4.3: De cultuur van het rijk

H4 Het Romeinse Rijk


4.3 De cultuur van het rijk
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H4 Het Romeinse Rijk


4.3 De cultuur van het rijk

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Herhaling
Romeinse cultuur
Video: 
Aan de slag
Blooket

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
Sleep de verschillende groepen naar de juiste plek in de piramide
1
2
3
4
5
Slaven
gewone Romeinen
aanzienlijke families
arme Romeinen
Rijke handelaren

Slide 3 - Sleepvraag

Sociale verschillen
1. aanzienlijke families
2. Rijke handelaren
3. gewone Romeinen
4. arme Romeinen
5. slaven

Slide 4 - Tekstslide

Past deze afbeelding bij het leven van een arme of een rijke Romein?
A
Arme Romein
B
Rijke Romein

Slide 5 - Quizvraag

Past deze afbeelding bij het leven van een arme of een rijke Romein?
A
Arme Romein
B
Rijke Romein

Slide 6 - Quizvraag

Voor welke laag van bevolking was dit vermaak?
A
laag 1: aanzienlijke families
B
laag 2: Rijke handelaren
C
laag 3: gewone Romeinen
D
laag 4: arme Romeinen

Slide 7 - Quizvraag

Leg uit hoe Seneca aankeek tegen arme Romeinen en wat hij van ze vond.

Slide 8 - Open vraag

Waardoor was de opstand van Spartacus kansloos?

Slide 9 - Open vraag

Bedenk waarom de Romeinen de gekruisigde lichamen van de leiders van de Spartacus-opstand zo lang lieten hangen.

Slide 10 - Open vraag

4.3: De cultuur van het rijk
In deze paragraaf leer je
  • hoe de Grieks-Romeinse cultuur ontstond en werd verspreid.
  • hoe de Romeinse rechtspraak werkte.
  • hoe goed je in staat bent om begrippen aan een afbeelding te koppelen.
  • wat Romanisering is en wat dit voor Nederland betekende.
  • leer je hoe de Grieks-Romeinse cultuur ontstond.


Slide 11 - Tekstslide


Burgerrecht

  • alle burgers hebben gelijke rechten
  • mochten niet zonder bewijs of proces worden veroordeeld
  • Burgers konden met hun conflict naar een rechter gaan
  • Burgers hadden recht op een advocaat

Slide 12 - Tekstslide

Wie heeft geen burgerrecht?
A
Een veteraan van het Romeinse leger uit Gallia
B
De vrouw van een belangrijke senator
C
De beroemdste gladiator van Rome
D
Een arme Romeinse proletarier op zoek naar werk

Slide 13 - Quizvraag


De staatsgoden


  • Er waren veel verschillende goden in het rijk, maar er waren ook staatsgoden
  • Deze staatsgoden kennen wij als de Romeinse goden zoals: Jupiter, Juno, Mars en Minerva
  • Voor hen liet de keizer ook feesten organiseren

Slide 14 - Tekstslide

Maak duidelijk waarom de Romeinen wilden dat iedereen de staatsgoden aanbad.

Slide 15 - Open vraag


Godsdienstige verdraagzaamheid


  • In het Romeinse Rijk was er een godsdienstige verdraagzaamheid (tolerantie)
  • Zolang de mensen de keizer en staatsgoden eerden, mochten de mensen daarnaast iedere religie aanhangen die ze maar wilden

Slide 16 - Tekstslide

Wat betekent tolerantie?
A
aardig zijn
B
in veel goden geloven
C
verdraagzaamheid
D
in 1 god geloven

Slide 17 - Quizvraag


Naar Grieks voorbeeld



  • De Romeinen waren onder de indruk van de Griekse cultuur en namen veel dingen daarvan over
  • Denk dan aan Griekse kunst, architectuur, wetenschap en filosofie

Slide 18 - Tekstslide

Bogen zijn door de Romeinen uitgevonden
Ook de koepel is een Romeinse uitvinding

Slide 19 - Tekstslide

Welk van de onderwerpen hebben de Romeinen NIET van de Grieken overgenomen?
A
De boogconstructies
B
De zuilen
C
Mars, god van de oorlog
D
Kunst over Alexander de Grote

Slide 20 - Quizvraag

De Grieks-Romeinse cultuur
  • De invloed van de Grieken was zo groot, dat er sprake was van een Grieks-Romeinse mengcultuur.

  • Vandaag vaak de antieke of klassieke cultuur genoemd

Slide 21 - Tekstslide

Kijk opdracht:
Noteer in je schrift of in notities tijdens het kijken van het filmpje zoveel mogelijk voorbeelden van romanisering

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

voorbeelden van Romanisering

Slide 24 - Woordweb

Aan de slag
4.3 
Lesboek Lezen blz. 75 - 77
Werkboek Maken: blz. 97 - 99
Opdracht: 1, 2, 4, 5, 7, 8 en 10.

Klaar?
Nakijken opdrachten 4.2 en 4.3


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link