onze maatschappij’. (1p)

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Vraag 5: leg met twee bronelementen uit dat dit schilderij een goed voorbeeld is van renaissancekunst

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Vraag 6: Een vertaling van het woord 'renaissance' is wedergeboorte. Leg uit waarom de benaming wedergeboorte goed past bij deze periode.

Slide 37 - Open vraag

Antwoorden
De volgende slide bevat alle antwoorden van de 6 vragen

Slide 38 - Tekstslide

1. Juist: uit het antwoord moet blijken dat de expeditie naar Nova Zembla een poging was om een nieuwe route naar Indië te vinden via het noorden en dus past in het thema Europese expansie 
2. Deel niet betrouwbaar: de Spanjaard beschrijft dat hij heel goed en aardig was tegen Montezuma, eenzijdig verhaal. Grote kans dat hij hem helemaal niet goed behandelde. (verwijs naar deel bron waaruit dit blijkt)
Deel wel betrouwbaar: uit de bron blijkt dat de Spanjaarden contact hadden en samenwerkten met de Azteken (verwijs naar een zin in de bron)

Slide 39 - Tekstslide

Vraag 3: onjuist, op de tekening zie je dat de indianen rechts moderne wapens hebben uit Europa en dat er paarden zijn. Dat betekent dat Columbus Amerika al ontdekt heeft want die dingen waren er voor Columbus nog niet.  
Vraag 4: Bijv: Nederland heeft nog meerdere eilanden in het carribisch gebied die bij ons land horen. Dit komt door de koloniale tijd waarin Nederland plantages had op die eilanden. Bijv: er leven veel nabestaanden in Nederland van mensen wiens voorouders slaaf waren tijdens het koloniale tijdperk. bijv: er wonen veel Molukkers in Nederland die naar ons zijn gevlucht ten tijde van de Nederland-Indië oorlog. 

Slide 40 - Tekstslide

Vraag 5: Het kunstwerk toont een gebouw uit de klassieke oudheid.
- Het is een zelfportret.
- De kunstenaar heeft zijn naam onder het werk gezet.
Vraag 6: deze tijd werd gezien als de wedergeboorte van zaken uit de oudheid. Zoals de wedergeboorte van oude literatuur, wetenschap en filosofie. 

Slide 41 - Tekstslide

Machthebbers in Europa
Veenendaal. P
29-11-2021
Paragraaf 3.1 
Boeken en laptop op tafel

Slide 42 - Tekstslide

Programma 
  • Bespreken leerdoelen deze week
  • Zelfstandig lezen par 3.1
  • Verwerking par 3.1 
  • Aan de slag

Slide 43 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik weet hoe de Franse koning het Franse gebied uitbreidde
  • Ik weet hoe de Franse koning zijn binnenlandse macht vergrootte 
  • Ik weet hoe de Engelse koning minder machtig werd
  • Ik weet hoe Nederland werd bestuurd en welke posities stadhouders hadden 

Slide 44 - Tekstslide

Studiewijzer tot de kerst

Slide 45 - Tekstslide

Zelfstandig lezen paragraaf 3.1 

Slide 46 - Tekstslide

Wat is het absolutisme?

Slide 47 - Open vraag

Noem twee gebeurtenissen uit de tekst die onder Lodewijk XIV plaatsvonden zodat hij een absoluut vorst kon worden

Slide 48 - Open vraag

Waarom had Willem III als koning niet de absolute macht in Engeland?
A
Nederlanders waren niet gelijk aan Britten
B
Hij was niet instaat alle macht naar zich toe te trekken
C
Hij ondertekende de Bill Of Rights
D
Hij moest macht aan zijn vrouw afstaan

Slide 49 - Quizvraag

Welk gewest was veruit het grootste en machtigste gewest?

Slide 50 - Sleepvraag

Wat was de taak van een stadhouder?
A
Het besturen van een stad.
B
Het besturen van het land.
C
Het besturen van een gewest.
D
Het aanvoeren van het leger.

Slide 51 - Quizvraag

Hoe laat de rivaliteit tussen stadhouder en raadpensionaris zien dat je een stadhouder in de Republiek niet mag vergelijken met een koning in Frankrijk of Engeland.

Slide 52 - Open vraag

Aan de slag
HW maandag 06-12: paragraaf 3.1 opdracht 1 t/m 9

Slide 53 - Tekstslide