,

DEF@ctO | Les 03 met docent | getallen en wonen

Nieuw logo
les 3
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsNT2Middelbare schoolMBOmavo, havoLeerjaar 1,2Studiejaar 1,2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nieuw logo
les 3

Slide 1 - Tekstslide

Bezoek ook eens onze website
Vul de gatentekst in met de woorden van deze les.

Slide 2 - Tekstslide

Laat de studenten de gatentekst invullen.

Hoe gaat het met jou?

Slide 3 - Tekstslide

Laat de studenten antwoorden in een hele zin.
Hoe gaat het ermee?

Slide 4 - Tekstslide

Laat de studenten antwoorden in een hele zin.
Hoe is het met jou?

Slide 5 - Tekstslide

Laat de studenten antwoorden in een hele zin.
Uit welk land kom ik?

Slide 6 - Tekstslide

Docent
Groeten:
hoi - hallo – goedendag
Wat zeg je in de ochtend? – goedemorgen – zeg na – om de beurt
Wat zeg je in de middag? – goedemiddag – zeg na – om de beurt
Wat zeg je in de avond? – goedenavond – zeg na – om de beurt.



Woon jij in Nederland?

Slide 7 - Tekstslide

Laat de studenten antwoorden in een zin. 
Waar kom jij vandaan?

Slide 8 - Tekstslide

Laat de studenten antwoorden in een zin. 
Waar woon je?

Slide 9 - Tekstslide

Laat de studenten antwoorden in een zin. 
Uit welk land kom je?

Slide 10 - Tekstslide

Laat de studenten antwoorden in een zin. 
Studeer je of werk je?

Slide 11 - Tekstslide

Laat de studenten antwoorden in een zin. 
Hoe spel je jouw naam?

Slide 12 - Tekstslide

Laat de studenten hun naam spellen.
Klik hier voor de video.

Slide 13 - Tekstslide

Bekijk samen de video over de getallen. 
Kijk samen naar het filmpje waarin de getallen worden herhaald. Laat de cursisten nazeggen.

Maak flitskaartjes met de getallen. Houd omhoog – cursisten noemen het getal.

Bron plaatje.
Flashcards
Weet jij welke getallen het zijn?

Slide 14 - Tekstslide

Oefen nogmaals de getallen met de flashcards.
Klik hier voor de video.

Slide 15 - Tekstslide

Bekijk samen de video over de werkwoorden hebben en zijn. 


Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op.
(zijn) Rose _________ vandaag niet thuis. 

Slide 16 - Open vraag

Antwoord: is

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op.
(zijn) Rose en Jan __________ goede vrienden.

Slide 17 - Open vraag

Antwoord: zijn

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op.
(zijn) Ik ____________ moe. Ik ga naar bed.

Slide 18 - Open vraag

Antwoord: ben

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op.
(hebben) Ik ____________ geen auto.

Slide 19 - Open vraag

Antwoord: heb

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op.
(hebben) Rose ____________ veel boeken.

Slide 20 - Open vraag

Antwoord: heeft

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op.
(hebben) __________ je een pen voor me?

Slide 21 - Open vraag

Antwoord: heb
Zeg hardop na...luister eerst naar je docent.

Slide 22 - Tekstslide

Zeg na.
Laat de studenten jou nazeggen:

de herhaling
voetballen
één
acht
hebben
de hobby
het woord
zwemmen
het adres
de film
infinitief
negen
vijf
lopen
zitten
enkelvoud
meervoud

Vul de gatentekst in met de woorden van deze les.

Slide 23 - Tekstslide

Laat de studenten de gatentekst invullen. In deze gatentekst oefenen de studenten met de werkwoorden hebben en zijn.

Klik hier voor de video.

Slide 24 - Tekstslide

Bekijk samen de video over kennismaken.

Bron plaatje.
Voer een gesprek:
1. groet
2. Zeg en vraag naam
3. Zeg en vraag woonplaats
4. vertel en vraag over werk / studie

Slide 25 - Tekstslide

Bij een oneven aantal kies je één cursist en speel je zelf het rollenspel als voorbeeld.

Wissel daarna de cursisten en herhaal.
Speel het spel samen met de docent.

Slide 26 - Tekstslide

Speel samen met de studenten het spel via de link.

Bron plaatje.
Wat ga je in de volgende les leren?

Slide 27 - Tekstslide

Bekijk samen de volgende les(sen) voor de studenten. Wat gaan ze leren/oefenen?
Geef ook aan waar ze bijvoorbeeld extra op moeten letten.
Tot de volgende keer
bronnen:
'Nederlands nu!' - Fros van der Maden - Vandorp Educatief 2016




Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies