1.4 Egypte, een machtige staat

Volgende week dinsdag
Proefwerk H1 
paragraaf 1 t/m 4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Volgende week dinsdag
Proefwerk H1 
paragraaf 1 t/m 4

Slide 1 - Tekstslide

Door de irrigatielandbouw was er minder voedsel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Door de irrigatielandbouw konden er nieuwe beroepen ontstaan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Een nieuw beroep was bijvoorbeeld
A
Timmerman
B
Wever
C
Pottenbakker
D
Boer

Slide 4 - Quizvraag

Egyptische goden en bestuur 
  • Honderden goden in Egypte: polytheïsme

  • De farao was de goddelijke zoon van Re. Ook stelde hij priesters aan. Zij onderhielden het contact met de goden. 

  • Geloof in dezelfde goden zorgt voor eenheid in het rijk.

Slide 5 - Tekstslide

Egyptische goden en bestuur 
  • In de tempels werden goden vereerd en offers gebracht. 

  • Zonder verering zou de zon niet schijnen en zou de Nijl droogvallen.

  • Natuurgodsdienst

Slide 6 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:

Een gebied met duidelijke grenzen, één bestuur en overal dezelfde wetten en regels.
A
Hiërogliefen
B
Belasting
C
Staat
D
Irrigatielandbouw

Slide 7 - Quizvraag

Een ...?... in het oude Egypte hielp de Farao met het uitvoeren van het bestuur
A
Prins
B
Ambtenaar
C
Leider
D
Keizer

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Welk natuurverschijnsel wordt met het verhaal van Osiris verklaard?

Slide 10 - Open vraag

Kijk naar de goden. Wat valt je op?
Ra
Seth
Sobek
Thoth
Sekhmet
Anubis

Slide 11 - Tekstslide

Leven na de dood
  • Grafkamers dus geloof in een hiernamaals.

  • Grafgiften

  • Dodenboeken




Slide 12 - Tekstslide

Het Dodenboek van Hoenefer
De negatieve biecht: We zien Hoenefer, de linkse figuur, de negatieve biecht afleggen tegenover 42 Egyptische goden, voorgezeten door Ra, die tegenover Hoenefer te zien is. Tijdens de negatieve biecht moet Hoenefer 42 zonden opnoemen die hij tijdens zijn leven niet begaan heeft.
De tweede stap is de weegschaal, dit kan je zien onder de negatieve biecht zien. Nadat Hoenefer door Anubis, de god met de jakhalskop, naar de weegschaal is begeleid, wordt zijn hart op de weegschaal gelegd tegenover een veer, het teken van Maät, de waarheid. Hier wordt getest of Hoenefer tijdens de negatieve biecht de waarheid heeft gesproken
Als dit niet het geval is slaat de weegschaal door en wordt het hart van Hoenefer gevoed aan Ammut, de verslindster, die de kop van een krokodil, het middelste van een hyena en het achterste van een nijlpaard heeft. Als dit gebeurt zal Hoenefer voor een tweede maal sterven en is het dit keer definitief.
De uitslag wordt hoe dan ook genoteerd door Thot, de god met de ibiskop.
Hoenefer doorstaat de proef met de weegschaal en wordt door Horus, de god met de valkenkop, tot voor Osiris gebracht. Dit is rechtsonder op de afbeelding te zien. Daar wordt Hoenefer verenigd met Osiris, de god van het hiernamaals en kan hij voor eeuwig leven.

Slide 13 - Tekstslide

Vallei der Koningen 
  • Koningen en hoge ambtenaren werden begraven in piramides.

  • Piramides werden gebouwd door arbeiders, die werden hiervoor beloond. 

  • Piramides werden leeggeroofd.

  • De vallei der Koningen.

Slide 14 - Tekstslide

Mummificeren
  • Het lichaam moet goed blijven.
    Men moet heelhuids het dodenrijk betreken. 


  • Alles dat ervoor zorgt dat het lichaam kan gaan rotten moet eruit (organen en vocht).

Slide 15 - Tekstslide

  • Eerst worden de organen verwijderd. Deze worden in speciale vazen gedaan: canopen.
  • Vervolgens wordt er een berg zout over het lichaam gelegd om al het vocht uit het lichaam te krijgen.

Slide 16 - Tekstslide

  • Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat
  • Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.

Slide 17 - Tekstslide

  • Het lichaam wordt na ongeveer 70-90 dagen schoongemaakt en gebalsemd met geurige olie.
  • Alle lichaamsholten worden gevuld met doeken, stro, klei en kruiden.

Slide 18 - Tekstslide

Wanneer begonnen de Egyptenaren het hiërogliefen schrift te gebruiken?
A
20.000 v.C.
B
3100 v.C.
C
300 n.C.
D
10.000 v.C

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video