4.3 Lezen - deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands

We starten met 10 minuten lezen.

Woordenschat

1. berouw tonen

4. identiek

3. berouw tonen

ergens spijt van hebben

De jongen toonde berouw voor zijn daden.

2. identiek

hetzelfde, helemaal gelijk zijn

De tweeling kleedt zich identiek, maar je kunt ze uit elkaar halen door hun haar. Dat is juist heel verschillend.

Noteer woord, betekenis én zin achterin je schrift.

4.3 Lezen

Wat gaan we leren?

• de tekstdoelen informeren en amuseren herkennen;
• instructies herkennen;
• verwijswoorden herkennen;
• signaalwoorden herkennen die een tijdsvolgorde aangeven.

Wat weet je nog? 

tekstdoelen

instructies

verwijswoorden

signaalwoorden

De titel, tussenkopjes, plaatjes bekijken, de eerste en laatste alinea lezen zijn voorbeelden van...

1. Nauwkeurig lezen
2. Verkennend lezen

"Het flatgebouw is 165 meter hoog."
Dit is een...

1. Mening
2. Feit

Maar, echter en integendeel zijn voorbeelden van:

1. Een tegenstelling
2. Een opsomming

Welke 4 manieren van lezen zijn er?

Tekstdoelen

Bij elke tekst die je leest, kun je je afvragen: wat is het doel van de schrijver met deze tekst? 

Wil hij jou bijvoorbeeld ergens over informeren?

Of wil hij jou amuseren?

Dit doel heet tekstdoel.

Laten we eens kijken naar blz. 27 van je lesboek. (Zie volgende dia)

Dit doel heet het tekstdoel.

Wat wil de schrijver bereiken met een informerende tekst?

1. De lezer van iets overtuigen
2. De lezer vermaken
3. De lezer informatie geven
4. De lezer uitleg geven

Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?

1. Tekst uit een schoolboek
2. Leesboek
3. Stripverhaal
4. Recept

Wat wil de schrijver bereiken met een amuserende tekst?

1. De lezer van iets overtuigen
2. De lezer vermaken
3. De lezer informatie geven
4. De lezer uitleg geven

Wat is een voorbeeld van een amuserende tekst?

1. Tekst uit een schoolboek
2. Brief
3. Gebruiksaanwijzing
4. Stripverhaal

Is een instructie een informatieve- of een amuserende tekst?

1. Informatieve
2. Amuserende

Wat is een voorbeeld van een instructie?

1. Brief
2. Handleiding
3. Boek
4. Nieuwsbericht

Verwijswoorden

De theorie over verwijswoorden staat op blz. 29 van je lesboek. 

Neem die er maar eens bij.  (Zie volgende dia)

Waarom gebruikt een schrijver verwijswoorden in zijn tekst?

Welke woorden zijn voorbeelden van verwijswoorden?

1. Maar/ daarentegen
2. Hij/zij
3. Als eerste/ vervolgens
4. Eerst/ ten slotte

Signaalwoorden: tijdsvolgorde

Je weet al dat signaalwoorden een verband aangeven tussen woorden, zinnen of alinea's.  De signaalwoorden  die een opsomming of een tegenstelling aangeven, heb je al gehad.

Kan jij een voorbeeld geven van een signaalwoord die een tegenstelling aangeeft? 

Neem blz. 33 van je werkboek erbij. Hier vind je de leertekst over signaalwoorden die een tijdsvolgorde aangeven. 

Welk signaalwoorden geven een tijdsvolgorde aan?

1. Bovendien en vervolgens
2. Toch en echter
3. Daarna en zodra

"Voordat Pien de deur uitgaat, geeft ze haar konijn te eten. Daarna fietst ze naar school."

Voordat en daarna zijn voorbeelden van:

1. Een opsomming
2. Een tegenstelling
3. Een tijdsvolgorde

Zelf aan de slag!

• Maak  4.3 lezen opdracht 1 tot en met 15
   Mag je vragen overslaan? Ja!
   Zet een kruisje bij vraag 4b, 6d
  
  Bij vraag 15 voer je een instructie uit.
  
  

     

           

Evaluatie

 

Volgende les: 
- bespreken 4.3 opdracht 1 t/m 15 - verder met de leestaak 

 Vooruitblik