3 GT - Reading file

English lesson - M3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

English lesson - M3

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert welke tekstdoelen en tekstsoorten er zijn en kunt ze herkennen aan de hand van een afbeelding.
  • Je leert hoe je een gap-filling exercise moet maken.

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk nu eerst de korte instructievideo. 
Nadat je de video bekeken hebt maak je de matching opdracht en de meerkeuze vragen die er achteraan komen. 

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Tekstsoort

  1. Roman, strip, kort verhaal, mop, column
  2. Gebruiksaanwijzing, folder, recept, nieuwsbericht, geboortekaartje
  3. Ingezonden brief, column (soms)
  4. Reclamefolder, affiche, advertentie
Tekstdoel

1. Amuseren 

2. Informeren


3. Overtuigen
4. Overhalen/activeren

Slide 5 - Tekstslide

Welke items horen bij welk tekstdoel?
Informeren
Amuseren
Overtuigen
Overhalen/
activeren
Informatieve tekst
Amuserende tekst
Meninggevende tekst
Aansporende tekst

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van de schrijver van de tekst hiernaast?
Click picture to zoom
A
Informeren/instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 13 - Quizvraag

Leesvaardigheid - gap text
In een gap text moet je zelf een woord invullen om de zin kloppend te maken. Waar let je op?

  • Waar gaat de zin over?
  • Wat voor soort woord moet je invullen? (werkwoord, zelfstandig naamwoord, signaalwoord?)
  • Bij multiple choice: wat betekenen de woorden waaruit je kunt kiezen? Weet je dat niet? Zoek het dan op!

Slide 14 - Tekstslide

Welk woord hoort er in de eerste gap?
A surfer fought off a Great White Shark by repeatedly punching it in the face after it bit his arm and sunk its __(1)__ into his surfboard.
Nick Minogue, 60, from Auckland, New Zealand, was trying to catch some __(2)__ at Pauanui Beach on Saturday when his morning was interrupted by a three-metre long visitor with a fin.


Slide 15 - Open vraag

Welk woord hoort er in de tweede gap?
A surfer fought off a Great White Shark by repeatedly punching it in the face after it bit his arm and sunk its __(1)__ into his surfboard.
Nick Minogue, 60, from Auckland, New Zealand, was trying to catch some __(2)__ at Pauanui Beach on Saturday when his morning was interrupted by a three-metre long visitor with a fin.


Slide 16 - Open vraag

Airtravel
Je gaat een gap filling exercise maken. In de tekst zitten 9 gaps, bij iedere gap kies je welk woord erin past. 

Slide 17 - Tekstslide

Which word fits gap #1?
Click text to zoom
A
the
B
a
C
one

Slide 18 - Quizvraag

Which word fits gap #2?
Click text to zoom
A
fly
B
flown
C
flew

Slide 19 - Quizvraag

Which word fits gap #3?
Click text to zoom
A
in
B
at
C
through

Slide 20 - Quizvraag

Which word fits gap #4?
Click text to zoom
A
lot
B
many
C
few

Slide 21 - Quizvraag

Which word fits gap #5?
Click text to zoom
A
fast
B
faster
C
fastest

Slide 22 - Quizvraag

Which word fits gap #6?
Click text to zoom
A
must
B
should
C
could

Slide 23 - Quizvraag

Which word fits gap #7?
Click text to zoom
A
between
B
from
C
of

Slide 24 - Quizvraag

Which word fits gap #8?
Click text to zoom
A
with
B
on
C
by

Slide 25 - Quizvraag

Which word fits gap #9?
Click text to zoom
A
them
B
their
C
they

Slide 26 - Quizvraag