H3 3.5 Ruimtelijke figuren

1 / 35

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We gaan aan de slag met:

Wiskunde H3

Diagnostische toets

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het?

Ieder vlak figuur heeft een omtrek en oppervlakte.

De omtrek is de rand die om het figuur heen past.
De oppervlakte is het vlak van een object dat bedekt kan worden.

Ruimtelijke figuren hebben geen omtrek maar wel een inhoud.

De inhoud is de hoeveelheid ruimte binnenin het figuur.

Het is belangrijk dat je goed kijkt naar de maateenheid en dit erbij vermeld.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?

Omtrek

Oppervlakte

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als er geen maten bekend zijn, eerst hoogtelijn tekenen, daarna de zijden en hoogtelijn opmeten.

o p p d r i e h o e k = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot z i j d e \cdot b i j b e h o r e n d e h o o g t e

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als er geen maten bekend zijn, eerst hoogtelijn tekenen, daarna zijden en hoogtelijn opmeten.

o p p p a r a l l e l l o g r a m = z i j d e \cdot b i j b e h o r e n d e h o o g t e

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij het nog?
Hoe bereken je de oppervlakte van een grondvlak van een balk?

lengte x hoogte

hoogte x breedte

lengte x breedte

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?

12 dm²

32 cm²

2,7 dm²

16 cm

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze balk is 8 cm lang, 2 cm breed en 3 cm hoog.

Bereken de oppervlakte.

92 cm²

8,6 dm²

68 cm²

46 cm²

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte van een driehoek

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot z i j d e \cdot h o o g t e

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot z i j d e \cdot b i j b e h o r e n d e h o o g t e

z i j d e \cdot h o o g t e

z i j d e \cdot b i j b e h o r e n d e h o o g t e

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding. Hoeveel vierkante centimeter is de oppervlakte van de driehoek?
(Schrijf alleen het antwoord en de eenheid op.)

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De omtrek van een cirkel

π \cdot s t r a a l \cdot s t r a a l

π \cdot d i a m e t e r

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De oppervlakte van een cirkel

π \cdot s t r a a l^{​ 2 ​ ​}

π \cdot d i a m e t e r

s t r a a l \cdot π^{​ 2 ​ ​}

π \cdot \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} d i a m e t e r

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding.

Wat is de oppervlakte van de cirkel?

7,07 dm²

1,77 dm²

0,71 m²

4,71 dm²

Slide 15 - Quizvraag

De oppervlakte van een cirkel is pi x straal x straal. Vergeet niet eerst de diameter om te rekenen naar de straal.

Oppervlakte van een driehoek

z i j d e \cdot h o o g t e \cdot 2

z i j d e \cdot b i j b e h o r e n d e h o o g t e : 2

z i j d e \cdot h o o g t e

z i j d e \cdot b i j b e h o r e n d e h o o g t e

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlakte van een parallellogram

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot z i j d e \cdot h o o g t e

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot z i j d e \cdot b i j b e h o r e n d e h o o g t e

z i j d e \cdot h o o g t e

z i j d e \cdot b i j b e h o r e n d e h o o g t e

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het?

Ieder vlak figuur heeft een omtrek en oppervlakte.

De omtrek is de rand die om het figuur heen past.
De oppervlakte is het vlak van een object dat bedekt kan worden.

Ruimtelijke figuren hebben geen omtrek maar wel een inhoud.

De inhoud is de hoeveelheid ruimte binnenin het figuur.

Het is belangrijk dat je goed kijkt naar de maateenheid en dit erbij vermeld!!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dal

dm³

cm³

m³

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst

Sleep naar de juiste plek.

Cilinder

Balk

Kegel

Piramide

Prisma

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Balk

Oppervlakte
De oppervlakte van een balk bereken je door de oppervlaktes
van alle rechthoeken op de uitslag bij elkaar op te tellen.

Inhoud
Van een balk is de inhoud:
lengte x breedte x hoogte

Slide 21 - Tekstslide

Een kubus is een balk met gelijke zijden. De oppervlakte van een kubus is daarom makkelijker uit te rekenen. Je doet 6 x de oppervlakte van één van de vierkanten. Dus: 6 x zijde².

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de formule voor inhoud balk?

0,5 x h x b

grondvlak x h

l x b x straal

0,5 x zijde x hoogte

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De piramide van Cheops heeft een grondvlak van 230 x 230 meter. De hoogte is 147 meter. Wat is de inhoud van deze piramide?

7776300 vierkante meter

360 vierkante meter

2592100 vierkante meter

202 vierkante meter

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de inhoud
van de piramide
(alleen antwoord)

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de inhoud
van de kegel.
Rond af op hele getallen.
(alleen antwoord)

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanpak bij INHOUD berekenen

1. Hoe heet het ruimtefiguur? Moet ik hem nog verdelen in aparte stukjes (bij een samengesteld figuur)?

2. Welke formule hoort erbij?

3. Heb ik alle maten in dezelfde eenheid omgerekend?

4. Vul de formule in en reken uit.

5. Geef antwoord op de vraag: > waar gaat het over, >waar moet ik op afronden, >welke een eenheid hoort erbij?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

formulekaartje:

Formules:

Omtrek cirkel = diameter × π
Opp cirkel = straal x straal x π
Inhoud cilinder = opp bodem × hoogte
Inhoud prisma = opp bodem × hoogte
Inhoud kegel = opp bodem × hoogte : 3
Inhoud piramide = opp bodem × hoogte : 3

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergroten

leren:

eerst factor (f) bepalen (= nieuw : oud)
Lengte: oud x f = nieuw
Oppervlakte: oud x f x f = nieuw
oppervlakte:
Inhoud: oud x f x f x f = nieuw
Inhoud:

o u d \cdot f^{​ 2 ​ ​} = n i e u w

o u d \cdot f^{​ 3 ​ ​} = n i e u w

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld:

Vraag: Wat wordt de nieuwe oppervlakte en inhoud van de bol?

Gegevens:

Oppervlakte bol = 45 cm2 ,
Inhoud bol = 35 cm3.

Deze wordt vergroot met factor 3.

Nieuwe opp: 45 x 3 x 3 = 405 cm2
Nieuwe inhoud: 35 x 3 x 3 x3 = 945 cm3

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3 3.5 Ruimtelijke figuren

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Omtrek, oppervlakte en inhoud, 2F

Ruimtelijke figuren

Meten

Inhoud en oppervlakte

H7 Oppervlakte en inhoud ruimtefiguren

H 11 Oppervlakte en inhoud 3 GT Mavo lj 3 (hk)

Herhaling inhoud

Herhaling inhoud