les 7: Voorbereiding op de toets

Les 7: Voorbereiding op de toets
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Les 7: Voorbereiding op de toets

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aangepaste plattegrond

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 7: Voorbereiding op de toets

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Huiswerkcontrole  (5 min)
Niet af = vóór 17:00uur foto mailen naar: ebetho@stanislascollege.nl

Voorbereiding op de toets -  1.1 t/m 1.5
Terugblik 1.5 (10 min)
1.1 t/m 1.4 (20 min)

Oefentoets maken (indien tijd over)
Thuis afmaken en nakijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik 1.5

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de Saale-ijstijd

  • Nederland tot HUN-lijn bedekt onder landijs

  • Landijs heeft grond naar voren geduwd (=ontstaan stuwwallen)
HUN-lijn= denkbeeldige lijn die van Haarlem naar Utrecht naar Nijmegen loopt. Tot zover reikte het landijs in de Saale-ijstijd.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de Saale-ijstijd
  • 238.000 - 126.000 jaar geleden

  • Klimaat was kouder dan nu

  • Nederland tot HUN-lijn bedekt onder landijs

  • Landijs heeft grond naar voren geduwd (=ontstaan stuwwallen)

Slide 7 - Tekstslide


Bruggetje volgende slide: Wat kan er ontstaan als het landijs/ gletsjertong gaat smelten?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

We zien hier een ......... van Nederland




Slide 10 - Tekstslide

In welke cirkel(s) kunnen we smeltwaterdalen vinden [NAAM]?

Waaraan kun je dit zien of herkennen?

Dekzand
  • Zandgrond bevat weinig voedingsstoffen

  • Water en voedingsstoffen stromen makkelijk diep de grond in (=infiltreren)

  • Slechte grond voor landbouw

  • Heel Nederland bedekt onder dekzand

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vroeger: 
mest en afplaggen

  • Schapen graasden op de heide

  • Delen van de heide werden kaalgevreten
 
  • Zandgrond met mest werd afgegraven en op de akkers gegooid

  • Wat bleef er over?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zandverstuiving
Zandverstuiving: door overbegrazing van schapen groeiden er steeds minder planten op de heide. Daarnaast werd de grond met schapenmest afgegraven. Er ontstond een voedselarm gebied met zandduinen die we zandverstuivingen noemen.

Let op: zandverstuiving is iets anders dan dekzand. Dat is door wind na de Saale-ijstijd neergelegd.

Slide 13 - Tekstslide

Soesterduinen
Nu:
kunstmest en stikstof
  • Geen schapenmest meer nodig

  • Zandverstuivingen en heiden willen weer dicht groeien

  • Herders met schapen houden het heidegebied open

  • Door toename stikstof meer vreemde planten en snellere groei
Stikstof

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massabewegingen

  • Het naar beneden rollen, vallen of schuiven van verweerd materiaal.

  • Welke kracht is verantwoordelijk voor het creëren van massabewegingen?

  • Zwaartekracht


Voorbereiding op toets - 1.1 t/m 1.5

Slide 15 - Tekstslide

Massabewegingen= het naar beneden rollen, vallen of schuiven van verweerd materiaal.

Verweerd gesteente is door de loop van de tijd zwakker geworden. Je ziet op de foto goed dat al dat verweerde materiaal naar beneden is geschoven.

Welke kracht is verantwoordelijk voor het creëren van massabewegingen?




Lesdoelen
Na deze les weet ik: 

...welke onderwerpen op de toets gevraagd kunnen worden

...hoe ik alle punten van een 3 puntenvraag kan halen

...welke dingen ik lastig vind en extra moet oefenen



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 1.1

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jong gebergte

  • Scherp toppen en steile hellingen
  • Weinig erosie door wind, water en ijs
  • Toppen zijn 1500 meter of hoger
  • Behoort tot het hooggebergte
  • Zijn tientallen miljoen jaren geleden ontstaan

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oud gebergte

  • Afgeronde toppen en hellingen
  • Veel erosie door wind, water en ijs
  • Toppen liggen tussen 200 en 1500 meter
  • Behoort tot het laag- en middelgebergte
  • Zijn honderden miljoen jaren geleden ontstaan

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
Indische plaat
Euraziatische plaat
Oceaan verdwijnt
Er ontstaat een plooiingsgebergte

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Graniet = stollingsgesteente wat langzaam is gestolt in de aardkorst.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Graniet
  • Stollingsgesteente
  • Gevormd door ondergronds stollen van magma
  • Magma koelt langzaam af in aardkorst
  • Mineralen worden kristallen daardoor gevlekt/ korrelig patroon

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 1.2

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

In par 2 hebben we gekeken naar verwerking.

[NAAM] weet je nog welke twee type verweringen er zijn?

Mechanische en chemische verwering

3 soorten Mechanische verwering. 
Welke kunnen we onderscheiden?

1 Vorstverwering
2. Uitzetten en krimp
3. biologische verwering
Mechanische verwering
Chemische verwering
  1. Vorstverwering
  2. Uitzetten en krimp
  3. Biologische verwerking

Slide 28 - Tekstslide

Mechanisch = niet biochemisch (in de natuurwetenschap) Het gesteente verandert niet van samenstelling.
Mechanische verwering
Leg in 3 stappen uit hoe ..... werkt


  • Tast bijvoorbeeld bergen aan

  • Samenstelling gesteente blijft hetzelfde

Vorstverwering
Uitzetten en krimp
Biologische verwering

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chemische verwering
  • Gesteente verandert van samenstelling

  • Zuurstof of vocht (zure regen)

  • Snelheid van verweringsproces afhankelijk van het klimaat

  • Komt veel voor in een warm en vochtig klimaat

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg in minimaal twee stappen uit 
hoe grotten ontstaan (2p)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 1.3

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massabewegingen

  • Het naar beneden rollen, vallen of schuiven van verweerd materiaal.

  • Welke kracht is verantwoordelijk voor het creëren van massabewegingen?

  • Zwaartekracht


Slide 33 - Tekstslide

Massabewegingen= het naar beneden rollen, vallen of schuiven van verweerd materiaal.

Verweerd gesteente is door de loop van de tijd zwakker geworden. Je ziet op de foto goed dat al dat verweerde materiaal naar beneden is geschoven.

Welke kracht is verantwoordelijk voor het creëren van massabewegingen?




Slide 34 - Tekstslide

Puinhelling kan flauw of stijl zijn.

Bij welke puinhelling zou het verweerde gesteente langzaam naar beneden schuiven?

Bij een steile helling kan het verweerde materiaal eerst vallen. Daarna gaat het rollen of schuiven als er al veel gesteente en puin op de helling ligt. De helling wordt dus flauwer.
Flauwe puinhelling
Steile puinhelling
Landschapsvorm die ontstaat door massabeweging

Slide 35 - Tekstslide

Puinhelling kan flauw of stijl zijn.

Bij welke puinhelling zou het verweerde gesteente langzaam naar beneden schuiven?

Bij een steile helling kan het verweerde materiaal eerst vallen. Daarna gaat het rollen of schuiven als er al veel gesteente en puin op de helling ligt. De helling wordt dus flauwer.
Verwering vs. erosie
  • Het afslijten van gesteente

  • Bij erosie vindt transport plaats, waarbij gesteente wordt afgesleten

  • Water, wind of ijs

  • Bij verwering valt het gesteente uit elkaar, maar blijft het op zijn plek liggen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorming gletsjerdal
  1. IJs van een gletsjer is zwaar
  2. Zwaartekracht zorgt dat de gletsjer gaat schuiven
  3. Erosie langs zijkanten en onderkant van de gletsjer
  4. Gletsjer neemt steen mee wat over de bodem schraapt 
  5. Er ontstaat een  U-vormigdal

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorming rivierdal
  1. In de bovenloop van de rivier stroomt het water snel
  2. Grind en stenen schuren over bodem van de rivier
  3. Rivier snijdt zich in de bodem
  4. Oeverwallen storten in en worden door het water afgevoerd
  5. Er ontstaat een V-vormig dal

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 1.4

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delta
Estuarium
Zwakke getijdenwerking
Een delta kan alleen ontstaan bij een zwakke getijdenwerking (eb en vloed).

Sediment hoopt zich op in de riviermonding. Er ontstaan op den duur zandbanken die met elkaar verbonden raken. Nieuw land dus.
Sterke getijdenwerking
Een Estuarium is een trechtervorminge brede riviermonding die ontstaat bij een sterke getijdenwerking (eb en vloed).

Het sediment wordt door het zeewater meegenomen, hierdoor kunnen er geen zandbanken ontstaan.

Een Estuarium kan voorkomen in een delta.

Slide 41 - Tekstslide

Als een rivier in zee uitmondt, transporteert de rivier de rest van het zand en klei naar de zee.

In de riviermonding in zee wordt gedurende lange tijd steeds meer zand en klei neergelegd.
De laag van zand en klei wordt steeds dikker. Er ontstaat op de duur nieuw land.

Dit nieuwe land noemen we een delta.

Ezelsbruggetje: het gebied heeft vaak een driehoekige vorm. De letter D in het Grieks is de Delta en heeft precies die driehoekige vorm.

Let op: een delta kan alleen ontstaan als er een zwakke getijdenwerking is.

Getijdenwerking= eb en vloed
Leg in 3 stappen uit hoe duinen ontstaan
Stap 1
Stap 2
Stap 3

Slide 42 - Tekstslide



Klifkust= door erosie 
aanslibbingskust= sedimentatie
Leg in 3 stappen uit hoe duinen ontstaan
Golven leggen 
zand op het strand
(=aanslibbingskust)
Wind waait het 
zand landinwaarts
Planten houden het zand tegen. Er ontstaan duinen

Slide 43 - Tekstslide

Klifkust= door erosie 
aanslibbingskust= sedimentatie
Oefentoets maken
  • De oefentoets maak je in stilte
  • Snap je iets niet of heb je een vraag? Steek je vinger op
  • Klaar? Controleer je antwoorden en ga de begrippen leren

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesafsluiting

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Nu weet ik: 

...welke onderwerpen op de toets gevraagd kunnen worden

...hoe ik alle punten van een 3 puntenvraag kan halen

...welke dingen ik lastig vind en extra moet oefenen



Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Succes met leren!

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies