Calamiteiten; Hitte en vermissing/ontvluchting

Calamiteiten
Hitte en vermissing/ontvluchting
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Calamiteiten
Hitte en vermissing/ontvluchting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hitte

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het criterium voor aanhoudende hitte is een verwachting van een periode van vier of meer dagen met een maximumtemperatuur boven de 27 ºC. Deze definitie van een periode met aanhoudende hitte is anders dan de definitie voor een hittegolf (minimaal 5 aaneengesloten zomerse dagen (25 ºC of hoger) waarvan minimaal drie tropische dagen (30 ºC of hoger), gemeten in de Bilt. Een hittegolf kan pas achteraf worden vastgesteld, terwijl het Nationaal Hitteplan juist vooraf moet voorspellen dat het aanhoudend warm gaat worden.

Bron: www.rivm.nl - Nationaal Hitteplan, versie 2015


 

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer er sprake is van lang aanhoudende hitte, worden er ook in de zorg extra maatregelen genomen. Bepaalde doelgroepen zijn namelijk extra kwetsbaar om ziek te worden of zelfs te overlijden tijdens extreme en lang aanhoudende hitte. Daarbij gaat het om de volgende doelgroepen:
Ouderen: zij hebben vaak een minder goede lichaamstemperatuurregeling, het dorstgevoel neemt af, de nierfunctie neemt af, de transpiratiefunctie neemt af en de reservefunctie van hart en longen neemt af.
Mensen met een zwakke gezondheid of chronische ziekten, zoals zorgvragers met hart-, vaat- en longaandoeningen en diabetespatiënten: Vanwege medicijngebruik, bedlegerigheid en/of een verstoord honger en dorstgevoel lopen deze mensen een extra risico.
Baby’s en peuters: zij zijn voor drinken en verkoeling volledig afhankelijk van zorgverleners, waardoor ze een risicogroep vormen.
Aanhoudende en/of extreme hitte brengt voor deze doelgroepen 2 gevaren met zich mee:
uitdroging en
een warmteberoerte.

Uitdroging
Verschijnselen

Hevige dorst
Extreme vermoeidheid
Concentratieproblemen
Misselijkheid
Overgeven
Hoofdpijn
Spierkrampen
Verhoogde hartslag

Slide 4 - Tekstslide

Verschijnselen van Uitdroging
Bij uitdroging heeft een zorgvrager te weinig vocht in het lichaam waardoor hij klachten kan krijgen zoals:
  • hevige dorst,
  • een gevoel van extreme vermoeidheid,
  • concentratieproblemen,
  • misselijkheid,
  • duizeligheid,
  • overgeven,
  • hoofdpijn,
  • spierkrampen of
  • een verhoogde hartslag.


Hoe herken ik uitdroging bij ouderen?

 

urineproductie/concentratie
droge tong/lippen/mondslijmvlies
obstipatie
tachypneu
tachycardie (zwak)
diepliggende ogen
koude armen en benen
weinig of niet transpireren, terwijl het warm is
verminderde huidturgor
verwardheid
sufheid

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmteberoerte/
heatstroke
  • extreem hoge lichaamstemperatuur (hoger dan 40 ºC);
  • hoge hartslag (120 tot 200 slagen per minuut);
  • snelle ademhaling of stoornissen in de ademhaling;
  • veranderingen aan de huid, zoals een rode, droge en warme huid, en een koude bleke huid (al is de lichaamstemperatuur hoog);
  • niet zweten;
  • verward gedrag;
  • epileptische aanval;
  • daling van het bewustzijn of verlies van bewustzijn.

Slide 6 - Tekstslide

Warmteberoerte
Bij een warmteberoerte kan de lichaamstemperatuur stijgen tot boven de 40 ºC. Warmteberoertes komen vooral voor op de 4e dag van een hittegolf. Bij een warmteberoerte kan het lichaam van de zorgvrager de warmte niet voldoende kwijt via straling en zweet. Het lichaam raakt oververhit en door hoge temperatuur stolt eiwit in de lichaamscellen. Dit veroorzaakt onherstelbare schade aan de weefsels en organen in het lichaam. Te laat ingrijpen kan leiden tot de dood. Een warmteberoerte wordt ook wel heatstroke genoemd, en komt vaker voor bij ouderen, omdat het lichaam door ouderdom niet meer zo efficiënt kan reageren op veranderingen van temperatuur en dus ook niet op extreme hitte. Ook kan een warmteberoerte voorkomen bij heftige inspanning.
De belangrijkste klachten en symptomen van een warmteberoerte zijn:
extreem hoge lichaamstemperatuur (hoger dan 40 ºC);
hoge hartslag (120 tot 200 slagen per minuut);
snelle ademhaling of stoornissen in de ademhaling;
veranderingen aan de huid, zoals een rode, droge en warme huid, en een koude bleke huid (al is de lichaamstemperatuur hoog);
niet zweten;
verward gedrag;
epileptische aanval;
daling van het bewustzijn of verlies van bewustzijn.
Handelingswijze bij een warmteberoerte (wat denken jullie?)
Wanneer je vermoedt dat een zorgvrager een warmteberoerte heeft, sla dan meteen alarm door 112 of de spoedeisende hulp te bellen.
Start vervolgens snel met koelen, om ervoor te zorgen dat de lichaamscellen niet verder beschadigd worden. Het is daarbij belangrijk dat niet alleen de huid wordt gekoeld, maar ook de binnenkant van het lichaam. Koel met name de gebieden van het lichaam waar de grote bloedvaten aan de oppervlakte liggen, zoals onder de oksels, in de liezen en in de nek van de zorgvrager. Je kunt koelen met water of natte lappen.
Leg de zorgvrager op de zij en/of breng hem naar een koele ruimte (bijvoorbeeld door airco of een ventilator).
Blijf de vitale functies controleren en meet iedere vijf minuten de lichaamstemperatuur.
Wanneer de zorgvrager niet ademt is, start je met reanimeren.

Handelingswijze heatstroke

Slide 7 - Woordweb

Handelingswijze bij een warmteberoerte 
Wanneer je vermoedt dat een zorgvrager een warmteberoerte heeft, sla dan meteen alarm door 112 of de spoedeisende hulp te bellen.
Start vervolgens snel met koelen, om ervoor te zorgen dat de lichaamscellen niet verder beschadigd worden. Het is daarbij belangrijk dat niet alleen de huid wordt gekoeld, maar ook de binnenkant van het lichaam. Koel met name de gebieden van het lichaam waar de grote bloedvaten aan de oppervlakte liggen, zoals onder de oksels, in de liezen en in de nek van de zorgvrager. Je kunt koelen met water of natte lappen.
Leg de zorgvrager op de zij en/of breng hem naar een koele ruimte (bijvoorbeeld door airco of een ventilator).
Blijf de vitale functies controleren en meet iedere vijf minuten de lichaamstemperatuur.
Wanneer de zorgvrager niet ademt is, start je met reanimeren.

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Praktijksituatie
Wanneer Willemijn, verpleegkundige, bij meneer De Koning (92 jaar, diabetespatiënt) op de kamer komt, treft ze meneer slap hangend in zijn stoel aan. Zijn lichaam maakt schokkende bewegingen, zijn huid is rood en hij praat wartaal. Willemijn roept zijn naam, waarop meneer nauwelijks reageert. Ze loopt gauw naar meneer De Koning toe om zijn pols te voelen. Ze merkt dat meneer een erg hoge lichaamstemperatuur heeft en een heel snelle ademhaling. Het is de derde dag van een hittegolf en al gauw begrijpt Willemijn dat meneer waarschijnlijk een warmteberoerte heeft. 
Wat doe jij als verpleegkundige?

Slide 9 - Tekstslide

Meteen slaat ze intern alarm, zodat 112 gebeld kan worden.
Vervolgens legt ze meneer op de grond, en begint zijn
lichaam te koelen met natte koude doeken in zijn liezen, oksels en nek. Inmiddels is er een collega bij gekomen die de
deur sluit en de ventilator aanzet.
Na vijf minuten is de ambulance er en wordt de zorg overgenomen, waarna meneer De Koning naar het ziekenhuis wordt gebracht.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nationaal Hitteplan
Drie fasen;
1 De waakzaamheidsfase
2 De voorwaarschuwingsfase
3 De waarschuwingsfase

Preventie bij extreme en/of aanhoudende hitte





Slide 11 - Tekstslide

Nationaal Hitteplan
Juist omdat binnen de zorg jaarlijks veel slachtoffers vallen als gevolg van extreme hitte, heeft het RIVM op verzoek van het ministerie van VWS in 2007 het Nationaal Hitteplan opgesteld. In het Nationaal Hitteplan staat beschreven welke verantwoordelijkheden verschillende organisaties hebben tijdens een periode van extreme/aanhoudende hitte. Sinds de invoering van het Hitteplan is het plan ieder jaar gebruikt en continu geëvalueerd en bijgesteld. In samenwerking met het KNMI wordt er ook voor gezorgd dat aanhoudende hitte nauwkeuriger kan worden voorspeld, zodat er sneller alarm kan worden geslagen: al wanneer er sprake gaat zijn van vier dagen hitte (in plaats van vijf).
Het Nationaal Hitteplan is onderverdeeld in drie fasen:
De waakzaamheidsfase. Deze fase is vanaf 1 juni tot 1 september van kracht. Organisaties moeten zich voor de zomer paraat maken voor een periode van aanhoudende hitte, door bijvoorbeeld de interne afspraken na te lopen en bepaalde zaken op orde te brengen.
De voorwaarschuwingsfase. Deze fase wordt van kracht wanneer de kans op aanhoudende hitte klein, maar aanwezig is. Dan wordt het RIVM door het KNMI op de hoogte gesteld. Vervolgens wordt een voorwaarschuwingsbericht gestuurd naar de contactpersonen van de hittemailing, zodat organisaties zich kunnen voorbereiden op een eventuele hitteperiode. Het algemene publiek wordt nog niet gewaarschuwd.
De waarschuwingsfase. Wanneer er werkelijk een aanhoudende periode van hitte voorspeld wordt, gaat de voorwaarschuwingsfase over in een waarschuwing, en dan is het Nationaal Hitteplan geactiveerd. Over het algemeen is dit meer dan 24 uur van tevoren bekend. De organisaties kunnen dan in actie komen.
Voor meer informatie: www.rivm.nl, Nationaal Hitteplan, versie 2015.
Preventie bij extreme en/of aanhoudende hitte
Organisaties kunnen op verschillende manieren handelen om ervoor te zorgen dat zorgvragers en personeel gezond blijven en goed kunnen blijven functioneren tijdens extreem warme periodes.
Gebouwen en woningen
Allereerst is het belangrijk dat gebouwen goed gelucht en geventileerd worden, dat de zonwering in de morgen al omlaag gaat (voor het binnen heet wordt), en dat er iets wordt gedaan aan klimaatbeheersing. Je kunt hierbij denken aan het gebruikmaken van airconditioning en/of ventilatoren.
Persoonlijke zorg bij hitte
Bij extreme en aanhoudende warmte is het vooral erg belangrijk dat de zorgvrager veel drinkt: met name water en mineraalhoudende dranken, zoals bouillon en vruchtensappen. Het is beter om alcohol en dranken met veel suiker te vermijden. Andere zaken die ook belangrijk zijn bij aanhoudende hitte:
goed, gezond en regelmatig eten;
extra letten op de houdbaarheid van eten;
luchtige kleding en
goed insmeren met zonnebrand;
geef de zorgvrager verkoeling door middel van bijvoorbeeld een nat washandje of plantenspuit;
zorg dat de zorgvrager binnen blijft op het heetst van de dag (tussen 12 en 16 uur);
zorg voor luchtig beddengoed;
zorg dat de zorgvrager voldoende rust neemt en geen heftige inspanningen doet (je kunt bijvoorbeeld een siësta laten houden);
eventueel kan tijdelijk het medicijngebruik worden aangepast, wanneer dit invloed heeft op de vochthuishouding.

Wat is vermissing/ontvluchting?
'een incident waarbij een patiënt het kliniekgebouw of het terrein zonder toestemming heeft verlaten, dan wel tijdens beveiligd transport is ontvlucht'


Vermissingsincidenten zijn onder te verdelen in:
  • dwalen
  • weglopen/niet terugkeren
  • ontvluchting aan begeleiding
  • ontvluchting uit een gesloten setting
  • anders (zaken die niet bij bovenstaande vier onderdelen zijn onder te brengen)

Slide 12 - Tekstslide

Vermissing of ontvluchting komt met name voor in de psychogeriatrie, wanneer bijvoorbeeld een verwarde zorgvrager de zorginstelling op een onbewaakt ogenblik verlaat en gaat dwalen. Maar ook in de geestelijke gezondheidszorg komt ontvluchting voor. Bijvoorbeeld wanneer een zorgvrager niet meer wil meewerken aan een behandeling die hij volgt in een (gesloten) instelling, en wegloopt (onttrekking aan de zorg). Als een zorgvrager ontvlucht of vermist wordt, kan dat een gevaar vormen voor hemzelf en/of de omgeving. Een verwarde zorgvrager kan bijvoorbeeld agressief gedrag vertonen en daardoor zichzelf en/of andere mensen in gevaar brengen. Maar een demente oudere kan bijvoorbeeld ook een drukke straat oversteken, of een suïcidale zorgvrager kan met zijn plannen zichzelf en vele andere mensen in gevaar brengen.

Hoe te handelen bij vermissing
  • Stel je leidinggevende en de receptie (als die er is) op de hoogte dat de zorgvrager zoek is.
  • Doorzoek alle ruimtes in de zorginstelling (ook kasten, toiletten enzovoort) en de omgeving van de zorginstelling.
  • Ga na wie de zorgvrager als laatste heeft gezien en waar.
  • Waarschuw collega’s en mensen in de buurt om uit te kijken naar de zorgvrager, gebruik hierbij een foto van de zorgvrager.
  • Denk intussen na waar de zorgvrager zou kunnen zijn of naartoe gegaan zou kunnen zijn (bijvoorbeeld bij een vriend/vriendin of familielid).
  • Indien de zorgvrager na één uur nog niet terecht is, informeer dan het management van de zorginstelling, licht de familie in, en schakel de politie in.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Casus doornemen
Samenwerking met de politie
Indien de vermissing een geval van spoed is, dan bel je natuurlijk meteen 112, zodat de politie meteen in actie kan komen. Maar ook wanneer het bij de zorginstelling bekend is waar de zorgvrager zich bevindt, en dat hij zich stevig zal verzetten wanneer hij verzocht wordt om mee terug te gaan naar de zorginstelling (door het gebruiken van geweld of door op de vlucht te slaan bijvoorbeeld), kan de zorginstelling de politie inschakelen en om assistentie vragen.
Formulier ‘Aanmelding vermissing’
Voor vermissingen zonder directe spoed hanteert de politie sinds 1 juli 2015 een digitale melding van vermissingen. Dit gaat via een online meldingsformulier, dat de zorginstelling moet invullen. Officieel gezien is de directeur van de zorginstelling verantwoordelijk voor het opgeven van de vermissing, maar meestal is de behandelende collega degene die de vermissing opgeeft. Dit kan per zorginstelling verschillen. Op het formulier wordt gevraagd om de volgende gegevens:
de gegevens van de zorginstelling;
de basisgegevens van de vermiste zorgvrager, zoals naam, leeftijd, nationaliteit, medicatie enzovoort;
overige informatie van de vermiste zorgvrager, zoals of hij vervoer heeft, of hij een identiteitsbewijs op zak heeft enzovoort.;
signalement van de zorgvrager (hoe ziet hij eruit?);
historie; is de zorgvrager al eerder vermist geweest.
Op het formulier kan een digitale foto van de zorgvrager worden toegevoegd als bijlage. Zorg daarom dat van iedere zorgvrager een digitale (en recente!) foto in het dossier beschikbaar is. Vanaf het moment dat een zorgvrager is opgegeven bij de politie als vermist, is de politie de opsporende instantie, en bepaalt de politie hoe zij de zorgvrager gaan opsporen.
In sommige (uitzonderlijke gevallen) wordt bij een vermissing bepaalde media ingezet, zoals televisie, Burgernet, of Amber Alert, maar ook Twitter en Facebook worden tegenwoordig vaak gebruikt bij vermissing.
Afmelding van de vermissing
Wanneer een zorgvrager weer terecht is, kan de vermissing weer online worden afgemeld via het formulier ‘Afmelden vermissing’. Wanneer de politie de zorgvrager heeft teruggevonden, zorgen zij er ook voor dat de zorgvrager terugkomt in de zorginstelling. Soms is bij de zorginstelling intussen bekend geworden waar de zorgvrager verblijft en haalt de zorginstelling de zorgvrager zelf terug.

Wat is de definitie van een calamiteit?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke calamiteiten komen in zorginstellingen het vaakst voor?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg van de oefenopdrachten
Digibib consortium

  • Waar kan ik digibib vinden: https://digibib.consortiumbo.nl/
  • Uitleg oefenopdrachten
  • Waar moeten de opdrachten aan voldoen (richtlijnen)
  • Wie beoordeelt de oefenopdrachten
  • Waar lever ik de oefenopdrachten in





Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Serie 21 oefenopdrachten werkproces 7

1 oefenopdracht kiezen voor deze periode. (V-1, 2, 3, 4 of 5)