21PMA - Beroepshouding les 2

Beroepshouding 
Les 2

PMB 19.1 t/m 19.3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Beroepshouding 
Les 2

PMB 19.1 t/m 19.3

Slide 1 - Tekstslide

Doelen beroepshouding
  • Toepassen van sociale vaardigheden
  • Tonen van voorbeeldgedrag in doen en laten
  • Zorgvuldig in het volgen van voorgeschreven protocollen, procedures en wettelijke richtlijnen 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat zijn de taken van een Pedagogisch medewerker?

Slide 4 - Tekstslide

Programma
  • Eigenschappen Pedagogisch medewerker
  • Competenties voor dit beroep
  • Grondhouding
  • Zelfreflectie
  • Uitgangspunten beroepshouding
  • Opdracht
  • Verwerkingsopdracht 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Welke eigenschappen dien je te bezitten?
  • Loyaliteit
  • Integriteit
  • Verantwoordelijkheidsgevoel
  • Zelfdiscipline
  • Zelfstandigheid
  • Kunnen samen werken
  • Representatief

Slide 7 - Tekstslide

Beroep uitoefenen

  • Je bent ervoor aan het leren om kinderen te begeleiden, ondersteunen en helpen.
  • Je krijgt hiervoor betaald.
  • Bij dit beroep hoort een bepaalde beroepshouding. 

Slide 8 - Tekstslide

Beroepshouding bestaat uit:
  • Kennis
  • Vaardigheden
  •  Persoonlijke aspecten (houdingsaspecten)

Slide 9 - Tekstslide

Competenties van een PM'er
Als pedagogisch medewerker krijg je te maken met competenties
--> Geheel van kennis, vaardigheden en gedrags- en houdingsaspecten die je in je beroep nodig hebt.

Slide 10 - Tekstslide

  • Samenwerken en overleggen
  • Formuleren en rapporteren
  • Leren
  • Plannen en organiseren
  • Kwaliteit leveren
  • Instructies en procedures opvolgen
  • Ethisch en integer handelen

  • Omgaan met verandering en aanpassen
  • Materialen en middelen inzetten
  • Vakdeskundigheid toepassen
  • Op de behoefte en verwachtingen van de 'klant' richten. 

Slide 11 - Tekstslide

Je beroepshouding bepaalt je professioneel handelen.

Met een juiste beroepshouding toon je je betrokkenheid en voer je je beroep zo deskundig mogelijk uit. 

Niet alleen belangrijk wat je doet, maar hoe je het doet!
Hoe stel je je betrokken op richting de ander? 

Slide 12 - Tekstslide

Houdingsaspecten
De houding die je al hebt voordat je met deze opleiding begint, noemen we je grondhouding.
Het is jouw basishouding die bij jouw persoonlijkheid hoort.
Deze is verbonden met jouw persoonlijke waarden en normen. 

Je grondhouding is zichtbaar in je gedrag en persoonlijkheid.

Slide 13 - Tekstslide

Een houding:
  • heeft te maken met wie je bent.
  • is persoonlijk en ingrijpend.
  • wordt langzaam en geleidelijk eigengemaakt.
  • is duurzaam en moeilijk te veranderen. 

Slide 14 - Tekstslide

Je krijgt duidelijkheid en structuur voor de kinderen en ouders als je met je collega's op één lijn zit. 

Een juiste beroepshouding heeft een positieve invloed in een team. 

Slide 15 - Tekstslide

Uitgangspunten beroepshouding
  • Bij je beroepshouding is vooral het ethische aspect van je houding belangrijk.
  • Je bent als OA'er of PM'er niet vrij in wat je wel en niet belangrijk vindt en in waar je wel of geen waarde aan hecht.
  • Als OA'er of PM'er  wordt verwacht dat je waarde hecht aan bepaalde zaken. >>

Slide 16 - Tekstslide

Geborgenheid en veiligheid bieden

  • Als PM'er of OA'er ben jij degene die voor geborgenheid moet zorgen. 

Slide 17 - Tekstslide

Respectvolle benadering
Bij respect laat je een ander in zijn waarde, ook al sluit dat niet helemaal aan bij jouw waarden en normen. 

Slide 18 - Tekstslide

Respectvolle omgang
Je weet hoe je ouders aanspreekt. 
Informeert kinderen en ouders goed.
Praat met de kinderen in plaats van over de kinderen.

Slide 19 - Tekstslide

Goed omgaan met diversiteit
Het is belangrijk dat je kunt omgaan met verschillen tussen kinderen. 

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeldfunctie!
Je geeft niet alleen het voorbeeld. Jij bent een voorbeeld. Wat jij aan gedrag laat zien is voor kinderen direct een voorbeeld. En dan gaan ze dat gedrag kopieren. Of het nu positief of negatief gedrag is. 

Slide 21 - Tekstslide

Zelfreflectie
  • Het bewust en kritisch kijken naar je eigen functioneren/handelen

Zelfreflecteren doe je om te kijken in hoeverre je vanuit de juiste beroepshouding functioneert.  

Slide 22 - Tekstslide

Beroepshoudingslijst

Slide 23 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht

Slide 24 - Tekstslide

Volgende les
Verwerkingsopdrachten af!

PWK 1 - Organisatie van de kinderopvang
PWK 2 - Werken in de kinderopvang

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Aspecten van een beroepshouding
Een houding bevat altijd drie aspecten.

  1. Gevoelsmatig aspect
    Je houding wordt bepaald door het gevoel dat de ander bij je oproept. 
  2. Verstandelijk aspect
    Je houding wordt bepaald door wat je van de ander weet
  3. Ethisch aspect
    Je houding wordt bepaald door wat jij wel en niet belangrijk vindt, door datgene waar jij waarde aanhecht. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat is jouw eerste indruk van het kind en de vrouw?

Slide 29 - Open vraag