2-4 Elektriciteit en veiligheid (2.4)

Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat de volgende begrippen betekenen:
  • Lichaamsweerstand en contactweerstand
  • Enkele en dubbele isolatie
  • Zekering
  • Aardlekschakelaar
  • Randaarde
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat de volgende begrippen betekenen:
  • Lichaamsweerstand en contactweerstand
  • Enkele en dubbele isolatie
  • Zekering
  • Aardlekschakelaar
  • Randaarde

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Gevaren:
  • Als leidingen teveel stroom 
       verwerken, kunnen ze zo 
       heet worden dat er brandt 
       onstaat.
  • Als je een geleidend voorwerp 
       aanraakt krijg je een schok.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Stroom door je lichaam
- Als de stroom door je lichaam 
   klein blijft, heb je zelf beheer 
   over je spieren. 

- Als de stroom door je lichaam 
   te groot is dan kan je je spieren 
   niet meer ontspannen.

Slide 7 - Tekstslide

Lichaamsweerstand en contactweerstand

Hoe groot de stroom is hangt af van twee dingen:
1 - Hoe groot de spanning is
2 - Hoe groot de weerstand in je lichaam is

Totale weerstand is lichaamsweerstand en contactweerstand

Droge huid = lage contact weerstand en natte huid =hoge contactweerstand

Slide 8 - Tekstslide

Enkele en dubbele isolatie
  • Draden in huisinstallatie zijn gekozen om 16 A stroom gemakkelijk door te laten. 
  • Daar omheen zit een isolatielaag van pvc.
  • Dit voorkomt dat je een schok krijgt of dat er een kortsluiting is.
  • Sommige apparaten hebben dubbele isolatie

Slide 9 - Tekstslide

Veiligheidsvoorziening meterkast --> ZEKERING
- Voor elke groep een eigen groepszekering (installatieautomaat: hefboompje dat 'omklapt')
- Als de stroom groter wordt 
   dan 16 A, schakelt groep-
   zekering de stroom uit.
- Dit voorkomt een brand.

Slide 10 - Tekstslide

Aardlekschakelaar
- Vergelijkt de stroom in de fasedraad met de stroom in de nuldraad.
- Als ze even groot zijn is het normaal, en laat de aardlekschakelaar de stroom gewoon door.
- Is het verschil groter dan 30 mA, 
   schakelt die de stroom uit.

Slide 11 - Tekstslide

Randaarde
- Voorkomt dat de lekstroom langs iemands lichaam loopt.
- Daarom loopt er een groen-gele aarddraad van de buitenkant 
   van het apparaat via het snoer naar de rand van het 
   stopcontact, en van daar verder 
   naar de aardrail in de meterkast.

Slide 12 - Tekstslide

Samenvatting
  • Als de weerstand van stroom door je lichaam kleiner wordt, dan wordt de stroomsterkte juist groter (bv. natte handen).
  • Zekering - Schakelaar slaat om als de stroom door een groep meer van 16 A is.
  • Aardlekschakelaar - Schakelaar slaat om als het verschil van de stroom tussen de fasedraad en nuldraad meer dan 30mA is. De randaarde neemt de lekstroom weg.

Slide 13 - Tekstslide