H32 - Betekenis onbekende woorden

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemiddag klas 1E

Vandaag...
- Dagopening
- Stillezen
- H33 - Standdaardtekststructuur




Leerdoel
- Ik weet hoe ik de betekenis van onbekende woorden kan achterhalen

Huiswerk maandag 19 juni:
- Maken: H32, opdracht 3, 5, 6

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemiddag klas 1E

Vandaag...
- Dagopening
- Stillezen
- H33 - Standdaardtekststructuur




Leerdoel
- Ik weet hoe ik de betekenis van onbekende woorden kan achterhalen

Huiswerk maandag 19 juni:
- Maken: H32, opdracht 3, 5, 6

Slide 1 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht


- Je krijgt eerst tijd om met je groepje de aanpak te bespreken
- Ieder groepslid krijgt 1 minuut om de tekst te lezen
- Na het lezen krijg je iedere keer 1 minuut om te overleggen en dingen op te schrijven over de tekst

Na afloop krijgen jullie vragen over de tekst. Zorg dat jullie zoveel mogelijk over de tekst kunnen vertellen: zowel over de vorm als over de inhoud. Maak gebruik van leesstrategieën. 
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

En nu...
Samen opdracht 1 van H32 nakijken (blz. 130)

Huiswerk maandag 19 juni:
- Maken: H32, opdracht 3, 5, 6

Slide 5 - Tekstslide

Leerwerk toetsweek
Leestoets

Leer de theorie van:
- H32, blz. 130: Woorden en hun betekenissen
- H33, blz. 134: Standdaardtekststructuur
- Nieuw Nederlands: Tekstverbanden. Hiervan krijgen jullie een kopie.

Slide 6 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Relatief
Er zijn nog maar relatief weinig scholen die besluiten om het eerste uur later te laten beginnen.

Oud is een relatief begrip. Mijn opa is oud, maar die mummie in het museum is veel ouder.

Het was relatief rustig in het zwembad. Het was mooi weer, maar de meeste kinderen moesten gewoon naar school. 

Slide 8 - Tekstslide

SYNONIEM


Synoniemen zijn twee of meer verschillende woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis.


Soms staat er een synoniem van een onbekend woord in de tekst, je kunt de betekenis van het onbekend woord dan raden.

Slide 9 - Tekstslide

SYNONIEM - voorbeelden


zelfstandig - op zichzelf

chaos - puinhoop

neertellen - betalen

uitgave - editie

Slide 10 - Tekstslide

OMSCHRIJVING

Een omschrijving is een woord of zijn woorden waarmee verteld wordt wat iets is.


Wanneer er in een tekst een omschrijving van een onbekend woord staat, kan de betekenis hieruit afgeleid worden.



Slide 11 - Tekstslide

OMSCHRIJVING - voorbeelden


journalist - iemand die informatie verzamelt en openbaar maakt op internet, tv of krant


actualiteit - alles wat op dit moment belangrijk is

Slide 12 - Tekstslide

VOORBEELD

Voorbeelden worden in teksten soms gebruikt om onbekende woorden uit te leggen.

Door een voorbeeld in een tekst weet je meteen wat de schrijver bedoeld.


Voorbeelden kunnen voor of na de onbekende woorden worden gebruikt.



Slide 13 - Tekstslide

VOORBEELD - voorbeeld

Voorbeelden zijn te herkennen aan woorden als:

bijvoorbeeld, zo is er...., zoals, denk maar aan, neem, zo.


Vandalisme, zoals het vernielen van bushokjes, is een groot probleem in de stad.



Slide 14 - Tekstslide

VOORBEELD - voorbeeld

Voorbeelden kunnen ook te herkennen zijn aan

een dubbele punt (:)



Wij houden van buitensporten: varen, wandelen, bergbeklimmen en mountainbiken.



Slide 15 - Tekstslide

TEGENSTELLING

Tegenstelling zijn woorden die elkaars tegengestelde zijn. Soms kun je de betekenis van een onbekend woord raden, omdat de tegenstelling van dat woord in de tekst staat.


Woorden als maar, echter, toch en daarentegen geven aan dat er een tegenstelling wordt genoemd.


Slide 16 - Tekstslide

TEGENSTELLING - voorbeeld


goedkoop - duur

begrijpelijk - onbegrijpelijk

koud - warm

bang - dapper



Slide 17 - Tekstslide

BEKEND WOORDDEEL

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent.


- samenstellingen

- woorden met voorvoegsel

- woorden met achtervoegsel


Slide 18 - Tekstslide

BEKEND WOORDDEEL - voorbeeld


- samenstellingen: vleesvervanger. Je kent de woorden vlees en vervanger. Je kunt raden wat vleesvervanger betekent.

- woorden met voorvoegsel: ongezond. On betekent niet, dus ongezond betekent niet gezond.

- woorden met achtervoegsel: gevoelloos. -loos is hetzelfde als zonder. Gevoelloos betekent zonder gevoel.


Slide 19 - Tekstslide