P3 - Week 5 - Logisch positivisme, verificatie en falsificatie

P3 - Week 5 - Verificatie en falsificatie
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

P3 - Week 5 - Verificatie en falsificatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de onderstaande 
Vandaag:
  • Terugblik: verklaren of begrijpen?
  • Wat is wetenschap en wat niet?
  • Antwoord 1: verificatie
  • Antwoord 2: confirmatie
  • Antwoord 3: falsificatie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de onderstaande 
Leerdoelen
16) Ik ken het uitgangspunt van het logisch positivisme.
17) Ik kan verificatie als demarcatiecriterium toepassen en bekritiseren.
18) Ik kan falsificatie als demarcatiecriterium toepassen en uitleggen dat theorieën hierbij nooit bewezen kunnen worden volgens Popper.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

>>>1) Is Liesbeth van Dijks voorspelling volgens jou wetenschappelijk?


Ja, want net als bij andere wetenschappelijke theorieën.... (overeenkomst)

Nee, want anders dan bij wetenschappelijke theorieën.... (verschil)
Werkblad 1

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Afbakening, begrenzing.

In wetenschapsfilosofie:
Hoe bepaal je wat wetenschap is en wat niet?

3 antwoorden:
  • Verificatie (Logisch positivisme)
  • Confirmatie (logisch positivisme)
  • Falsificatie (Karl Popper)
Demarcatie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

>>>2a) Wetenschappelijk of niet?
Werkblad 2a
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Lees nu 7.2.5. 
Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Moritz Schlick Rudolf Carnap    Otto Neurath  Hans Hahn       Philipp Frank
 
  
Wiener Kreis
  • De Weense kring
  • ca. 1920-1940
  • Begin wetenschapsfilosofie als discipline
  • logisch positivisme/logisch empirisme

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Wiener Kreis en het logisch positivisme
> Eenheid van wetenschap:
elke wetenschappelijke theorie is gebaseerd op dezelfde methoden en kan uit eindelijk uitgedrukt worden in termen van waarneembare zaken.

Geen onderscheid tussen geestes- en natuurwetenschappen! 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Het verschil tussen wetenschap en pseudo-wetenschap valt samen met het verschil tussen zinvolle en zinloze eigenschappen.


  


Wiener Kreis en het logisch positivisme

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Het verschil tussen wetenschap en pseudo-wetenschap valt samen met het verschil tussen zinvolle en zinloze eigenschappen.


  


Wiener Kreis en het logisch positivisme
Zinvolle uitspraken zijn altijd te herleiden tot 
empirische bevindingen. (deze muur is rood, het gras is groen)
of... 
uitspraken die daar logisch uit kunnen worden afgeleid. (de muur is niet het gras)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Logisch positivisme:
Zinvolle uitspraken zijn altijd te herleiden tot 
     > empirische bevindingen. (deze muur is rood, het gras is groen)
Of
     > uitspraken die daar logisch uit kunnen worden afgeleid. (de             muur is niet het gras)
  


Als je zegt “Ik weeg 75 kg” is dat zinvol als je ermee bedoelt: “Als ik op de weegstaal sta, raakt het puntje van de wijzer het getal 75.”
Als je zegt “Het is lekker weer vandaag” is dat zinvol als je ermee bedoelt ………
Als je zegt “Ik heb superveel respect voor corona”….

Wiener Kreis en het logisch positivisme

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Hoe bepaal je wat wetenschap is en wat niet?
Antwoord 1: verificatie
Een uitspraak is alleen zinvol, en daarmee wetenschappelijk, als deze bevestigd kan worden.

Dat betekent: we kunnen aan de hand van zintuiglijke ervaringen en logica bewijzen of de uitspraak waar of onwaar is.



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

  • Lees 7.2.5
  • Maak werkblad 2b) Wetenschappelijk of niet volgens de logisch positivisten?
Aan de slag

Slide 14 - Tekstslide

Lees nu 7.2.5. 
Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Kritiek op het verificatiecriterium
Kritiek: het verificatiecriterium is te streng.
  • Uitspraken als “water kookt op 100 graden”, “de snelheid van het licht is 300.000 km/s” zijn niet wetenschappelijk volgens dit principe.
  • Sterker nog, het inductieprobleem maakt onder dit principe álle natuurwetten onwetenschappelijk.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Kritiek op het verificatiecriterium
Kritiek: het verificatiecriterium is te streng.
  • Uitspraken als “water kookt op 100 graden”, “de snelheid van het licht is 300.000 km/s” zijn niet wetenschappelijk volgens dit principe.
  • Sterker nog, het inductieprobleem maakt onder dit principe álle natuurwetten onwetenschappelijk.

Bijv. 'Alle zwanen zijn zwart.' Je kan niet waarnemen of alle zwanen nu, in het verleden én de toekomst wit zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Antwoord 2: confirmatie
Een uitspraak is alleen zinvol als we kunnen aantonen dat de uitspraak overeenkomt met (in elk geval sommige van) onze waarnemingen.

Hoe bepaal je wat wetenschap is en wat niet?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Antwoord 2: confirmatie
Een uitspraak is alleen zinvol als we kunnen aantonen dat de uitspraak overeenkomt met (in elk geval sommige van) onze waarnemingen.


  • Ook veel pseudowetenschappen zullen als zinvol worden bestempeld..
  • Bijv. Als Mars en Jupiter in één lijn staan, zal je succes ervaren.
Hoe bepaal je wat wetenschap is en wat niet?
> Kritiek: het confirmatiecriterium is te soepel

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

  • Maak werkblad 3a en 3b
Aan de slag

Slide 19 - Tekstslide

Lees nu 7.2.5. 
Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Denkvragen
Wat zou een logisch positivist van religie vinden?
 
Is het logisch positivisme van toepassing op alle soorten wetenschap?

Is er volgens jou 'eenheid van wetenschap'?

Welke conclusie kunnen we trekken over verificatie of confirmatie als middel om te bepalen wat wetenschap is en wat niet?
 


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Psychische problemen ontstaan als er geen balans is tussen de drie delen van de geest door onbewuste onverwerkte jeugdtrauma’s, onvervulde verlangens, verdrongen gedachtes en onopgeloste problemen.

Stel dat...
 


Freuds theorie van de menselijke geest

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

 In welk geval kan je zeggen dat de theorie van Freud klopt? 
Als de patiënt de analyse accepteert of juist als hij tegenstribbelt?


 


Freuds theorie van de menselijke geest

Slide 22 - Tekstslide

Stel Freud krijgt iemand op zijn bank met psychische problemen en Freud geeft een onbewuste verlangen als verklaring voor de droom.

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Antwoord 3: falsificatie
Een theorie is alleen wetenschappelijk als die voorspellingen doet die in principe weerlegbaar zijn.


Hoe bepaal je wat wetenschap is en wat niet?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Antwoord 3: falsificatie
Een theorie is alleen wetenschappelijk als die voorspellingen doet die in principe weerlegbaar zijn.

Dus: Een theorie die door geen enkele waarneming weerlegd kan worden is onwetenschappelijk.
  • Wetenschap probeert theorieën te ontkrachten.
  • Pseudowetenschap probeert theorieën te bevestigen.
  • Wetenschap stelt zich kwetsbaar op.
  • Pseudowetenschap niet. 
Hoe bepaal je wat wetenschap is en wat niet?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

  • Maak werkblad 4: falsifieerbaar of niet?
Aan de slag

Slide 26 - Tekstslide

Lees nu 7.2.5. 
Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Antwoord 3: falsificatie
Een goede wetenschappelijke theorie doet risicovolle voorspellingen: er zijn nauwkeurige voorspellingen die eenvoudig weerlegd zouden kunnen worden.


Een uitspraak is wetenschappelijker naarmate deze:
- universeler, algemener
- duidelijker
- gedetailleerder is.

Hoe bepaal je wat wetenschap is en wat niet?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Zina zal dit schooljaar haar vwo-diploma halen of zij zal dit schooljaar haar vwo-diploma niet halen.

Zina zal dit schooljaar haar vwo-diploma halen.

Zina zal dit schooljaar haar vwo-diploma halen en zij zal gemiddeld voor alle door haar gevolgde vakken afgerond het cijfer 7 hebben.

Iedereen die vanuit H5 instroomt op het vwo, waaronder Zina, zal dit schooljaar haar vwo-diploma halen en zal  gemiddeld voor alle gevolgde vakken afgerond het cijfer 7 hebben.






Antwoord 3: falsificatie
wetenschappelijker

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

Gevolg falsificatiecriterium: 
Hoe vaker een falsificatiepoging mislukt, hoe beter de theorie. 

Maar...een wetenschappelijke theorie is nooit definitief bewezen!


Antwoord 3: falsificatie

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

  • Lees 4.2.1
  • Maak werkblad 5
Aan de slag

Slide 30 - Tekstslide

Lees nu 7.2.5. 
Leerdoelen deze week
5) Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen kennisleer en wetenschap.
6) Ik kan een indeling maken van verschillende soorten wetenschap, het studieobject benoemen en hier voorbeelden bij geven.
7) Ik kan hypotheses en theorieën van elkaar onderscheiden en er voorbeelden van geven.

14) Ik ken het uitgangspunt van het logisch positivisme.

15) Ik kan verificatie als demarcatiecriterium toepassen en bekritiseren.

16) Ik kan falsificatie als demarcatiecriterium toepassen en uitleggen dat theorieën hierbij nooit bewezen kunnen worden volgens Popper.




Leerdoelen deze week

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies