WS: Trillingen - p2 Harmonische Trilling (H+V)

WS: Trillingen - p2
p2: Harmonische Trilling
Leerdoelen:
-Je herkent een harmonische trilling in een u,t diagram
-Je snapt het verband tussen de uitwijking en de kracht bij een harmonische trilling
-(VWO) Je kunt het u-t verband van een harmonische trilling wiskundig beschrijven
-Je kunt werken met de formule voor de trillingstijd van een massa-veer systeem
-(VWO) Je kent de formules voor veer- en kinetische energie met betrekking tot de energieën in een massa-veersysteem
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WS: Trillingen - p2
p2: Harmonische Trilling
Leerdoelen:
-Je herkent een harmonische trilling in een u,t diagram
-Je snapt het verband tussen de uitwijking en de kracht bij een harmonische trilling
-(VWO) Je kunt het u-t verband van een harmonische trilling wiskundig beschrijven
-Je kunt werken met de formule voor de trillingstijd van een massa-veer systeem
-(VWO) Je kent de formules voor veer- en kinetische energie met betrekking tot de energieën in een massa-veersysteem

Slide 1 - Tekstslide

Bestudeer de paragraaf (WS) en maak een samenvatting die in ieder geval de leerdoelen omvat. Lever een foto van je samenvatting in.

Slide 2 - Open vraag

Geef hieronder aan wat je nog niet (goed) snapt van de theorie.

Slide 3 - Open vraag

Hiernaast vier u,t diagrammen A, B, C en D.
I. Alle u,t diagrammen stellen periodieke beweging (trilling) voor.
II. Alleen diagram D is geen harmonische trilling.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 4 - Quizvraag

Je duwt een veer met veerconstante van 20,0 N/m vanuit de evenwichtstand 7,50 cm naar rechts.
I. De veerkracht wordt dan 150 N
II. De veerkracht is naar links gericht

A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 5 - Quizvraag

Een blokje met een massa van 350 g hangt stil aan een veer met veerconstante C = 12 N/m. Bereken hoeveel cm de veer op dat moment is uitgerekt.
u = 29 cm

Slide 6 - Open vraag

Een voorwerp trilt harmonisch met een frequentie van 72 Hz en een amplitude van 2,5 cm. Bereken de uitwijking op tijdstip t = 20 ms.
u = 0,92 cm

Slide 7 - Open vraag

Bereken de trilingstijd en frequentie van een massa-veer systeem met een massa van 2,5 kg en een veerconstante van 15 N/cm.
T = 0,26 s
f = 3,9 Hz

Slide 8 - Open vraag

Schrijf de formule T = 2π√(m/C) om naar m = ... en C = ..
m = C T² /(2π)²
C = (2π)² m / T²

Slide 9 - Open vraag

Een massa van 350 gram voert een harmonische trilling uit met een frequentie van 3,2 Hz. Bereken de veerconstante van dit systeem.
C = 1,4 10² N/m

Slide 10 - Open vraag

Als je nog iets niet begreep, geef dat dan zo duidelijk mogelijk aan.

Slide 11 - Open vraag

Fouten en suggesties
Heb je een fout gevonden in deze Lessonup, of heb je een suggestie of tip voor het beter maken van deze Lessonup?
Geef het door via het foutenformulier!

Bedankt voor je inzet!

Slide 12 - Tekstslide