1F_11.5 Oplossing afronden

11.5 Oplossing afronden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

11.5 Oplossing afronden

Slide 1 - Tekstslide

Vergelijking oplossen
stappenplan:

Stap 1: Maak een pijlenketting.
Stap 2: Maak een omgekeerde pijlenketting.
Stap 3: Vul de getallen in die je krijgt .
Stap 4: controleer of het antwoord klopt.

Slide 2 - Tekstslide

Los vergelijking c op

Slide 3 - Open vraag

Kijk na:

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. nieuw hoofdstuk: H11 Vergelijkingen
  2. uitleg: Oplossingen zinvol afronden
  3. zelfstandig aan de slag

Slide 5 - Tekstslide

Wat ga je leren?
  1. hoe je een oplossing zinvol afrondt

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

voorbeeld 1

Slide 8 - Tekstslide

voorbeeld 2

Slide 9 - Tekstslide

samen oefenen
opgave 34 en 35 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wiskunde - Aan de slag!
rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen 


groen = Je mag tijdens het werken met elkaar praten (op een respectabel geluidsniveau...)
Bestuderen theorie: 11.5 Oplossing afronden
Maken: 
11.5 Oplossing afronden

Belangrijke opdrachten om goed te kunnen/begrijpen zijn 
32, 33, O35, 35, O36 (Makkelijke route)
32,33, 35, 36, 37 (Gemiddelde route)
35, 36, 37, U8, U9 (Moeilijke route)


Ben je klaar?
Kijk alles na
Ga verder met 11.6: Gemengde opdrachten





timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Jasper kan maximaal ....... consumpties kopen

Slide 14 - Open vraag

zelf aan de slag
leren:

theorie op blz 191 "zinvol afronden"
Makkelijke opgaven : 32, 33, O35, 35, O36
Gemiddelde opgaven: 32,33, 35, 36, 37
moelijke opgaven: 35, 36, 37, U8, U9
Je maakt de opgaven in je schrift en je kijkt het na






Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

exit ticket

Slide 17 - Tekstslide

Dion is dj en spaart voor een muziekmixer. Hij heeft 200,- euro op zijn spaarrekening staan. Hij heeft een baantje en daardoor kan hij elke maand 25,- euro sparen.
Het gespaarde bedrag kan Dion berekenen met de formule:
Aantal maanden x 25 + 200 = spaarbedrag in euro’s

a. Bereken wat Dion na 3 maanden sparen op zijn rekening heeft staan.
b. Maak een tabel 
c. Teken de grafiek


























































































Slide 18 - Tekstslide