Datacommunicatie en netwerken : 4 Hub Switch Router Modem

Datacommunicatie en Netwerken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaWOStudiejaar 4,5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Datacommunicatie en Netwerken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fundament
Dit onderdeel beslaat twee gedeeltes van Fundament:

E1 hoofdstuk 6:

L1 hoofdstuk 1 en 2:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hub, Switch, AP, Router, Modem
Hub = "dom" apparaat, grote kans op vertraging

Switch = efficiënter dan een hub, begeleid het data verkeer
Access point = zelfde als een switch, maar dan draadloos

Router = verbindt netwerken met elkaar
Modem = verbindt een netwerk met het internet

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modem = modulator en demodulator apparaat

Tegenwoordig zitten Switch, Access point, Router en Modem vaak in hetzelfde apparaat

Wat van belang is dat je begrijpt wat de verschillende functies zijn van deze apparaten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een Hub "dom"?
  • hij kijkt niet voor wie wat bestemd is
  • hij stuurt alles* naar alle verbonden apparaten

* "alles" zijn zgn. packets
Al het internet verkeer gaat via packets. 
Packets zijn kleine stukjes data.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modem
Een modem maakt verbinding met het internet

Tegenwoordig bevatten de meeste routers een modem

In de jaren 90 was het normaal om een zgn "dial up modem" te hebben. Het internet verliep via de telefoonlijn en ook was de snelheid veel lager

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Layer 1: (fysiek) Hub
Layer 2: (data) Modem, Switch, Accesspoint
Layer 3: (netwerk) Router

Modem = modulator en demodulator apparaat
Wat zijn die lagen? Dat is onderdeel van het OSI model

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OSI model
O = Open
S = Systems
I = Interconnection

Je moet weten dat
er verschillende
layers zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OSI model
O = Open
S = Systems
I = Interconnection

Je moet weten dat
er verschillende
layers zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord is juist?

Een MAC adress is ...
A
hetzelfde als een IP
B
niet iets wat je smartphone heeft
C
een adres dat alleen computers hebben
D
een adres dat elke NIC heeft

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord is juist?

Een Switch en een Router hebben EXACT dezelfde functies in een netwerk
A
ja, eigenlijk wel
B
nee, ze opereren op verschillende lagen
C
nee, de een is slim en de ander dom
D
ja, dat heeft de meester gezegd

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is onderstaande bewering juist?

Een Router stuurt alle packets
naar alle apparaten in het netwerk
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is onderstaande bewering juist?

Een Switch stuurt alle packets
naar alle apparaten in het netwerk
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
Je kunt nu:
  1. uitleggen wat de functie is van een NIC, Hub, en Switch
  2. uitleggen wat het verschil is tussen een Hub en Switch
  3. in je eigen woorden uitleggen wat een router doet
  4. diverse protocollen en hun functie benoemen
  5. uitleggen wat IPv4 en IPv6 is en het verschil ertussen
  6. omschrijven wat een DNS doet

Slide 14 - Tekstslide

Rode achtergrond betekent: klas is stil, dit zijn de leerdoelen en quizzes waarbij niet overlegd mag worden.

Doel van deze les is om het leren zichtbaar te maken voor zowel leerling als docent.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies