3.4 De waterkringloop

Waterkringloop
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Waterkringloop

Slide 1 - Tekstslide

planning
Herhaling 3.3
uitleg 3.4 waterkringloop
zelfstandig aan de slag
afsluiten -> met quizje + prijs
pak je:

laptop
(dicht)

Slide 2 - Tekstslide

hoe was je vakantie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

heb je nog vuurwerk afgestoken
A
Ja en hoe
B
nee, dat is kneiterduur
C
tellen knalerwtjes en sterretjes ook?
D
Ik ben nog bijna een vinger kwijtgeraakt

Slide 4 - Quizvraag

Ben je nog op vakantie geweest?
A
Ja op ski/snowboard vakantie
B
Nee ben lekker thuis gebleven (ik ook)
C
Ja ben naar een lekker warm gebied geweest

Slide 5 - Quizvraag

Heb je voor dit jaar nog nieuwe doelen gesteld (nieuwjaarsresolutie)
'new year new me'
A
Jazeker
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

ben je in de vakantie al begonnen met leren
A
nee natuurlijk niet
B
ja ik ga een 10 halen
C
nou een beetje

Slide 7 - Quizvraag

de seizoenen zijn er dus omdat:
A
de aarde draait
B
de aarde rond is
C
de aarde scheef staat
D
de aarde om zon draait

Slide 8 - Quizvraag

Als het 21 Juni is waar staat de zon dan loodrecht op?
A
Steenbokskeerkring (23.5 Z.B.)
B
Kreeftskeerkring (23.5 N.B.)

Slide 9 - Quizvraag

Als het 21 december is het dan op de noordpool pooldag?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

laptop dicht

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaak van de seizoenen:
de aarde staat schuin en draait om de zon
Bekijk het filmpje over de seizoenen

Slide 12 - Tekstslide

Wat leer je deze lessen?
  • Je weet het verschil tussen zoet en zout water en waar het voorkomt. 
  • Je kunt de drie fasen van water benoemen. 
  • Je kunt de korte en de lange waterkringloop uit leggen met de bijbehorende begrippen.
  • Je kunt uitleggen hoe drie vormen van neerslag ontstaan.

Slide 13 - Tekstslide

De  waterkringloop
  • De voortdurende verplaatsing van water over de aarde heet kringloop van het water. 
  • De  waterkringloop wordt aangedreven door de zon.

Slide 14 - Tekstslide

Korte waterkringloop

Slide 15 - Tekstslide

Water, waterdamp en ijs
Water (H2O) komt voor in drie toestanden:
  1. Vast (sneeuw en ijs)
  2. Vloeibaar (water)
  3. Gasvormig (waterdamp)

Elke dag gaan er grote hoeveelheden water van de ene toestand in de andere = waterkringloop

Slide 16 - Tekstslide

Hoe ontstaat neerslag?
  1. water wordt verwarmd
  2. water verdampt
  3. warme lucht met waterdamp stijgt op
  4. warme lucht met waterdamp koelt af
  5. afgekoelde waterdamp vormt stoom/wolken

Slide 17 - Tekstslide

Soorten neerslag
Stijgingsregens:
  • Warme lucht is licht en stijgt op.
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp zal vervolgens gaan condenseren.
  • Er ontstaan wolken.
  • Komt waar voor?

Slide 18 - Tekstslide

Soorten neerslag
  • Lucht wordt tegen de berg omhooggestuwd (loefzijde)
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp condenseert en het gaat regenen =stuwingsregen.
  • Aan de andere kant ligt de lijzijde .
  • Daar daalt de lucht en warmt op.
  • Hier blijft het droog =  regenschaduw

Slide 19 - Tekstslide

Soorten neerslag
Frontale regens (=botsing van twee luchtsoorten):
Passeren koufront:
  • De zwaardere koude lucht dringt onder de lichtere warme lucht.
  • Warme lucht stijgt snel op,  koelt af en condenseert: regen.
  • Kort + buien

Passeren warmtefront:

  • De warme lucht schuift over de koude lucht.
  • Langduring + (mot)regen

Slide 20 - Tekstslide

wie weet hoeveel zoetwater de wereld heeft (procentueel)?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

zelfstandig aan de slag
maak de oefentoets op lessonup.app

Klaar? -> eerst nakijken (antwoordenboek op de elo)

daarna -> geogeussr, lichess/chess.com, https://www.topomania.net/ of aan een ander vak werken

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Waar op deze foto zie je zoetwater?
In de....
A
Zeeën
B
Oceanen
C
Atmosfeer

Slide 27 - Quizvraag

Op aarde is er meer?
A
Zoet water
B
Zout water

Slide 28 - Quizvraag

Het meeste zoete water is...
A
bevroren
B
grondwater
C
in rivieren
D
in meren

Slide 29 - Quizvraag

gas
vloeibaar
vast

Slide 30 - Sleepvraag

Welke waterkringloop is dit?
A
Kort
B
Lang

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de waterkringloop?
A
De voortdurende verplaatsing van water over de aarde
B
De voortdurende verplaatsing van water door de lucht
C
Het geheel van verdamping en condensatie
D
Water dat in een kringetje over de aarde verdeeld is

Slide 32 - Quizvraag

De waterkringloop wordt aangedreven door ...
A
Rivieren
B
Gletsjers
C
Verdamping
D
De zon

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de korte waterkringloop?
A
De waterkringloop boven een rivier
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
De waterkringloop in de wolken

Slide 34 - Quizvraag

Welke fase heeft het water op deze foto?

Slide 35 - Open vraag

Hoe heet de overgang van vast naar vloeibaar?

Slide 36 - Open vraag

Hoe noem je het als water van de gas in vloeibaar verandert?

Slide 37 - Open vraag

Hoe noem je het als water van vloeibaar in gas verandert?

Slide 38 - Open vraag

Heb je de stof begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll