1BB: Thema 4 - Basisstof 4, 5, 6 en 7

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Spierstelsel

Alle spieren in het lichaam

Spieren zorgen voor bewegingen van botten

Spieren 

- Spieren bestaan uit spiervezels. 

  Het lijkt op een stuk touw. 

- Een spier zit met pezen 

  aan botten vast. 

- De plaats waar een pees aan een bot vast zit = een              aanhechtingsplaats. 

- Een spier kan zich samentrekken, een pees niet. 

Spieren kunnen zich samentrekken 

– Een spier die zich samentrekt, wordt korter en dikker

– De spier trekt de botten dan naar elkaar toe

Buigen en strekken

- Je hebt buigspieren en strekspieren.

- Die werken samen

Arm buigen

• Armbuigspier (biceps) samentrekken = korter en dikker
• armstrekspier (triceps) onspant= langer en dunner

Arm strekken

• Armstrekspier (triceps) samentrekken= korter en dikker
• Armbuigspier (biceps) ontspant = langer en dunner

Je 

lichaamshouding

Basisstof 5

Lichaamshouding

= De manier waarop je staat of zit

- verkeerde lichaamhoudiing = gevolg rugpijn en/of nekpijn

- goede lichaamshouding heeft de wervelkolom een 

dubbele-S-vorm

Als een spier samentrekt:

hoe lang kun jij dit?

De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.

1. wordt de spier korter en dunner
2. wordt de spier langer en dikker
3. wordt de spier korter en dikker
4. wordt de spier langer en dunner

Als deze spieren aanspannen

1. gaat de pols buigen
2. gaat de pols strekken
3. gebeurt er niets in de pols
4. gaat de pols draaien

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.

1. 1: spieren 2: spieren
2. 1: pezen 2: pezen
3. 1: pezen 2: spieren
4. 1: spieren 2: pezen

Waar zitten pezen?

1. Tussen 2 gewrichten
2. Tussen botten en spieren
3. Tussen gewrichten en spieren
4. Tussen 2 spieren

Hier zie je

1. geen goede lichaamshouding
2. een goede lichaamshouding

Waar zie je een goede lichaamshouding? 

1. A
2. B
3. C
4. D

Aan het werk!

- Lees de tekst in je tekstboek

- maak basisstof 4 en 5

-teken en kleuropdrachten mag je overslaan.

Je uithoudingsvermogen

Basisstof 6

Sporter - heeft een goed uithoudingsvermogen nodig

Uithoudingsvermogen = je kunt iets lang vohouden

Je spieren hebben energie nodig om te bewegen

- Energie komt vrij bij de verbranding van voeding

  (eten en drinken)

Verbranding

Bij verbranding heb je zuurstof nodig

- de zuurstof zit in de lucht die je inademt

- de afvalstoffen adem je weer uit

Belangrijk!!!!

brandstof + zuurstof                     afvalstoffen + energie

Veel lichamelijk inspanning - veel energie nodig

dan:

* is veel verbranding nodig

* heb je veel brandstoffen en zuurstof nodig

* ga je sneller ademhalen

* gaat je hart sneller kloppen

* komt er meer warmte vrij

* adem je meer afvalstoffen uit

                  Brandstof - haal je uit je voeding

* Veel lichamelijke inspanning - 

  Kies je voor voeding met veel brandstoffen

* Weinig lichamelijke inspanning - 

  Kies je voor voeding met weinig brandstoffen

- Te veel brandstoffen - 

  Slaat je lichaam op en dan kun je dikker worden

Gezond

sporten

Basisstof 7

Sportkleding:  

– moet gemakkelijk zitten

– moet goed zweet kunnen opnemen

 – moet goed wasbaar zijn

Sportkleding

 ook beschermen tegen blessures

– Bijvoorbeeld: 

Helm

Kniebeschermers

Polsbeschermers 

 Elleboogbeschermers

Warming-up en cooling-down

                             * kleinere kans op een blessure

– Warming-up: De oefeningen die je doet voor je gaat sporten

– Cooling-down: De oefeningen die je doet na het sporten

 – Cooling-down helpt om spierpijn te voorkomen

Aan het werk!

- Lees de tekst in je tekstboek

- maak basisstof 6 en 7

-teken en kleuropdrachten mag je overslaan.

welk onderwerp van dit hoofdstuk vind je het moeilijkst tot nu toe?

Huiswerk

Volgende week = toets!