Quiz Engelse woorden

Quiz Engelse woorden
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Quiz Engelse woorden

Slide 1 - Tekstslide

understand
A
verstaan
B
begrijpen
C
taal
D
onder

Slide 2 - Quizvraag

60 in het Engels

Slide 3 - Open vraag

happen
A
lachen
B
gaat over
C
hap nemen
D
gebeuren

Slide 4 - Quizvraag

vinden
A
find
B
cave
C
flower
D
deep

Slide 5 - Quizvraag

17
A
seventeen
B
seventy
C
sixteen
D
fifteen

Slide 6 - Quizvraag

because
A
omdat
B
of
C
maar
D
dus

Slide 7 - Quizvraag

human
A
achterlijk
B
dierlijk
C
gevaarlijk
D
menselijk

Slide 8 - Quizvraag

claim
A
vlinder
B
vis
C
beweren
D
hard slaan

Slide 9 - Quizvraag

hostile
A
jeugdherberg
B
vijandig
C
kameraad
D
eng

Slide 10 - Quizvraag

Adventurous
A
winkelen
B
avontuurlijk
C
attractie
D
wandelpad

Slide 11 - Quizvraag

overvaller
A
thief
B
knight
C
hitchhiker
D
mugger

Slide 12 - Quizvraag

whale in het Nederlands

Slide 13 - Open vraag

climate in het Nederlands

Slide 14 - Open vraag

squirrel
A
hert
B
vis
C
eekhoorn
D
schildpad

Slide 15 - Quizvraag

birthmark
A
meisjesnaam
B
wolk
C
moedervlek
D
geboortedatum

Slide 16 - Quizvraag

to spin
A
draaien
B
steken
C
begrijpen
D
prikken

Slide 17 - Quizvraag

Turkish
A
Turks
B
Nederlands
C
Chinees
D
Spaans

Slide 18 - Quizvraag

to appear
A
verschijnen
B
overleggen
C
denken
D
praten

Slide 19 - Quizvraag

dungeon
A
gevangenis
B
ondervloer
C
kerker
D
schuur

Slide 20 - Quizvraag

Spaans
Vul het Engelse woord in.

Slide 21 - Open vraag

German

Slide 22 - Open vraag

deliberately
A
expres
B
ondergaan
C
manier van doen
D
niet opletten

Slide 23 - Quizvraag

Dutch

Slide 24 - Open vraag

bedreigen
A
to harass
B
to threaten
C
to arm
D
to protect

Slide 25 - Quizvraag