5.3 Gedrag onderzoeken

Gedrag H5.3
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Gedrag H5.3

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 5.3

  • Verschillende voorbeelden kunnen noemen waarom het nuttig kan zijn om gedragsonderzoek uit te voeren.

  • Kunnen uitleggen hoe gedrag onderzocht wordt, noem hierbij ook de 4 onderzoeksstappen.

  • Je bent in staat om een ethogram en protocol te maken.

Slide 2 - Tekstslide

Waarom onderzoek je gedrag?
  • Je kunt om verschillende redenen gedrag onderzoeken.

  • Een reden kan zijn om het dier goed te leren kennen. Zodat je sneller weet of een dier zich bijvoorbeeld wel of niet prettig voelt.

  • Ook als je een dier wilt trainen, moet je weten hoe het gedrag van dit dier is.

Slide 3 - Tekstslide

Het onderdeel van de biologie dat gedrag bestudeert, heet ethologie. Hierboven zie je een etholoog.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe onderzoek je gedrag?
  • Gedrag kun je verdelen in kleine stukjes. Zo'n stukje gedrag noem je een handeling.

  • Bij het eten van bijvoorbeeld soep horen de handelingen:
'Lepel pakken'
'Lepel in de soep doen'
'Lepel in de mond doen'

  • Handelingen gebeuren in een bepaalde volgorde. Opeenvolgende handelingen heten een gedragsketen.

Slide 5 - Tekstslide

Het gedrag 'naar de baas komen' bestaat uit verschillende handelingen.

Slide 6 - Tekstslide

Ethogram
  • Een lijst met beschrijvingen van handelingen heet een ethogram.

  • Elke handeling krijgt een naam, afkorting en een omschrijving.

  • In een ethogram noteer je alleen feiten. Je beschrijft wat je ziet, maar geeft geen oordeel.

Slide 7 - Tekstslide

Onderzoeksstappen
  • Het onderzoeken van gedrag loopt in vier onderzoeksstappen:

 1. Je neemt het gedrag waar en let op verschillende handelingen. Daar maak je een lijst van.

2. Je maakt een ethogram.

3. Met behulp van het ethogram volg je het gedrag van het dier. Je noteert gedurende een bepaalde tijd elke handeling die je ziet. Zo'n lijst met waargenomen handelingen en hoe vaak deze handelingen voorkwamen, heet een protocol.

4. Het protocol geef je overzichtelijk weer in bijv. een staafdiagram.

Slide 8 - Tekstslide

Stap 1 'observeren'

Slide 9 - Tekstslide

Stap 2 'ethogram maken'

Slide 10 - Tekstslide

Stap 3 'protocol maken'

Slide 11 - Tekstslide

Stap 3 'protocol maken'

Slide 12 - Tekstslide

Stap 3 'protocol maken'

Slide 13 - Tekstslide

Stap 4 'resultaten in diagram'

Slide 14 - Tekstslide

Zelf aan de slag (H5.3)
  • Maken  5.3

Slide 15 - Tekstslide