1.3 Nationalisme

1.3
Nationalisme
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1.3
Nationalisme

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Huiswerkcontrole.
Kort de stof van vorige week herhalen.
Leren wat ethische politiek was en waarom het werd ingevoerd.
Leren hoe het nationalisme in Nederlands-Indië ontstond.
Begin maken aan PO.

Slide 2 - Tekstslide

Aan de slag
  • Lees de tekst op blz. 22 van je boek, maar daarna opdracht 1, 2 en 3 op blz. 23.
  • Ik loop rond om het huiswerk te controleren.

  • Het huiswerk was blz. 17 opdracht 1, 2 en 3 en blz. 21 opdracht 8, 9, 10 en 11.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerkvragen bespreken
1ad, 3, 8 en 9.

Slide 4 - Tekstslide

Cultuurstelsel
Contractarbeider / Koelie
Indo
Liberalisme
Vrije arbeid
Economisch systeem waarbij boeren op Java landbouwproducten moesten verbouwen voor de Nederlandse Staat
Kind van een Nederlander en iemand uit de inheemse bevolking
Nederlandse ondernemers mochten zelf bedrijven oprichten en mensen in dienst nemen
Arbeider die door contract gedwongen werd te werken op de plantage
Politieke stroming die opkomt voor vrijheid

Slide 5 - Sleepvraag

Begrippen van vorige week
Cultuurstelsel
Contractarbeider/Koelie
Liberalisme
Indo
Vrije arbeid

Slide 6 - Tekstslide

Nationalisme en Ethische politiek
  • Nationalisme: trots zijn op je taal, cultuur en geschiedenis van je eigen volk.​
  • ​Nederlanders waren erg nationalistisch, zij voelden zich daardoor beter dan de Aziaten.
  • --> White man's burden: "Witte man heeft de last dat hij mensen van kleur moet helpen om zich te ontwikkelen"
  • --> Ethische politiek: Nederlanders moeten zorgen voor de inheemse bevolking door middel van scholing, verbetering van infrastructuur, gezondheidszorg, politiek en economie.
  • --> Volksraad: Nederlanders willen wel de baas blijven in de kolonie, maar ook dat de inheemse bevolking advies mag geven, zodat ze meer leren over politiek


Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 1, 2 en 3 op blz. 23 van je werkboek.
Je hebt ongeveer 15 minuten de tijd.
Je mag samenwerken.
Niet af = huiswerk.
Klaar? Maak ook vast opdracht 5, 6, 7.
timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Nationalisme in Nederlands-Indië
  • Mensen waren trots op hun eigen cultuur en volk. Indonesië werd steeds meer één land.
  • --> Indonesiërs vonden dat zij het recht hadden op hun eigen land.
  • Japan versloeg Rusland in 1905 --> Aziaten hebben het bewijs dat zij sterk zijn.
  • Inheemse jongeren gingen studeren in Europa, leren daar over democratie, vrijheid en gelijkheid.
  • --> De Partai Nasional Indonesia (PNI) wordt opgericht, zij eigen volledige onafhankelijkheid voor Indonesië.
  • --> Nederland sluit de leiders, Soekarno, van de PNI op in strafkampen.

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen met PNI en Ethische politiek

De linkerkant van het lokaal is de PNI, de rechterkant de Ethische politiek.
Ik noem beschrijvingen.
Bij elke stelling ga je staan aan de kant waar de beschrijving bij hoort.

Ethische politiek = Nederland moet zorgen voor de ontwikkeling van de koloniën.
PNI = Partai National Indonesia, de nationalistische partij van de Indonesiërs.

Slide 10 - Tekstslide

Praktische opdracht
  • Je werkt alleen.
  • De deadline is 13 oktober.
  • De opdracht telt mee voor een cijfer.
  • Je maakt aan de hand van 30 gegeven afbeeldingen drie "museumzalen" van elk 8 afbeeldingen.
  • Elke zaal krijgt een duidelijk thema dat je laat zien met de titel van de zaal.
  • Bij elke zaal geef je drie afbeeldingen een bijschrift.
  • Je maakt ook een vierde zaal waarin je bij drie afbeeldingen opschrijft hoe men er vroeger over dacht en hoe men er nu over denkt.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe ga je aan de slag?
  • Lees de teksten van hoofdstuk 1 goed door.
  • Open de opdracht in Classroom en lees deze goed door (vooral de rubrics en bijlage 5, helemaal onderaan).
  • Bekijk alle afbeeldingen uit de opdracht, bijlage 1.
  • Bedenk drie thema's om de afbeeldingen in onder te verdelen. (je maakt drie zalen met 8 afbeeldingen = 24 afbeeldingen --> je houdt 6 afbeeldingen over.)
  • Bedenk per thema een passende titel (de naam van je museumzaal).

Slide 12 - Tekstslide