2B - di261021

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Grammaire
  • Au travail
  • Les devoirs


Slide 2 - Tekstslide

Grammaire - bezittelijk voornaamwoord
Dat is mijn neef. 
Zij zag haar buren lopen. 

  • Bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. (mijn, jouw, hun)

Slide 3 - Tekstslide

Grammaire - bezittelijk voornaamwoord
C'est mon père
C'est ma mère
Ce sont mes parents

  • In het Nederlands kijk je alleen naar van wie iets is
  • In het Frans kijk je ook naar het geslacht van het woord erachter (mnl, vrl, mv)

Slide 4 - Tekstslide

Enkelvoudsvormen
mijn
jouw
zijn/haar
mannelijk
mon
ton
son
vrouwelijk
ma
ta
sa
meervoud
mes
tes
ses

Slide 5 - Tekstslide

Enkelvoudsvormen
Attention!

  • C'est ma amie       c'est ma amie       c'est mon amie
  • Bij stomme h/klinker en vrouwelijk woord, altijd de mannelijke vorm


Slide 6 - Tekstslide

Enkelvoudsvormen
Attention!

  • C'est son copain        het is zijn vriend
                                        het is haar vriend

Son/sa/ses kan zowel zijn als haar betekenen.
Goed kijken naar de rest van de zin!

Slide 7 - Tekstslide

Even oefenen ... 
  1. .... frère habite au Maroc (mijn)
  2. .... parents n'aiment pas la pizza (zijn) 
  3. .... maison est très grande (hun, vrl) 
  4. .... famille est sympa (onze) 
  5. .... train est en retard (jouw) 

Slide 8 - Tekstslide

Au travail
Exercice 30ade, 31 


Slide 9 - Tekstslide

Les devoirs
Mercredi 27 octobre

Apprendre: blokje F
Faire: ex. 30ade, 31 + stencil 





Slide 10 - Tekstslide