Les 9 2mha Blok 2 lezen, blok 2 Spelling Ww uit het Engels, Bijv. nw., Hfd. & klne ltrs.

Welkom terug!
Pak alvast je:
  • Chromebook
  • Je leesboek
  • Het lesboek Op Niveau
  • Schrift & pen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug!
Pak alvast je:
  • Chromebook
  • Je leesboek
  • Het lesboek Op Niveau
  • Schrift & pen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Stillezen (15 minuten)
  • Nakijken opdracht 2 & 3, blz. 81 (huiswerk) (10 minuten)
  • Aantekeningen maken over: werkwoorden uit het Engels
  • Zinnen met meer persoonsvormen en onderwerpen.

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Herhaling van klas 1:
  • Je kunt uitleggen wat een samengestelde zin is.
  • Je weet hoe je werkwoorden uit het Engels vervoegt.

Slide 4 - Tekstslide

Enkelvoudige zinnen
Blok 2, Spelling
Zinnen met 1 onderwerp en 1 persoonsvorm:

Ik ga naar huis.
De grote hond blaft.

Slide 5 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Bij de meeste werkwoorden  werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 6 - Tekstslide

maar..... let op de uitspraak           -n

Slide 7 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: timen
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede

Slide 8 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette

Slide 9 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: lunchen
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde

Slide 10 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten
A
deletet
B
delet

Slide 11 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: racen
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete

Slide 12 - Quizvraag

Lesdoel
Herhaling van klas 1:
  • Je kunt uitleggen welke 4 tekstdoelen er zijn.
  • Je kunt uitleggen welke tekstvormen er horen bij de verschillende tekstdoelen.
  • Je weet wat 'publiek' te maken heeft met tekstsoorten.
  • Je weet wat een samenstelde zin is.

Slide 13 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2
Pak je schrift met je gemaakte huiswerk erbij.
Klassikaal nakijken.

Slide 14 - Tekstslide

Wat weet je nog uit klas 1 over:
Methode is veranderd: Kern ----> Op Niveau
Schriften weggegooid....
Maak aantekeningen in je chromebook / documents / sla goed op (GCR)!

Vandaag:
Tekstdoelen
Tekstsoorten of tekstvormen
Publiek



Slide 15 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Zinnen met twee onderwerpen en persoonsvormen

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag
Maak: blok 2, Spelling, opdracht 1 (blz. 80)

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk woensdag 21 september:
Lees door (voordat je de opdracht maakt):
Blok 2, spelling, blz. 80: 2.11 'Werkwoorden uit het Engels' 

Maak:
Blok 2, Spelling, opdracht 2.

Slide 18 - Tekstslide

Bedankt en tot woensdag!

Slide 19 - Tekstslide