13.4 Kou en hitte - overleven HAVO 3 2024

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Nieuwe uitleg paragraaf 3.4
- HW check


Overige deel van de les:
Vissenkoppracticum


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:
Na deze les: 

  • Kan je het verschil tussen warmbloedigen en koudbloedigen benoemen.
  • Kan je diverse vormen van aanpassingen van dieren aan een koud klimaat benoemen en toepassen.
  • Kan je diverse vormen van aanpassingen van dieren en planten aan een warm klimaat benoemen en toepassen.
  • Kan je het begrip isoleren uitleggen en diverse vormen van isolatie benoemen en toepassen.
  • Kan je het verschil uitleggen tussen een winterslaap en winterrust en dit aflezen aan de hand van grafieken.
  • Kan je uitleggen hoe het lichaamsoppervlak van invloed kan zijn op het behouden of het kwijtraken van warmte.
  • Kan je diverse vormen van aanpassingen bij planten benoemen en toepassen.  






Slide 3 - Tekstslide

Het 'Biologische momentje' van de dag...
  • Wintertenen - Perniones:
Het is een abnormale reactie van de haarvaten in de huid bij blootstelling aan kou, vooral in het voorjaar/winter/herfst. 
Vaak jeuk/pijn aan de vingers/tenen. Meestal krijg je 1 of meer donkere, rood-blauwe of paarsblauwe plekken.
Perniones wordt meer bij vrouwen dan bij mannen gezien.
  • Frost nip:
Oppervlakkige bevriezing, huid verkleurt licht en wordt hard.
  • Frost bite:
Ernstiger, huid kleurt donker en begint af te sterven.

Slide 4 - Tekstslide

Start uitleg 
13.4

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn extreme omstandigheden?
  • Levensprocessen dreigen te gaan haperen.
  • Extremen ontstaan door:
      - tekort of overdaad aan basisvoorwaarden.
      (H2O, temperatuur, licht, O2, Uv-straling, zout, zuur etc.)
  • Reactie:
      - situatie ontwijken.
      - aanpassingen ondergaan (evolutie).
  • Voordelen:
      - meer voedsel en leefruimte.
      - minder kans op roofdieren, parasieten, ziektes.

Slide 6 - Tekstslide

Welke aanpassing(en) zou je moeten hebben om in een extreem koude omgeving te overleven?

Slide 7 - Open vraag

Koudbloedig vs warmbloedig
  • Koudbloedig: 
       - Organismen nemen temperatuur van de omgeving aan.
       - Opwarmen in de zon, bij koudere temp een lagere verbranding. 

  • Warmbloedig:
     
    - lichaamstemperatuur van een bepaalde constante waarde.
     - aanpassingen om niet teveel op te warmen of af te koelen. 


Slide 8 - Tekstslide

Leven in extreme kou:
  • Onderkoeld raken → bevriezing.

  • Gevolgen:
     - enzymen werken minder → verteringsstelsel vertraagd.
     - water: transport- en oplosmiddel → cellen raken beschadigt = minder verbranding.
     - vernauwen bloedvaten = mindere doorbloeding.
     - ledematen sterven af.
     - orgaanfunctie neemt af (shut down).
     - overlijden.

Slide 9 - Tekstslide

Wat gebeurt er in je lichaam of met lichaamsprocessen bij bevriezing?
(je gaat dood is geen goed antwoord!)

Slide 10 - Open vraag

Wat te doen tegen extreme kou
  • Zelf warmte produceren → activeren spiercellen (verbranding) door:
       - bewegen (niet zweten!),
       - bibberen/klappertanden/rillen.
  • Warmteverlies voorkomen:
      - vernauwing bloedvaten.
      - isoleren d.m.v. kleding, vacht, veren, vetlaag. (Bron 2 blz. 212 KK)
      - klein lichaamsoppervlak  
         (lichaamsoppervlak in verhouding tot inhhoud organisme. (Bron 7 blz. 214 KK)
       - winterslaap of winterrust. (Bron 4 en 5 blz. 213 KK)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welke aanpassing(en) zou je moeten hebben om in een extreem droge/hete omgeving te overleven?

Slide 13 - Open vraag

Leven in extreme hitte:
  • Oververhit raken = ziekte/overlijden door UV straling of warmte.

  • Ziektebeelden:
      - huiduitslag (zonneblaasjes).
      - verkramping spieren. 
      - oedeem = zwelling lichaamsdelen door (lymfe)vocht.
      - zonnesteek = warmtehuishouding ontregeld / flauwvallen.
      - hitteberoerte = lichaamstemp. tot 40 °C - schade aan weefsels/organen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat te doen tegen extreme hitte:
  • Zelf afkoelen:
      - dunnere kleding, vacht, verenkleed of vetlaag.
      - verwijden bloedvaten huid → luchtstroom (wapperen).
      - zweten (of dieren hijgen).

  • Extern afkoelen:
      - contact koud oppervlak.
      - ‘s nachts actief.
      - schaduw.


  • Lichamelijke aanpassingen:
       - groot lichaamsoppervlak in verhouding tot volume.
       - grote oren, langere poten etc.

Slide 15 - Tekstslide

Aanpassingen van planten:
  • Water capaciteit:
       - Wortels nemen snel veel water op door uitgebreid wortstelsel onder het oppervlak.
       - Dikke bladeren/stengels voor wateropslag.
  • Verdamping tegengaan:
       - Vetlaagje.
       - Klein oppervlak (stekels i.p.v. bladeren).
       - Kleinere blaadjes – minder huidmondjes.
       - Verzonken huidmondjes (stilstaande lucht).
       - Behaard/stekels (stilstaande lucht + bescherming).
Bron 11, 12, 13 blz. 216 KK!



Slide 16 - Tekstslide

Klaar met de uitleg:
- Vragen?



Overige deel van de les:
Zelfstandig werken aan opdrachten 13.5

Slide 17 - Tekstslide