H6 Voorzetsels en vaste voorzetsels

H6 Taalverzorging grammatica
Voorzetsels en vaste voorzetsels bij werkwoorden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6 Taalverzorging grammatica
Voorzetsels en vaste voorzetsels bij werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je leert voorzetsels herkennen en gebruiken.
Je kan opzoeken welke vaste voorzetsels bij werkwoorden horen.
Je leert veelvoorkomende voorzetsels bij werkwoorden op de juiste manier gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Welk voorzetsels ken je al?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Voorzetsels
KGT - blz. 226

Slide 5 - Tekstslide

Het voorzetsel
Je kunt een voorzetsel voor een lidwoord en zelfstandig naamwoord zetten. 
Tijdens de zomervakantie, na de pauze, in de klas, met het elftal, door de regen, etc. 
Voorzetsels zijn onder andere:


Slide 6 - Tekstslide

Het voorzetsel
Let op:
1. Bij sommige werkwoorden hoort een voorzetsel dat je niet kunt vervangen: een vast voorzetsel.
Bv: houden van, besteden aan, verlangen naar, hopen op, kijken naar
Wij verlangen naar de zomervakantie.  
2. Let op bij scheidbare werkwoorden. Het woordje dat bij het werkwoord staat, is geen voorzetsel!

Bv: De trainer legt de wedstrijdopstelling uit.

Slide 7 - Tekstslide

Scheidbare werkwoorden
uitpakken, uitleggen, inkopen, uitlachen, afdrogen, voordragen

De verkoopster pakt de cadeautjes allemaal netjes in.
In de lente maken de vogels hun nest. 

Slide 8 - Tekstslide

Vaste voorzetsels 
en voorzetseluitdrukkingen


Bekijk de video-uitleg blz.158

Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel.
Houden van, denken aan, rekenen op


Video-uitleg

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak alle opdrachten in je schrift.
TL: 1 t/m 5

Slide 10 - Tekstslide