Net als voorheen heb je 3 dingen nodig om een naamval op te lossen, alleen bij de laatste stap komt er iets bij:
1. Geslacht (m, v, o, mv)
2. Naamval (voorzetsels, ww met vaste nv, functie in de zin)
3. De juiste groep (Der-/Ein-Gruppe of de Nichts-Gruppe)
Heb je meerdere bijvoeglijke naamwoorden voor een zelfstandig naamwoord staan? -> Deze krijgen dus dezelfde uitgang.
Bv: junge schöne Frauen sind leicht zu finden.