• Wat is LessonUp
  • Zoeken
  • Kanalen
  • AI-tools

    Beta

‹Terug naar zoeken

Periode 1

Wat is een zakelijke brief?
A
een briefje aan je moeder
B
een sollicitatiebrief
C
een klachtenbrief over je telefoonabonnement
D
een boodschappenlijstje
1 / 33
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat is een zakelijke brief?
A
een briefje aan je moeder
B
een sollicitatiebrief
C
een klachtenbrief over je telefoonabonnement
D
een boodschappenlijstje

Slide 1 - Quizvraag

Wat is GEEN zakelijke brief?
A
liefdesbrief
B
klachtenbrief
C
sollicitatiebrief

Slide 2 - Quizvraag


Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
de belangrijkste zin van een alinea
B
het onderwerp van de tekst
C
een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent
D
het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen.
B
Ze geven een signaal, zodat je weet waar je gebleven bent met lezen.
C
Ze geven voor welk publiek de schrijver de tekst heeft geschreven.
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord is geen voegwoord?
A
Een
B
En
C
Of
D
Maar

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het aanwijzende voornaamwoord in onderstaande keuzes?
A
hier
B
zo
C
deze
D
daar

Slide 6 - Quizvraag

wat is geen voegwoord?
A
maar
B
toch
C
en
D
want

Slide 7 - Quizvraag

Wat is in deze zin het aanwijzend voornaamwoord?
Dit is mijn vriendin.
A
Dit
B
mijn
C
vriendin

Slide 8 - Quizvraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
vanwege
B
zoals
C
tot slot
D
toch

Slide 9 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'Woordsoorten' is
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw

Slide 10 - Quizvraag

Welke woordsoort is onderstreept?
We hoeven voor dit hoofdstuk maar 4 woordsoorten te kennen.
__________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord

Slide 11 - Quizvraag

De thee staat op het aanrecht.
Bijwoordelijke bepaling
A
de thee
B
staat
C
op
D
op het aanrecht

Slide 12 - Quizvraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een voorwaarde?
A
En
B
Maar
C
Mits
D
Dus

Slide 13 - Quizvraag

Wil je mij de ketchup even doorgeven?

Wat is meewerkend voorwerp:
A
mij
B
de ketchup

Slide 14 - Quizvraag

Geef je het boek aan mij? meewerkend voorwerp?
A
je
B
het boek
C
aan mij

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je de volgende woordsoorten?

Mijn, uw, jouw, zijn
A
zelfstandige naamwoorden
B
persoonlijke voornaamwoord
C
bezittelijke voornaamwoorden
D
aanwijzende voornaamwoorden

Slide 16 - Quizvraag

Vanavond gaan we naar de stad.
Bijwoordelijke bepaling
A
Vanavond
B
gaan
C
we
D
naar de stad

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
Wil jij die rommel voor mij opruimen?
A
jij
B
die rommel
C
mij
D
voor mij

Slide 18 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau

Slide 19 - Quizvraag

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 20 - Quizvraag

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
John van Leeuwen
C
john van Leeuwen
D
John Van leeuwen

Slide 21 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Volkskrant
B
volkskrant

Slide 22 - Quizvraag

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Ameland
B
ameland

Slide 23 - Quizvraag

Wat houdt het werkwoordelijk gezegde in?
A
persoonsvorm
B
persoonsvorm + onderwerp
C
persoonsvorm + voltooid deelwoord
D
alle werkwoorden uit de zin

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn leestekens?
A
Punt, vraagteken, uitroepteken
B
Hoofdletter, alinea, en namen
C
Afspraken
D
Onnodig

Slide 25 - Quizvraag

Waar kloppen de leestekens?
A
Sanne zegt: Mijn fiets staat nog op school.
B
Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school.'
C
Sanne zegt, 'Mijn fiets staat nog op school'
D
Sanne zegt 'Mijn fiets staat nog op school.'

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Hij heeft een appel gegeten.
A
Hij
B
heeft
C
heeft gegeten
D
heeft een appel gegeten

Slide 27 - Quizvraag

Mijn buurvrouw leent mij vaak haar hond na 21 uur.

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
A
na 21 uur
B
mij
C
haar hond
D
mijn buurvrouw

Slide 28 - Quizvraag

Lijdend voorwerp

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Jij kan het lijdend voorwerp in die zin vinden.

A
jij
B
het lijdend voorwerp
C
in die zin
D
kan vinden

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp?

Ik eet elke dag een taartje.
Uitleg lijdend voorwerp
A
Ik
B
eet
C
elke dag een taartje
D
een taartje

Slide 30 - Quizvraag

Wat is juist?
Let op de leestekens
A
Bert als je klaar bent mag je gaan.
B
Bert, als je klaar bent mag je gaan.
C
Bert, als je klaar bent, mag je gaan.
D
Bert als je klaar bent, mag je gaan.

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de bijwoordelijke bepaling in de zin:

Hij kookt elke maandag pasta voor zijn moeder.
A
hij
B
elke maandag
C
pasta
D
voor zijn moeder

Slide 32 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden?
A
Lieve, drukke, mooie
B
Ijzeren, gouden, wollen

Slide 33 - Quizvraag

Meer lessen zoals deze

De bouwstenen van de zin: Grammatica Zinsdelen

March 2023 - Les met 24 slides

H1 t/m H6 taalverzorging - les 3

May 2021 - Les met 19 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 2

Week 39 Les 3 Taalverzorging 1 +2 (h2 + h4) en droomweekend

September 2023 - Les met 15 slides
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

H1 t/m H6 taalverzorging - les 6

November 2022 - Les met 20 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 2

Vrijdag 22 november 2024

November 2024 - Les met 29 slides
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Oefentoets H2

January 2025 - Les met 35 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

4BK Grammatica toetsweek 1 2022

October 2022 - Les met 40 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

2V - Spelling 2

March 2021 - Les met 32 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
LessonUp
Algemene voorwaardenPrivacy StatementCookie StatementContact
Nederlands

Onze cookies

Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.

Bewerk instellingen