Differentieren

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Fijn dat jullie er zijn!

Ga zitten op je plekje zoals je hieronder ziet. De tafels heb ik al bij elkaar gezet

Wat gaan we doen vandaag?

• Herhalen begrippen vorige les steden en dorpen.
  
• Aan de slag met een opdracht waar we de begrippen gaan zoeken in de tekst.
  
• Samen nakijken.
  

Wat is ontginnen?

1. Het weghalen van water uit veen
2. Het bruikbaar maken van stukken land voor de landbouw
3. Het wegschaven van veen.
4. Het verbouwen van graan op veengebied.

Wat was het drieslagstelsel?

1. Verdelen van landbouwgrond in drie stukken, waarbij elk jaar één stuk grond niet gebruikt werd
2. Het verhuren van landbouwgrond aan boeren
3. Het verkopen van landbouwgrond aan handelaren
4. Verdelen van landbouwgrond in twee stukken

Wat wordt bedoeld met een binnenstad?

1. Een groot gebied waarin meerdere steden aan elkaar zijn gegroeid
2. Een woonwijk aan de rand van een stad
3. Het centrale deel van een stad met winkels en historische gebouwen
4. Een gebied buiten de stad waar veel bedrijven zijn gevestigd

Ambachtlieden zijn....

1. Mensen die met hun handen of gereedschap iets maken.
2. Mensen die producten inkopen en weer verkopen.
3. Mensen die wonen en werken op het platteland.
4. Mensen die voor de veiligheid in de stad zorgen.

Wat betekent het begrip het stadscentrum?

1. Een stad met daaraan vastgegroeide plaatsen.
2. Bedrijven die diensten verlenen.
3. Het deel van de stad met de meeste winkels, restaurant en cafes.
4. Het oudste deel van de stad met het marktplein en oude gebouwen.

Aan de slag

Groep Paars krijgt van mij de opdracht en gaat aan de slag.

Groep Blauw krijgt van mij de opdracht en deze leg ik zo kort aan jullie uit.

Groep Geel, krijgt van mij de opdracht, wij gaan deze samen maken, lees samen de opdracht in je groepje, ik kom bij jullie.

Ben je klaar? Dan kan je gaan maken opdrachten 6-7-8

Je mag zachtjes met elkaar overleggen.

Je helpt elkaar, groepjes blauw en paars overleggen over de antwoorden. Kom samen tot het juiste antwoord. 

Jullie moeten het met elkaar eens zijn. 

Ben je klaar, dan help je elkaar.

Probeer het in je groepje op te lossen.

Extra werk: opdrachten 5-6-7 uit het werkboek

Wat vonden jullie van het werken in groepjes, wat ging goed en wat minder goed?