Rechtsstaat Deel I. H3 / Wie wordt crimineel / H4

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wie wordt crimineel?
Aantal theorieën over crimineel gedrag. 

Slide 9 - Tekstslide

Rationele keuzetheorie
Adam Smith: Ieder individu kiest steeds voor zichzelf de meest gunstige optie. Voor en nadelen tegen elkaar afwegen.

Marcus Felson: stelen wordt aantrekkelijker als de pak-kans klein is. Dus de gelegenheid maakt de dief. 

Slide 10 - Tekstslide

Leg de rationele-keuzetheorie in je eigen woorden uit.

Slide 11 - Open vraag

Voor welke soort criminaliteit kan de rationele-keuzetheorie vooral een verklaring geven?
Beargumenteer je keuze.

Slide 12 - Open vraag

Aangeleerd gedragstheorie
Edwin Sutherland:  Crimineel gedrag wordt aangeleerd.  Als jongeren contact hebben met anderen die crimineel zijn is de kans groot dat zij ook crimineel worden.

gezin, de buurt en vriendengroep zijn bepalend.
Sutherland: criminelen verschillen niet wezenlijk van andere mensen.

Slide 13 - Tekstslide

Als drugsdealer kunnen jongeren veel geld verdienen. Dat geld besteden ze vaak aan dure kleding, sieraden, uitgaan en een patserige auto.
Leg uit waarom de theorie van Edwin Sutherland de oorzaak van deze criminaliteit verklaart.

Slide 14 - Open vraag

Bindingstheorie
Travis Hirschi: Ieder mens is voor een deel tot het slechte geneigd. In iedereen schuilt een 'misdadiger'

De meesten gedragen zich netjes omdat wij bindingen hebben en die niet zomaar op het spel zetten. familie, vrienden, collega's.
(Sociale controle)

Slide 15 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat bindingen zijn.

Slide 16 - Open vraag

Anomiettheorie
Robert Merton: mensen vertonen eerder crimineel gedrag als ze niet slagen hun levensdoelen te bereiken. Iedereen wil zo hoog mogelijk op de maatschappelijke ladder komen)

Sommigen zien dat hun kansen in de samenleving worden beperkt door: afkomst, geen diploma etc.
Een deel stelt zijn doelen bij. Anderen gaan op een andere manier de gewenste welvaart proberen te krijgen. Merton noemt dit Anomie, niet volgens de wetten en regels.

Slide 17 - Tekstslide

Sociobiologie
Edward Wilson:  Menselijk gedrag wordt bepaald door genetische, dus erfelijke factoren.
(veel criminelen hebben een hoog testosteronniveau)
(Biologie)

Sociobiologie: Wisselwerking tussen biologische factoren en opvoeding en cultuur.

Slide 18 - Tekstslide

Geef commentaar op de volgende stelling: “Uit het feit dat jongens crimineler zijn dan meisjes blijkt dat de sociobiologie gelijk heeft.”

Slide 19 - Open vraag

Sociobilogie
Italisaanse gevangenisarts Lombroso: Je kan criminelen herkennen aan hun uiterlijk.

Zijn conclusie: criminelen kan je herkennen aan een asymetrisch gezicht, hoge jukbeenderen en doorlopende wenkbrouwen.

Slide 20 - Tekstslide

In de criminologie en psychologie bestaat een aantal theorieën over de oorzaken van crimineel gedrag.
De sociobiologie en de opvattingen van Lombroso hebben als overeenkomst dat beide vinden dat gedrag voor een groot deel erfelijk is. Wat is een belangrijk verschil tussen beide theorieën?

Slide 21 - Open vraag

Zelfcontrole theorie
Michael Gottfredson: gebrek aan zelfcontrole is de belangrijkste oorzaak van crimineel gedrag.

Van de kinderen met weinig discipline is dertig jaar later 43% veroordeeld voor een strafbaar feit.
Bij kinderen met veel discipline is dat slechts 13%.

Slide 22 - Tekstslide

Psychoanalyse
Sigmund Freud: de grondlegger van de Psychoanalyse.
Verband tussen crimineel gedrag en een storing in de psyche.

Slide 23 - Tekstslide

“Meneer de rechter, ik leerde een groepje hangjongeren kennen en we deden wel eens wat. Een fiets ‘lenen’, een parkeerautomaat openbreken en uiteindelijk hebben we ook in schuurtjes ingebroken. De gestolen brommers verkochten we en van dat geld kochten we bier en mooie kleren.”
Welke theorie over de oorzaken van crimineel gedrag is van toepassing op deze situatie?
Leg je antwoord uit.

Slide 24 - Open vraag

Freud: elke psyche is opgebouwd uit 3 delen: het ID, ego en superego.
Id: onderbewuste en bevat instinctieve driften, als seks, agressiviteit.
Ego: het bewuste deel dat de overhand krijgt als we 'volwassen' worden.
Het superego: is het geweten, de innerlijke beordeelaar' gevoelens van schuld en schaamte.

Slide 25 - Tekstslide

Criminelen kun je herkennen aan hoge jukbeenderen en doorlopende wenkbrouwen
Bij criminelen is de balans tussen id, ego en superego verstoord.
Criminaliteit wordt net zo sterk bepaald door genetisch factoren als door opvoeding.
Crimineel gedrag is aangeleed. Criminelen hebben geen afwijkende persoonlijkheidskenmerken.
Lombroso
Freud
Wilson
Sutherland

Slide 26 - Sleepvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

In dit hoofdstuk: Wat gebeurt er als een strafzaak bij de rechter komt?

Wat willen we met straffen bereiken?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Waarom kun je als verdachte beter voor een kantonrechter verschijnen dan voor de politierechter?

Slide 32 - Open vraag

I. De meervoudige kamer van de rechtbank behandelt vooral zware misdrijven.
II. De politierechter behandelt kleine misdrijven.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 33 - Quizvraag

Hoe verloopt een rechtszaak?
iedereen heeft recht op een advocaat. Deze controleert of de politie en het OM zich aan de regels houden bij het verhoren. En verdedigt de verdachte bij een rechtzaak. Iemand die geen geld heeft krijgt een 'pro-Deoadvocaat' en betaald alleen een kleine bijdrage

De rechtszaak heet ook wel Terrechtzitting De behandeling van het strafbare feit door de rechter.

Slide 34 - Tekstslide

Verdachten die weinig geld hebben, krijgen een pro-Deoadvocaat toegewezen.
Beredeneer dat de mogelijkheid van een pro-Deoadvocaat te maken heeft met de uitgangspunten van de rechtsstaat.

Slide 35 - Open vraag

Stappen in een rechtszaak.
Voorafgaand krijgt de verdachte een oproep op dagvaarding.
Hierin:waar je van beschuldigd wordt en waar en wanneer de zitting plaatsvindt.

1 Opening: De rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte.
2. Tenlastelegging of aaklacht: De officier van justitie als openbare aanklager leest het strafbare feit voor.

Slide 36 - Tekstslide

Stappen in een rechtszaak.
3. Onderzoek door de rechter. Dit begint met de ondervraging van de verdachte. Die staat niet onder ede en hoeft dus niet de waarheid te spreken.
- getuigen horen en deskundigen kunnen door alle partijen worden opgeroepen en ondervraagd. zij staan wel onder ede.
Als je dit niet doet pleeg je meineed (max celfstraf 6 jaar)

Slide 37 - Tekstslide

Stappen in een rechtszaak.
4. Requisitoir. = het verhaal van de officier van justitie waarin hij probeert aan te tonen dat de verdachte schuldig is en de rechter om een bepaalde straf vraagt. 
5. pleidooi: De advocaat is nu aan de beurt om zijn pleidooi te houden. Hij verdedigt de verdachte.
6. Laatste woord verdachte: Hij kan spijt betuigen, excusses aanbieden, etc.

7. Vonnis. De rechter verteld de strafbare feiten en de straf.

Slide 38 - Tekstslide

Combineer een persoon uit de linkerkolom met een begrip uit de rechterkolom.
Laatste woord
Pleidooi
Vonnis
Requisitoir
Onder ede
Verdachte
Advocaat
Rechter
Officier van Justitie
Getuige

Slide 39 - Sleepvraag

Nederland is een rechtsstaat. Daarom is een terechtzitting in principe openbaar.
Bedenk een argument waarom openbaarheid van rechtszittingen een kenmerk is van de rechtsstaat.

Slide 40 - Open vraag

Waarom vinden sommige rechtszaken toch achter gesloten deuren plaats?

Slide 41 - Open vraag

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Waarom straffen we? Welk effect willen we ermee bereiken?
  • Wraak of vergelding. Misdaad mag niet lonen.  'oog om oog, tand om tand' Nog steeds vinden de meeste mensen dat het leed dat iemand een ander heeft toegbracht vergolden moet worden.
  • Afschrikking
  • Voorkomen van eigenrichting.  = straf voorkomt dat we voor eigen rechter spelen en wraak nemen 
  • Resocialisatie (heropvboeding) proberen het gedrag van een crimineel te verbeteren. anti agressiecursus

Slide 45 - Tekstslide

Waarom straffen we? Welk effect willen we ermee bereiken?

  •  Beveiliging van de samenleving.
  • Vooral bij ernstige geweld en zedendelicten moeten lange celstraffen de maatschappij beschermen tegen herhaling.


Slide 46 - Tekstslide