Leren onderzoeken

Leren onderzoeken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leren onderzoeken

Slide 1 - Tekstslide

Longinhoud
Ademvolume = volume lucht wat in en uitgeademd wordt
Dode ruimte = lucht in bronchien, de luchtpijp, keel- en neusholte die niet meedoet met de gaswisselen

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel lucht?
  • Longvolume = aantal liter lucht in de longen (ongeveer 5 L)
  • Ademvolume = aantal liter lucht bij normale ademhaling (0,5 L)
  • Vitale capaciteit = aantal liter lucht bij maximale ademhaling (verschilt)
  • Restvolume = lucht die altijd achter blijft in de longen (1,5 L)
  • Dode ruimte = lucht die bij ademhaling niet in longen komt (150 mL)
  • Longvolume = vitale capaciteit + restvolume

Slide 3 - Tekstslide

Kan je je longen trainen?

sporten/bewegen/zingen/ blaasinstrument = sterkere longen

-Bij flinke inspanning heb je veel zuurstof nodig
-Je gaan hierdoor dieper ademhalen
-Sporten versterkt je ademhalingsspieren en zorgt dat je longinhoud groter wordt

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Waarom doet de dode ruimte niet mee met de gaswisseling?
A
De lucht zit niet in het ademhalingsstelsel
B
Gaswisseling vindt alleen plaats in de longblaasjes

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Hoeveel lucht adem je in en uit: Ademvolume
Ademvolume: het ademvolume is de hoeveelheid lucht die je uitademt in rust. Bij de inademing zijn er wel spieren betrokken. De uitademing gaat onder invloed van de zwaartekracht.


Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel lucht adem je in en uit: Vitale capaciteit
Vitale capaciteit: de vitale capaciteit is de hoeveelheid lucht die je uitademt na een hele diepe inademing en een krachtige uitademing. Bij het bepalen van de vitale capaciteit worden bij de uitademing de buikspieren en de binnenste tussenribspieren gebruikt.


Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel lucht adem je in en uit: Restvolume & longcapaciteit
Restvolume: zelfs na een hele diepe uitademing blijft er nog lucht achter in je longen. Deze achtergebleven hoeveelheid lucht noemen we het restvolume.

Longvolume of longcapaciteit: dit is de werkelijke inhoud van de longen. Deze bestaat uit de (te meten) vitale capaciteit en het restvolume van de longen.

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveelheid lucht die bij een rustige ademhaling wordt in- of uitgeademd
Deel van je ademhalingsstelsel waarvan de lucht niet de longblaasjes bereikt (ongeveer 150ml)
Hoeveelheid lucht die in de longen achterblijft na zo diep mogelijke uitademing
Hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- of uitgeademd
Totale inhoud van de longen
Vitale capaciteit
Ademvolume
Restvolume
Dode ruimte
Longvolume

Slide 12 - Sleepvraag

1
5
6
7
Vitale capaciteit
Ademvolume
Restvolume
Longvolume

Slide 13 - Sleepvraag

Bij een gewone inademing is de hoeveelheid lucht in de longen gelijk aan:
A
de vitale capaciteit
B
het ademvolume + reserve volume
C
de vitale capaciteit + restvolume
D
het ademvolume + restvolume

Slide 14 - Quizvraag

1: De vitale capaciteit is de hoeveelheid lucht
die (1) per ademhaling kan worden in – of uitgeademd

2. Je vitale capaciteit is (2) dan je longvolume

A
1: maximaal 2: groter
B
1: minimaal 2: groter
C
1: maximaal 2: kleiner
D
1: minimaal 2: kleiner

Slide 15 - Quizvraag

De borstademhaling begint met
A
samentrekken tussenribspieren
B
samentrekken middenrif
C
luchtdruk daling in de longen
D
vergroting van de longen

Slide 16 - Quizvraag

Om te onthouden:


Totale longvolume =
Restvolume (altijd in de long)
+
Vitale Capaciteit (maximaal inademen)

Slide 17 - Tekstslide