Mens en Omgeving Schoonmaak en onderhoud JdW

Mens en omgeving
Schoonmaak en onderhoud 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Mens en omgeving
Schoonmaak en onderhoud 

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen 
  • Je kunt volgens de schoonmaakregels de werkzaamheden uitvoeren
  • Je kunt onderhoudsvoorschriften lezen en interpreteren
  • Je kunt schoonmaakmiddelen en -apparatuur kiezen en gebruiken
  • Je kunt werkzaamheden uitvoeren volgens plan
  • Je kunt schoonmaken en de gebruikte materialen opruimen 

Slide 2 - Tekstslide

schoonmaak, reinigen en onderhoud
Thuis schoonmaken:
Wie?
Waarom?
Hoe vaak?
Jouw kamer?
schoonmaakmiddelen?
professioneel schoonmaken?

Slide 3 - Tekstslide

Waarom maken we schoon?

Slide 4 - Open vraag

Waarom we schoonmaken

  • Schoonmaken bevordert de hygiëne.
  • Schoonmaken verlengt de levensduur van je interieur.
  • Een schone ruimte is prettiger

Slide 5 - Tekstslide

schoonmaak en onderhoud

Slide 6 - Tekstslide

schoonmaak en onderhoud
Schoonmaak- en reinigingsmethoden

  • stoffen - droog vuil van kasten of tafels verwijderen
  • stofzuigen - droog vuil van de grond verwijderen
  • dweilen - aangekleefd vuil van de vloer verwijderen
  • ramen zemen
  • ...

Slide 7 - Tekstslide

Schoonmaakregels
  • Eerst opruimen, ruimte goed bekijken 
  • Werk van schoon naar vuil
  • Maak eerst droog schoon, daarna nat
  • Werk van boven naar beneden
  • Maak een nieuw sopje bij het schoonmaken van de keuken en bij de badkamer en het toilet
  • Vuil sop? Maak nieuw sop. Sop na gebruik meteen weggooien i.v.m. hygiëne 
  • Controleer aan het eind de ruimte. Ruim de schoonmaakspullen op.

Slide 8 - Tekstslide

schoonmaak en onderhoud
Werkvolgorde
Werk van:
  • Van schoon naar vuil,
  • Van hoog naar laag.
  • Van droog naar nat

Slide 9 - Tekstslide

Dus eerst stof afnemen (droog schoonmaken) en daarna stofzuigen (van boven naar beneden werken). Daarna nat reinigen: de vloer dweilen.

Aandachtspunten:
  • Bedenk een vaste route door de ruimte.
  • Gebruik de juiste schoonmaakmaterialen.
  • Gebruik de juiste schoonmaakmiddelen.
  • Werk veilig.
  • Werk ergonomisch.

Slide 10 - Tekstslide

schoonmaak en onderhoud

Slide 11 - Tekstslide

schoonmaak en onderhoud
Vuil
  • Droog vuil - zand/hondenharen
     verwijderen (droog): Vegen, stofzuigen, stofwissen, afstoffen 
  • Aangekleefd vuil - modder/koffievlekken
     verwijderen (nat): Met sopje. Boenen, schrobben, dweilen
  • Onzichtbaar vuil - bacteriën in keuken/op toetsenbord 
     verwijderen (desinfecteren): Eerst reinigen daarna   desinfecteren met speciaal schoonmaakmiddel

Slide 12 - Tekstslide

schoonmaak en onderhoud

Slide 13 - Tekstslide

schoonmaak en onderhoud
Ergonomie = verstandig omgaan met je lichaam, letten op een goede houding

Slide 14 - Tekstslide

schoonmaak en onderhoud
Schoonmaakplan
= een goede planning waardoor je efficiënt (doelgericht) gaat werken.
In een schoonmaakplan staan de volgende onderdelen:
  • Wat je moet schoonmaken.
  • Wanneer je moet schoonmaken.
  • Hoe je moet schoonmaken.
  • Wie er moet schoonmaken.

Slide 15 - Tekstslide

schoonmaak en onderhoud
Dagelijks
Wekelijks
Periodiek

Slide 16 - Tekstslide

schoonmaak en onderhoud
Schoonmaakmaterialen:

Emmers.
Doekjes.
Schrobber.
Trekker.
Zeem.
Dweil.
Toiletborstel.
Veger/bezem.
Stofzuiger.
Mop

Slide 17 - Tekstslide

schoonmaak en onderhoud
Milieuvriendelijk
Biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen:
  • Ossengalzeep (verwijdert vlekken)
  • soda (vervanger van chloor)
  • groene zeep (allesreiniger en vlekverwijderaar)
  • schoonmaakazijn ( ontkalker, ramen wassen, vloeren)

Slide 18 - Tekstslide

schoonmaak en onderhoud
Etiketten
Schoonmaakmiddelen kunnen gevaarlijke stoffen bevatten. Op het etiket wordt via pictogrammen de gevaren van een schoonmaakmiddel aangegeven.

Pictogram= Een afbeelding die snel iets duidelijk maakt.

Slide 19 - Tekstslide

Is chloor een milieuvriendelijk schoonmaakmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van een natuurlijk schoonmaakmiddel
A
Allesreiniger
B
afwasmiddel
C
Spiritus
D
Groene zeep

Slide 21 - Quizvraag

Welk schoonmaakmiddel is biologisch afbreekbaar
A
Ossengalzeep
B
Chloor
C
Groene zeep
D
Soda

Slide 22 - Quizvraag

schoonmaak en onderhoud
schoonmaakmiddelen

  1. Reinigingsmiddelen= Een middel om het zichtbare vuil te verwijderen.
    Gebruiken voor alle oppervlakten en materialen.
    Voorbeeld: allesreiniger
  2. Desinfecteermiddelen= Een middel waarmee je onzichtbare vuil verwijdert. Het doodt micro-organismen (bacteriën en schimmels)
    Voorbeeld: chloor

Slide 23 - Tekstslide