Energiegebruik

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

nakijken

paragraaf 3 nakijken

blz 117 t/m 124

Vermogen is een grootheid.
Wat is de eenheid voor vermogen?

1. Watt (W)
2. Volt (V)
3. Power (p)
4. Ampère (A)

Het vermogen van een wasmachine is ... dan het vermogen van een telefoon.

1. Kleiner
2. Ongeveer hetzelfde
3. Groter
4. Kan je niet weten

Energiegebruik druk je uit in kW

1. Waar
2. Niet waar

Energiegebruik = vermogen x tijd

1. waar
2. niet waar

Het energiegebruik berekenen we in...

1. Watt
2. Uren
3. kiloWattuur
4. Vermogen

Elektrische energiegebruik meet je met een?

1. Watt-meter
2. Ohm-meter
3. kWh-meter
4. Ampère-meter

Wat is hier de energiegebruiker?

1. Batterij
2. Stroomdraden
3. Lampjes
4. Krokodillenklem

Bereken het energiegebruik van een apparaat dat 5 kW gebruikt en 0,5 uur aan staat.

1. 150 kWh
2. 2,5 kWh
3. 54 000 kWh
4. 9000 kWh

Afronden

Programma

1. Eindopdracht plannen 

2. Uitleg vermogen berekenen (gelijk invullen in boekje)

3. Oefenen met vermogen

4. Opdrachten nakijken

5. Moduleboekje afmaken

Eindopdracht: maandag 3 juni

Vermogen berekenen

x

Welk formule gebruiken wij om het vermogen te berekenen?

Vermogen berekenen

Op het lampje van een zaklamp staat: 2,2 V en 50 mA.

Hoe groot is het vermogen van dit lampje als het op de juiste spanning wordt aangesloten?

gegevens: U = 2,2 V  I = 50 mA = 0,050 A

gevraagd : P = ?

formule:  P = U ∙ I

uitwerking + antwoord: P =2,2 × 0,050 = 0,11 W

Een zaklamp werkt op 4,5 V. De stroomsterkte is 2,9 A. Bereken het vermogen. Gebruik gegeven, gevraagd, formule, berekening en antwoord.

Een draadloze luidspreker werkt op een accu van 3,7 V. Het vermogen van de luidspreker is 20 W. Bereken de stroomsterkte. Gebruik gegeven, gevraagd, formule, berekening en antwoord.

Nakijken 

Pak een andere kleur pen of potlood.

Leerwerkboek B op blz 171.

Kijk de volgende opdrachten na:

1, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15, 17, 19, 21, 23, 25

Moduleboekje

Vul het moduleboekje verder in. Je mag hierbij samenwerken met je buurman/buurvrouw. 

Moduleboekje is belangrijk voor het eindopdracht volgende week.