3.5 Geloof, tolerantie en onderzoek

3.5 Geloof, tolerantie en onderzoek
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.5 Geloof, tolerantie en onderzoek

Slide 1 - Tekstslide

De VOC had een aantal rechten. Wat zijn rechten van de VOC?
A
De VOC mocht oorlog voeren
B
De VOC mocht verdragen sluiten
C
De VOC mocht forten bouwen
D
De VOC mocht als enige handel drijven met Azië

Slide 2 - Quizvraag

Wat was er NIET bijzonder aan de VOC?
A
Ze mochten oorlog voeren namens de Republiek
B
Ze hadden een handelsmonopolie
C
De VOC ontdekte handelsroutes naar Azië
D
Ze waren het eerste beursgenoteerde bedrijf

Slide 3 - Quizvraag

De VOC werd opgericht in de Gouden Eeuw, maar waar staat VOC voor?
A
Verenigde Oostelijke Compagnie
B
Verenigde Oost-Indische Club
C
Verenigde Oostwaartse Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Compagnie

Slide 4 - Quizvraag

De VOC had een monopoliepositie
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

De VOC werd opgericht in ?
A
1600
B
1602
C
1621
D
1666

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen
Ik kan de begrippen uit de paragraaf uitleggen.


Ik kan uitleggen hoe de vrijheid van denken tot de opkomst van wetenschap in de Nederlanden leidde.

Slide 7 - Tekstslide

Tolerantie en geloof
  •  Protestantse kerk was bevoorrecht. Protestante dominee betaald door overheid.
  •  Alleen calvinisten mochten bestuursfuncties hebben (burgemeester, bestuursambtenaar) in het openbaar diensten houden.
  • Was de Republiek tolerant?

Slide 8 - Tekstslide

Was de Republiek tolerant?
Voor die tijd was de Republiek tolerant.
Er waren geen vervolgingen. Je mocht privé je geloof belijden. Katholiek zijn was toegestaan, maar geen herkenbare kerken bouwen.

Gevolg
: Er werden schuilkerken gebouwd in schuren of op zolders.
Schuilkerken waren voor mensen die een ander geloof dan het protestantisme hadden.

Slide 9 - Tekstslide

Vluchtelingen

In de Republiek woonden 'mensen uit alle volken en met alle mogelijke geloofsovertuigingen eensgezind samen' volgens de filosoof Spinoza. 

Om verschillende redenen waren de migranten naar Nederland gekomen:
- Religieus
   -> geloofsvervolgingen
- Politiek
   -> oorlogsgeweld
- Economisch
   -> geld verdienen / werkzoekenden


Baruch Spinoza. De Joodse familie Spinoza was uit Portugal gevlucht voor de vervolgingen door de katholieke kerk en woonde in Amsterdam. Spinoza schreef onder meer boeken over tolerantie, redelijkheid en godsdienst.
Mogelijke toetsvraag
Noem twee groepen vluchtelingen die naar de Republiek kwamen. Noem bij elke groep het land of gebied waar zij vandaan kwamen en het motief voor hun komst.
Leerdoel
  • Je kunt verklaren waarom vele Europese vluchtelingen vanwege religieuze, politieke en economische redenen naar de Republiek gingen.
Na 1685 (het jaar dat Lodewijk XIV het protestantisme verbied in Frankrijk) vluchtten uit Frankrijk 35.000 Hugenoten naar de Republiek.
migratie van hugenoten - Luycken, 1695

Slide 10 - Tekstslide

Tolerantie en politiek
Willem van Oranje: 1580 pleitte voor tolerantie.

Er waren ook Kath (om politieke redenen) de opstand steunden.

Angst voor politieke verdeeldheid. Tolerantie noodzakelijk voor eenheid.

Slide 11 - Tekstslide

Tolerantie en Wetenschap 
  • Vrijheid van denken en religieuze tolerantie geeft ruimte voor wetenschappelijk onderzoek

  • Uitvindingen doen werd een rage --> wetenschappelijke revolutie

Slide 12 - Tekstslide

Wetenschap stijgt in aanzien
In de Republiek is er een gunstig klimaat voor wetenschap door: 
  • Relatieve tolerantie 
  • Ambachtsschap 
  • Waarnemingsinstrumenten


Van Leeuwenhoek: microscoop

Slide 13 - Tekstslide

Welke personen zijn bekend door deze wetenschappelijke revolutie en tolerantie? 

Slide 14 - Tekstslide

Baruch Spinoza
'Durf te denken'

  • Tolerantie
  • Vrijheid van godsdienst
  • Gevlucht uit Portugal, vanwege zijn Joodse geloof

Slide 15 - Tekstslide

Spinoza
  • Italië: door kerk nauwelijks wetenschappelijke ontwikkeling (Galileo)
  • Republiek: tolerant --> aantrekkelijk voor wetenschappers
  • Spinoza geeft aan dat je moet nadenken/je verstand gebruiken om de schepping en andere onderdelen van de natuur te begrijpen. In plaats van God. 
  • Rationalisme
  • De vrijheid zorgt er voor dat hij een leider is voor de wetenschappelijke revolutie

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Christiaan Huygens
  • Hij was een wiskundige. Hij had 2 uitvindingen: de telescoop en het slingeruurwerk. 
  • Met de telescoop ontdekte hij als eerste de ringen rond de planeet Saturnus, dit deed hij door de lenzen steeds scherper te slijpen.  
  • Het slingeruurwerk bedacht hij om de juiste tijd te bepalen op zee. Deze was niet zo succesvol, alles slingert op een schip dus ook de klok.

Slide 18 - Tekstslide

Christiaan Huygens

Slide 19 - Tekstslide

Kleine diertjes en anatomie
  • Antoni van Leeuwenhoek: Microscoop: ontdekte in koeienogen: kleine diertjes.( bacteriën)  
  • rode bloedlichaampjes en zaaddiertjes

Gewone NL kregen belangstelling voor de wetenschap


Slide 20 - Tekstslide

Renaissance
Wetenschappelijke revolutie
Kennis buiten de kerk om
Kennis door observatie
Kennis over de mens
Kennis over de werking van de natuur

Slide 21 - Sleepvraag

9. Wat hoort bij de wetenschappelijke revolutie?
Dit is een sleepvraag.
Wetenschappelijke Revolutie
Onderzoek doen
Experimenteren
Geloven wat de oude Grieken en Romeinen vertelden
Alleen de Bijbel als bron gebruiken

Slide 22 - Sleepvraag

16. Sleep naar het juiste kant:
Dit is een sleepvraag.
was/waren een gevolg van
nieuwe uitvindingen
de wetenschappelijke revolutie

Slide 23 - Sleepvraag

Huygens
Van Leeuwenhoek
Spinoza
"god is de natuur"

Slide 24 - Sleepvraag