Oha Zelfstandig wonen

Zelfstandig wonen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsoriëntatiePraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zelfstandig wonen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KPN: tv en internet
Verzekeringen: een woonverzekering/inboedelverzekering. Je spullen in je huis zijn verzekerd tegen bv. diefstal.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gas, elektriciteit en water.
Gas en elektriciteit: Eneco, Enexxis, Vattenfall, Green choice etc.
Water: Brabant water
Deze bedrijven heten Nutsbedrijven. Ze leveren nutsvoorzieningen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn nutsvoorzieningen verplicht?

Omdat ze belangrijk zijn voor je gezondheid en welbevinden. 
bv. Als jij je huis niet kunt verwarmen heb je in de winter nooit een warme douche en is het in je woning te koud, dat is niet gezond. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tv, internet en verzekeringen zijn niet verplicht.
Je mag zelf bepalen of je tv wilt, het staat los van je gezondheid. 
.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Telefoon
Tegenwoordig heeft bijna iedereen een smartphone en is altijd bereikbaar. In een woning kun je ook kiezen voor een vaste telefoonaansluiting. Een vaste lijn begint altijd met een netnummer bv: 076 500 34 34

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke instantie vraag je huurtoeslag aan?
A
Commissie Huur en Toeslagen
B
Maatschappelijk werk
C
De Belastingdienst
D
De gemeente

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik wil een gas en eletriciteitsleverancier, wat kies ik?
A
KPN
B
Vattenfall
C
Belastingdienst
D
Brabant water

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met mijn zorgtoeslag kan ik mijn...........betalen
A
Nieuwe Nikes
B
Anti haarroosshampoo
C
Woonverzekering
D
Zorgverzekering

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer moet je de huur betalen?
A
Als je geld hebt
B
Vóór het einde van de nieuwe maand
C
Ieder jaar
D
De datum die je bent overreengekomen met je verhuurder.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

waterrrrrrrrr

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WELKE SPULLEN VIND JIJ BELANGRIJK IN HUIS?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

huis
A
huizen
B
huisen
C
huisjes
D
heeft geen meervoud

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe woon jij en met wie woon je?

Slide 15 - Woordweb

Bespreek klassikaal of in groepjes hoe leerlingen wonen. 

Extra opdrachten:
Huiswerk: Laat een leerling een voorwerp meenemen wat zijn/haar woning symboliseert
Maak een foto van je kamer en vertel aan de hand van de foto hoe je woont.
Ik woon in de Randstad betekent..
A
Ik woon in een dorp.
B
Ik woon in Nederland.
C
Ik woon in een grote stad.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit huis kost
A
2000 euro
B
2 ton
C
5 ton
D
2 miljoen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies