cwo II 23-4-2021

• cwo
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

CWO 2

man over boord en voorbereiding op de toets!!!

1.Man overboord! schreeuwen

2. Iemand laten wijzen

3. Roep naar de man Zwem!

4. val af tot voor de wind

5. vaar 3 tot 5 boot lengtes door

6. loef op tot aan de wind

7. Dwarspeiling maken en overstag

8. snelheid minderen

9. De man aan de loefzijde binnen halen

10.vaar op een rustige koers door

Teken de man over boord manoeuvre met de stappen en commando's er bij

een boot met het zeil over bakboord heeft voorrang van een boot met zeil over stuurboord

1. waar
2. niet waar

welk bord betekent verboden aan te meren.

1. 
2. 
3. 
4. 

een boot die stuurboordswal vaart heeft geen voorrang

1. juist
2. onjuist

Fok

groot zeil

gaffel

giek

mast

zwaard

roer

Deze kegel komen wij ook op de kaag tegen. welke boten moeten deze kegel tonen?

1. sleepers
2. vrachtschepen
3. pasasgiers schepen
4. plezier vaart

waneer moet deze cilinder getoond worden?

1. als een boot een groot schip is.
2. als een sleeper aan het sleepen is.
3. als een sleper aan het varen is.
4. als een sleeper en de boot die wrodt gesleept zijn groter zijn dan 20 meter.

wanneer moet deze zwarte bol getoond worden?

Welke vaar regels zijn
er voor kruisende
koersen

Als je de wind in de rug hebt welke
koers vaar je dan

1. in de wind
2. onder de wind
3. voor de wind
4. halve wind

het rode licht zit aan de bakboordzijde

Waar

Niet Waar

vul de zin aan:
Het hek licht zit altijd

1. voorop de boot
2. achter op de boot
3. boven op de mast
4. aan een roei riem

Welke regels zijn er voor oplopende
koersen

Teken hoe een wending verloopt met de commando's erbij

leg uit hoe je moet aanleggen aan lagerwal

Voor de wind

halve wind

aan de wind

aan de wind

halve wind

ruime wind

ruime wind

Als de fok veel wind vangt en het grootzeil helemaal is los gelaten wat gebeurt er dan met de koers van de boot

1. er gebeurt niks met de koers
2. de boot gaat oploeven
3. de boot gaat afvallen
4. de boot slaat om

wat is de goede volgorde voor voorrang

1. motor, spier, zeil
2. zeil, motor, spier
3. spier, motor, zeil
4. zeil, spier, motor

Zijn jullie klaar voor de toets?

ja

nee