Tema 2 - clase 2.04

Clase 2.04
Hacer (doen/maken):
- ejercicio 4 y 5, página 35 (TB)
- ejercicio 5, página 28 (WB) 
- ejercicio 10, página 31 (WB)

Aprender (leren):
- woordenlijst Reporteros 1 - unidad 2 Mis gustos
- el presente + aantekeningen

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Clase 2.04
Hacer (doen/maken):
- ejercicio 4 y 5, página 35 (TB)
- ejercicio 5, página 28 (WB) 
- ejercicio 10, página 31 (WB)

Aprender (leren):
- woordenlijst Reporteros 1 - unidad 2 Mis gustos
- el presente + aantekeningen

Slide 1 - Tekstslide

Planificación
1. Reglas de la clase
2. Deberes
3. Repaso
4. El verbo gustar
5. ¡En marcha!
5. Evaluación y la próxima clase

Después de esta clase...
... heb je herhaald hoe je regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegd
... weet je wat het werkwoord gustar betekent
... begrijp je hoe het werkwoord wordt gebruikt
5 min
5 min 
10 min
 15 min
  15 min
5 min

Slide 2 - Tekstslide

Reglas de la clase
  1. Je telefoon is thuis of in de kluis.
  2. Bij binnenkomst op je plek zitten, jas uit, tas van tafel en oortjes uit oren.
  3. Je hebt altijd je spullen mee: boeken, schrift, pennen, opgeladen device.
  4. Als een ander praat, ben je stil en luister je.
  5. Wanneer de docente uitleg geeft, ben je stil en maak je aantekeningen in je schrift.
  6. We lachen elkaar niet uit en gaan met respect met elkaar om.
  7. Je ruimt pas op als de docente dat aangeeft.
  8. Heb je een les gemist? Vraag aantekeningen aan klasgenoten en kijk in Magister.Learn wat je moet maken en leren. 
5 min

Slide 3 - Tekstslide

Repaso
Pronombres personales
El presente

Heeft iedereen goede aantekeningen hiervan in hun schrift?

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoorden / Pronombres personales
ik
jij
hij
zij (enkelvoud)
u (enkelvoud)
wij
jullie
zij (meervoud)
(meervoud)
nosotros/-as
ellos
yo
usted
vosotros/-as
ellas
ella
ustedes
él

Slide 5 - Sleepvraag

-AR
-ER
-IR
yo
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
Sleep de uitgangen naar de juiste plaats in de tabel.
-o
-o
-o
-amos
-emos
-imos
-a
-e
-e
-es
-es
-as
-áis
-éis
-is
-an
-en
-en

Slide 6 - Sleepvraag

Hoe zeg je in het Spaans:
Ik ben...
A
Soy ....
B
Vivo en ...
C
Tengo ... años
D
Me gusta ...

Slide 7 - Quizvraag

hoe zeg je "hij heeft" in het Spaans?
A
tengo
B
tienes
C
tiene
D
tenemos

Slide 8 - Quizvraag

Tú ________ (beber) agua.
A
bebe
B
bebes
C
beben
D
bebemos

Slide 9 - Quizvraag

¿Cómo se dice "studeren" en español?
A
trabajar
B
hablar
C
estudiar
D
caminar

Slide 10 - Quizvraag

María _______ (bailar) el tango.
A
baila
B
bailamos
C
baile
D
bailan

Slide 11 - Quizvraag

Vosotros _____ (comer) en el restaurante.
A
coméis
B
comen
C
comemos
D
come

Slide 12 - Quizvraag

Completa:
"Juan _______ español."
A
eres
B
somos
C
es
D
soy

Slide 13 - Quizvraag

Completa:
"Eduardo y yo _______ (vivir) en una casa grande."
A
vivís
B
vivimos
C
viven
D
vives

Slide 14 - Quizvraag

Completa:
"Juan y Maria _______muchos amigos."
A
tenemos
B
tenéis
C
tienen
D
tengo

Slide 15 - Quizvraag

Gustar
Vídeo gustar 

Vul in op je werkblad. 



Wat valt je op? Kan jij de regel van Gustar herkennen?

Slide 16 - Tekstslide

Gramática: el verbo gustar
Kijk naar het bord en maak aantekeningen in je schrift!

Laptop opbergen!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Juntos
1. A mí ....... ........ el chocolate. 
2. A mí ..... ..... los libros. 
3. A mí ..... ..... jugar al fútbol. 

Slide 19 - Tekstslide

¡En marcha!
  • Huiswerk nakijken, ejercicio 8 y 9 página 30. 
  • Libro de trabajo, página 28 y 31: ejercicio 5 y 10
  • extra oefenen: ¿Gusta o gustan? → klik op de link.
  • ¿List@s? vocabulario leren

Slide 20 - Tekstslide

La próxima clase
Vamos a...
... repasar el verbo gustar.
... aprender reageren op een mededeling.
Hacer (doen/maken):
- hoja de trabajo: gustar 

Aprender (leren):
- woordenlijst Reporteros 1 - unidad 2 Mis gustos
- el presente + aantekeningen 
- el verbo gustar
Vind je de regelmatige werkwoorden vervoegen nog ingewikkeld?
Kom langs in een Daltonuur.

Slide 21 - Tekstslide

Hasta la próxima clase
  • Stoel netjes aanschuiven.
  • Tafels recht neerzetten.
  • Papier / vuil van de grond / tafels. 

Slide 22 - Tekstslide